Nederlandse Vissersbond heeft haar leden geconsulteerd om te komen tot een zienswijze voor de voorbereiding van een verordening tot vaststelling van een meerjarenplan voor het beheer van demersale visserijen in de Noordzee. De Europese Commissie had hiertoe opgeroepen. Dit heeft geresulteerd in een document waarin de visie van de leden van de Nederlandse Vissersbond is verwoord. Het document is opgezet aan de hand van de gestelde vragen in het raadplegingsdocument van de consultatie.
Beheerplannen Noordzee
De bestaande beheerplannen voor de kabeljauwbestanden in de Noordzee en het Skagerrak en voor tong- en scholbestanden in de Noordzee moeten worden vervangen wanneer de aanlandingsverplichting van kracht wordt. De mate van verandering is afhankelijk van de uiteindelijke implementatie van de aanlandplicht voor de demersale visserij. Er is een aanpak noodzakelijk waarbij er rekening wordt gehouden met de interacties tussen de visserijen in de gemengde visserijen in de Noordzee. Een concreet voorbeeld van interacties tussen visserijen, dat losgelaten dient te worden, zijn de bijvangstpercentages ten opzichte van de doelsoort die tijdens een betreffende visreis wordt bevist. Aanvullend dienen demersale vissersvaartuigen de flexibiliteit te krijgen om tijdens een visreis van visserij (doelsoort) en/of bijbehorende maaswijdte te kunnen wisselen. Tenslotte dienen er in de nieuwe beheerplannen geen beperkingen te bestaan om wijder te kunnen vissen zodat er selectiever kan worden gevist op bijvoorbeeld platvis. Momenteel zorgt de Verordening (EG) Nr. 1342/2008 voor het feit dat vissers beperkingen kennen voor het vissen met wijdere mazen.
De aanlandingsverplichting
Ten aanzien van de aanlandingsverplichting is de Nederlandse Vissersbond van mening dat deze niet bijdraagt aan een verantwoorde- en duurzame visserij zoals deze in de Verordening (EU) Nr. 1380/2013 artikel 15 staat verwoord. Er zijn geen aanwijzingen dat de aanlandingsverplichting voor een verbetering van het ecosysteem en/of de visbestanden zorgt. De implementatie van de aanlandplicht heeft alleen kansen wanneer er een regionale benadering wordt gekozen in plaats van een generalisatie van de gehele visserij in Europa. Daarnaast is de visserijsector aanzienlijk meer tijd benodigd om zich aan te passen aan de nieuwe situatie dan de drie jaren die daar nu voor staan. De Nederlandse Vissersbond werkt met andere Nederlandse sectorpartijen en Noordzee stakeholders aan een visiedocument dat gericht is op een implementeerbare aanlandplicht. In dit visiedocument worden door de sector realistische ambities opgenomen op het gebied van de verdere verbetering van de selectiviteit en de overlevingskansen van de bijvangst. Buisman, Van Oostenbrugge en Beukers (2013) concludeerden dat de totale netto kosten van de invoering van de aanlandplicht voor de Nederlandse visserij naar schatting 6 tot 28 miljoen euro bedragen. Van dat bedrag komt het grootste deel voor rekening van de (demersale) kottersector.
Doel- en bijvangstsoorten
Naast de voornaamste doelsoorten kabeljauw, schelvis, koolvis, wijting, tong, schol en Nephrops is de Nederlandse Vissersbond van mening dat de Noordzeegarnaal (Crangon Crangon) ook als voorname doelsoort kan worden gekenmerkt in de demersale visserij op de Noordzee. De International Council for the Exploration of the Sea (ICES) heeft naar aanleiding van een vraag van de Nederlandse en Duitse staat een advies uitgebracht waarin staat weergegeven dat management van de Noordzeegarnalen visserij voordelen zou hebben voor de duurzame opbrengst en voor het milieu (ICES, 2014).
Regionalisering visserijbeheer
Het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid biedt de mogelijkheid tot regionalisering aan de hand van de meerjarenplannen. De regionalisering van het visserijbeheer is volgens de Nederlandse Vissersbond onmisbaar om rigoureuze wijzigingen in het visserijbeleid zoals de aanlandingsverplichting te kunnen implementeren. Daarnaast dient de regionalisering van het visserijbeleid ruimte te geven aan innovatieve ontwikkelingen van vistuigen ter verduurzaming van de visserij. De Europese Commissie heeft deze publieke consultatie opgezet met als doel een rechtstreekse bijdrage te leveren tot het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name tot de duurzaamheid van de bestanden op lange termijn en de tenuitvoerlegging van een ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer, en wel door de volgende specifieke doelstellingen te verwezenlijken:
- Ervoor zorgen dat de betrokken bestanden zich waar mogelijk in 2015, of uiterlijk in 2020, op een niveau bevinden dat de maximale duurzame opbrengst (MSY – maximum sustainable yield) kan opleveren.
- Rekening houdend met interacties in gemengde visserijen en met inachtneming van de aanlandingsverplichting, hoge en duurzame opbrengsten voor de sector waarborgen.
- Ervoor zorgen dat de betrokken bestanden binnen biologisch veilig grenzen worden gehouden en dat bestanden die zich buiten biologisch veilige grenzen bevinden zo snel mogelijk binnen die grenzen worden gebracht.
- Ongewenste vangsten tot een minimum beperken met het oog op het vergemakkelijken van de uitvoering van de in het kader van het hervormde GVB ingevoerde aanlandingsverplichtingen.
- Het kader vaststellen dat nodig is met het oog op de regionalisering van het langetermijnbeheer van de betrokken bestanden.
Hier treft u het document aan: Consultation Multi Anual Plans – Dutch Fishermens Association