De vaste commissie voor LNV in de Tweede Kamer heeft op verzoek van de Nederlandse Vissersbond aan minister Schouten vragen gesteld over de verdringing van de beroepsvisserij door industriële activiteiten op zee zoals windenergie en zandwinning. Op de gestelde vragen geeft de minister in een brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal antwoord.
De beroepsvisserij is een bestaande activiteit die sinds mensenheugenis wordt uitgevoerd in Nederland in gebieden die nu de Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer, Markermeer en overige binnenwateren omvatten. Relatief nieuwe activiteiten zoals windenergie en zandwinning verdringen de beroepsvissers van ‘hun’ wateren. De Nederlandse Vissersbond vreest hierdoor niet alleen voor een beperking van visserijruimte, maar ook voor het verkrijgen van een jaarlijkse Wnb-vergunning. Deze vrees uitte de Nederlandse Vissersbond bij de vaste commissie voor LNV. De Nederlandse Vissersbond is deze commissie ook zeer erkentelijk voor het doorvragen aan de minister Schouten.
Multifunctioneel gebruik op zee
Over de vrees van het ruimtebeslag schrijft minister Schouten in haar brief: ‘Bij de aanleg van windmolenparken en de concessies voor zandwinning wordt rekening gehouden met de kosten en met de belangen van andere activiteiten. Het is een kwestie van zuinig omgaan met de beschikbare ruimte, bijvoorbeeld door multifunctioneel gebruik van de ruimte op zee.’
De Nederlandse Vissersbond merkt daar in de praktijk nog weinig van. “Kotters met hun lengte van 24 meter en langer mogen niet eens door de windmolenparken heenvaren. Vissen in windmolenparken is verboden. Zelfs ons verzoek voor kleinschalige pilots met passieve vistuigen zijn afgewezen”, vertelt Derk Jan Berends, secretaris bij de Nederlandse Vissersbond. “De minister heeft in ieder geval goede intenties en we hopen dat de eerste vissers snel hun vistuigen kunnen uitzetten tussen de molens.”
Wnb-vergunning voor 30 jaar
In de notitie die aan de vaste commissie voor LNV is gericht vraagt de Nederlandse Vissersbond zich af hoe het mogelijk is dat de industriële projecten vergunningen kunnen krijgen voor dertig jaar, terwijl de visserij elk jaar opnieuw een Wnb-vergunning moet aanvragen. “Het traject voor de aanvraag van de Wnb-vergunning verloopt elk jaar steeds moeizamer. Een belangrijk gegeven is dat voor iedere aanvraag moet worden aangetoond dat er geen sprake is van significant negatieve effecten bijvoorbeeld het onbedoeld doden van watervogels. De zogenaamde ‘cumulatie van effecten’. Bovendien moet rekening worden gehouden met de effecten van andere activiteiten zoals windenergie en zandwinning. Die activiteiten nemen in omvang toe en daardoor blijft er steeds minder speelruimte over de voor de traditionele visserij. Wij pleiten er dan ook voor om voor de visserij een meerjarige Wnb-vergunning mogelijk te maken net als die voor de windmolenparken en zandwinning”, geeft Berends aan.
Minister Schouten zegt over de langdurige vergunningen het volgende: ‘In de passende beoordelingen van zowel Windpark Fryslân als de zandwinning van Smals is staandwantvisserij expliciet meegenomen bij de cumulatieve beoordeling voor natuur waaronder de effecten op vogels en vissoorten. Beide vergunningen zijn verleend voor een periode van 30 jaar vanwege de omvang van de investeringen en de natuur inclusieve aanleg.’ Daarnaast geeft ze aan dat vissers in principe meerjarige vergunningen en ontheffingen in het kader van de Wnb kunnen aanvragen bij de bevoegde instanties. Het is aan de provincies om hierover te besluiten voor het IJsselmeer.
“Het zou geweldig zijn als er een meerjarige Wnb-vergunning kan worden verleend voor de beroepsvisserij op het IJsselmeer en Markermeer. Dat geldt ook op de Waddenzee en de Noordzee. Wij zullen ons daarvoor blijven inzetten maar tot op heden is het verkrijgen van de jaarlijkse vergunningen al een groot probleem. Dat heeft niet alleen te maken met de eerder genoemde cumulatie van effecten, maar vooral ook het feit dat de Wnb-vergunningen worden gekoppeld aan de Visserijwetvergunningen die jaarlijks worden uitgegeven”, aldus Derk Jan Berends.
Moeizame Wnb-vergunningstraject
Over het moeizame Wnb-vergunningstraject voor de IJsselmeervissers zegt Schouten dat de aanvraag voor diverse visserijactiviteiten ook verschillende besluitvormingen vergt. Toch gaat ze verkennen of in de toekomst van de IJsselmeervisser de Visserijwet 1963, de Wet Natuurbescherming en de Kaderrichtlijn Water beter op elkaar afgestemd kunnen worden, met als doel dat de betrokken bestuursorganen geen in de praktijk tegenstrijdige besluiten voor het IJsselmeer afgeven.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.