In de rubriek ‘Op de brug bij…’ maken we nader kennis met een lid van de Nederlandse Vissersbond, om meer te weten te komen van de persoon achter de visser.
Hij noemt zijn schip ‘het mooiste kantoor van de wereld’. Met de WR-189 ‘Grietje’ vist Cees van Eekelen junior (38) op Noorse kreeft met het innovatieve sepnep-net. Een uitvinding van zijn vader, die in de internationale visserijwereld veel bekijks trekt. De Van Eekelens runnen in Den Oever een echt familiebedrijf. Cees’ oudste broer is schipper op de WR-289 ‘Bona Fide’, die sinds 2016 in de vaart is en de jongste broer vaart bij Cees aan boord. “Als broers kunnen we rouleren als dat nodig is, bijvoorbeeld om op vakantie te gaan.” Want tijd delen met het gezin is het grootste goed. Het belangrijkste van een visreis is dan ook de behouden thuiskomst.
De WR-189, een net geen 24 meter lange hekkotter van 300 pk, is sinds 2008 in de vaart. Het ontwerp van het schip maakt het eenvoudig om te wisselen. Nu vissen Cees en z’n mannen op Noorse kreeft, ook wel langoustines genoemd. In het najaar schakelen ze over op de garnalenvisserij.
Korte weekenden
Cees is getrouwd met Franciska en samen hebben ze twee zoons van elf en negen. In het weekeinde brengt hij het liefst tijd door met het gezin. Daarnaast speelt hij graag een potje tennis of voetbal. Cees: “Verder niet zoveel, want de weekenden zijn al zo kort voor een visserman. Dat je meestal op zee zit als er verjaardagen gevierd worden of zwemdiploma’s behaald worden, is het grootste nadeel van het vak. Misschien ook wel het enige nadeel, want verder is visser zijn het mooiste beroep van de wereld. Ik heb het mooiste kantoor va de wereld, we varen met een leuke, gezellige groep, er is veel saamhorigheid. We genieten van de afwisseling – ook van het switchen van kreeftjes naar garnalen – en elke keer de verwachting: wat wordt, wat is de vangst? Nu met het vissen met het sepnep is dat ook weer interessant. Het bevalt ons goed. Sommige vissers menen dat we er minder tong mee vangen, maar daarvan zeggen wij: die vangen we later als ze wat groter zijn wel op.”
Alle vier in de visserij
Zoals het een vissersgezin betaamd kregen de broers Van Eekelen de visserij met de paplepel ingegoten. “Mijn vader is altijd al heel actief geweest in de visserij, dat krijg je als kind dan mee. En dan mag je in de zomervakantie een reisje mee… Zo rol je er eigenlijk vanzelf in. Overigens kregen mijn broers en ik van onze ouders alle kans en vrijheid om iets anders te kiezen. Toch werken we alle vier nu in de visserij.”
Baas van ons bedrijf
Uit welk hout moet een visser gesneden zijn? Cees: “Het zakelijke aspect wordt vaak wat vergeten. Natuurlijk is mijn vader mijn grote voorbeeld als visser, maar mijn moeder noemen we de eigenlijke baas van ons bedrijf. Voor aan boord is het essentieel dat je om kunt gaan met de onregelmatige werktijden. Zelf dingen oppakken is ook een goede eigenschap, maar je moet niet eigenwijs zijn.”
“Het zakelijke aspect wordt vaak wat vergeten”
“Sta open om lessen aan te nemen van ervaren mannen. Een goede visser moet goed opletten, altijd de ogen en oren goed de kost geven. Is alles aan boord op orde, hoe gaat het met je mensen aan boord? Je moet er alles aan doen om te zorgen iedereen zonder kleerscheuren thuiskomt.”
Dingen kunnen altijd beter
Hoe ziet Cees de toekomst van de visserij? “Er zullen gerust kansen zijn en blijven. De vraag naar vis blijft. Wel is het zo dat de wereld snel verandert en wij moeten mee veranderen. Dingen kunnen altijd wel ergens beter, niets blijft zoals het is. De les hieruit is hoe je zelf kijkt naar je omgeving. Vraag jezelf wat er kan verbeteren. Ook als het gaat om visserijbeheer, wij moeten zuinig met de zee omgaan. Overigens denk ik niet dat het zo goed blijft gaan als de afgelopen drie jaar. Er komt veel op ons af. We moeten in elk geval blijven investeren in selectiviteit. Wat je niet wilt vangen, moet je ook niet in je net krijgen. Dat hier nu druk achter zit door de aanlandplicht is op zich niet verkeerd.”
Soepele samenwerking
“Wat de Nederlandse Vissersbond betekent voor ons familiebedrijf? De mensen begeleiden ons goed op verschillende gebieden. Daar kunnen we wat mee, dat past goed bij ons bedrijf. We vinden het fijn dat er meer jonge mensen werken en de samenwerking verloopt soepel. Ook bij de totstandkoming van het sepnep zoals het nu is hebben we veel kunnen sparren, ook over bijkomende aspecten zoals ontheffingen en vergunningen. Verder benijd ik de rol van de NVB niet altijd. Zeker wanneer ze als politieagent moet optreden richting vissers, doordat de controle steeds meer bij de sector zelf komt te liggen. Er blijven altijd vissers die het individueel belang boven het collectief belang stellen en daarmee mogelijk bijvoorbeeld het imago van onze visserij beschadigen.”