Vrouwen in de visserij – Kunt u er ook zo diep over nadenken wanneer ze het in de kranten weer hebben over een quotum aan vrouwen in diverse sectoren? Om maar aan te geven als richtlijn hoeveel vrouwen waar en hoe werkzaam zijn? Om voldoende vrouwen in bestuurslagen werkzaam te hebben? Moeten we dan alles willen regelen? Kan dat niet via de natuurlijke weg der dingen?
Ik ben blij dat wij een vrouw in het bestuur hebben. In de ledenraad en op kantoor hebben we zelfs meerdere vrouwen. Inclusief vergaderen/werken zou je het kunnen noemen.
Discussies die hoog oplopen
Ach, het komt wel een enkele keer voor dat je denkt dat de remmen even los gaan bij het woordgebruik van de mannelijke vergaderaars. Dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo. Het verschil is dat de mannelijke bestuurder nu opeens denkt te moeten zeggen: ‘Sorry voor mijn woordgebruik, maar dit moest ik even zeggen’. Dat hoorde je in het verleden nooit, dus het heeft wel effect op een kuis taalgebruik en de omgang met elkaar. Vrouwen zijn anders en wanneer ze zeggen: ‘Ophouden’. Dan is het ook werkelijk ophouden. De discussie stijgt dan naar een beter niveau.
Verstrikt tussen vader en zoon
Binnen het visserijbedrijf natuurlijk heel herkenbaar. Gelukkig met een opvolger, maar of het altijd even prettig gaat is geen vraagteken. Vader en zoon kunnen af en toe een flink verschil van mening hebben en dan heb je nog geluk wanneer ze het naar elkaar uitspreken. Meestal gaat dit via de band. De frustraties over meningsverschillen en over elkaar leggen ze bij de ‘vrouw des huizes’ neer. Die is voor de één de vrouw en voor de ander de moeder. Lekker makkelijk toch? Zij merkt de spanningen natuurlijk wel. Als geen ander had ze de uitbarsting van de vulkaan al twee maanden eerder herkend. Maar ze houdt van de vader en van de zoon. Ze wil er echt wel iets aan doen, maar wat? Voor ze het weet wordt ze meegezogen in het conflict en komt ze in een trechter waar doorgaans iedereen met iedereen ‘woorden’ krijgt. ‘Als man en vrouw ben je toch één binnen het bedrijf’ of ‘als moeder sta je toch onvoorwaardelijk achter je zoon die uit jouw schoot is geboren’. Dat komt wel erg dichtbij hé?
Bedrijfsopvolging en de rol van moeder/vrouw
Voor betrokkenen zit hier denk ik veel herkenning, althans als mediator/voorzitter kom ik het veel tegen. Wat je merkt is dat mensen wel met elkaar praten en communiceren, maar helaas elkaar niet verstaan en ook te weinig begrip voor elkaars situatie uitspreken. Moeder/vrouw probeert de zaak te ‘pamperen’, maar daarmee is er nog steeds geen oplossing beschikbaar. Je lost het probleem niet op, want de dieper liggende oorzaak blijft onbesproken. Er is bijvoorbeeld onvoldoende vertrouwen, vader/man heeft moeite met afstand nemen en er zijn nog zoveel zorgelijke dingen voor de toekomst. Ook kunnen de karakters natuurlijk botsen omdat vader/man en zoon beide ‘zo flexibel als een krukas zijn’. De positie van de moeder/vrouw is dus een hele lastige, misschien wel de allerlastigste en daarom spreek ik vanaf deze plek mijn waardering uit. Zeker wanneer je ook nog samen vennoot bent en dus ook zakelijk partij bent (of in gemeenschap van goederen getrouwd). Verder is het niet te vermijden dat je als moeder/vrouw ook nog te denken hebt aan de positie van de rest van de kinderen, waar vader/man vaak de neiging heeft om alleen in het belang van het bedrijf te denken (‘dat moet vooral voor alles door kunnen gaan, desnoods geef ik mijn pensioen daarvoor op’).
Quotum
Een quotum vis heeft waarde. Een quotum vrouwen niet. Vrouwen zijn op alle fronten nodig en dat redt zichzelf echt wel. In de meeste van de situaties zijn ‘onze’ vrouwen gewoon onmisbaar. Daar moeten wij als mannen gewoon eerlijk in zijn. Het is belangrijk het probleem daar neer te leggen waar het ook echt zit. Ik krijg pukkeltjes wanneer de BV Nederland besluit om een quotum vrouwen vast te stellen om daardoor meer vrouwen in hogere posities te krijgen. Die posities hebben die vrouwen al jaren, maar het is niet voor iedereen zichtbaar omdat sommigen niet kunnen kijken, niet luisteren, laat staan kunnen zwijgen.
Deze column van Johan Nooitgedagt is eerder gepubliceerd in Fish Trend