De kottersector, wetenschap en maatschappelijke organisaties werken in onderzoeksprojecten samen aan duurzaam visserijbeheer, zoals innovatie om selectiever te vissen en verbetering van de bestandsschattingen. De projecten worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Over deze onderzoekssamenwerking publiceren de projectpartners regelmatig in een eigen column in Visserijnieuws. Deze week WMR-onderzoeker Edward Schram over de bedrijfssurvey voor tarbot en griet.
Deze column verscheen 29-03-2019 ook in Visserijnieuws en op Visserijnieuws.nl.
Data limited stocks (gegevensarme bestanden)
Tarbot en griet zijn belangrijke bijvangstsoorten voor de Nederlandse kottersector. De hoeveelheid gegevens voor bestandsschattingen is echter beperkt. Tarbot en griet zijn zogenaamde Data limited stocks. Dit komt doordat de wetenschappelijke boomkorsurvey (BTS) vrij weinig tarbot en griet vangt; de BTS is namelijk niet ingericht voor deze soorten. Het gevolg is dat de Europese Commissie extra voorzichtige vangstadviezen aan ICES (Internationale Raad voor Onderzoek der Zee) vraagt.
ICES adviseert daarom om met een op tarbot en griet gerichte bedrijfssurvey de hoeveelheid gegevens te vergroten. De nauwkeurigheid van de toestandsbeoordeling van de bestanden kan dan verbeterd worden. Binnen het project onderzoeksamenwerking (OSW) 2.0 ging daarom in 2018 de bedrijfssurvey tarbot en griet van start.
Opzet van de survey
Het doel van de survey is het verzamelen van gegevens van de aantallen, de lengte, het gewicht, de leeftijd en het geslacht van tarbot en griet in de Noordzee. Hiervoor zijn in samenspraak met schippers drie gebieden op de Noordzee gekozen op basis van vangstgegevens van tarbot en griet. Elk gebied bestaat uit zes of zeven aaneengesloten ICES-kwadranten en wordt voor de bedrijfssurvey bevist door een bedrijfsschip.
In elk kwadrant worden vier trekken voor de survey gedaan. Voor twee van deze vier trekken bepalen de schippers in het eerste jaar van de survey de route vanaf startposities die vooraf door Wageningen Marine Research zijn aangewezen. In alle daarop volgende jaren moeten exact dezelfde lijntjes worden afgevist. Dit zijn de zogenaamde vaste trekken.
Voor de andere twee surveytrekken per ICES-kwadrant mogen de schippers de startposities en de routes elk jaar opnieuw zelf kiezen. Dit zijn de zogenaamde vrije trekken en deze lijntjes hoeven dus niet elk jaar opnieuw afgevist te worden. In totaal worden per gebied en per schip 22 trekken voor de bedrijfssurvey gedaan, waarvan de helft vaste trekken zijn en de andere helft vrije trekken. Tussen de surveytrekken door, wordt gewoon gevist zoals altijd.
Tijdens een surveyreis gaan twee opstappers mee aan boord, in de regel een onderzoeker van Wageningen Marine Research en een medewerker van VisNed of de Nederlandse Vissersbond. Samen met de bemanning worden alle tarbotten en grieten verzameld uit de vangsten van de surveytrekken. Van alle tarbotten en grieten wordt de lengte en het gewicht gemeten en van een deel van de vissen wordt ook het geslacht bepaald en gehoorsteentjes verzameld om later de leeftijd vast te kunnen stellen.
Van dataverzameling naar bestandsschatting
De survey wordt jaarlijks uitgevoerd om een tijdserie op te bouwen. Door onderlinge vergelijking van jaarlijkse resultaten kan iets gezegd worden over de ontwikkeling van de bestanden. Samen met de gegevens uit de BTS en de bemonsteringen op de visafslagen (marktbemonstering) kan dit ‘signaal’ door ICES worden meegenomen in de toestandsbeoordeling van de bestanden.
Voor een goed signaal mogen verschillen tussen de jaarlijkse surveys eigenlijk alleen veroorzaakt worden door veranderingen in de visbestanden. Andere factoren die tot verschillen tussen jaarlijkse surveys kunnen leiden, moeten daarom zoveel mogelijk worden uitgesloten. Daarom zal de survey onder andere steeds door dezelfde schepen met dezelfde tuigen, optuiging en in dezelfde periode van het jaar worden uitgevoerd.
De ICES-werkgroep WGNSSK, die verantwoordelijk is voor de bestandsschatting van tarbot en griet, heeft meegedacht over de inrichting van de bedrijfssurvey. Het is namelijk belangrijk dat de bedrijfssurvey voldoet aan de ICES-standaarden en dat er draagvlak is binnen de werkgroep. Om er zeker van te zijn dat we de survey goed uitvoeren worden de tussentijdse resultaten ook steeds teruggekoppeld aan ICES WGNSSK.
Het eerste surveyjaar
Voordat de surveys van start gingen werden allerlei praktische zaken – zoals de surveygebieden, de startposities, de planning en de werkwijze aan boord- vooraf besproken met sectorvertegenwoordigers en de schippers van de drie deelnemende schepen: de OD 17, de UK 64 en de UK 284.
Tijdens de eerste reizen met de OD 17 en de UK 64 werd duidelijk dat het niet makkelijk is om onder de bak gehoorsteentjes uit de vis te snijden als er een flinke bries staat. Met die kennis is vanwege de weersvoorspelling de reis met de UK 284 een aantal keer afgeblazen en uiteindelijk helemaal niet meer doorgegaan in 2018. De UK 284 komt dus 2019 voor het eerst aan de beurt.
Het aan de wal bedachte visplan bleek eenmaal op zee behoorlijk ambitieus. Aan boord werden de visplannen daarom in onderling overleg tussen de schippers en de opstappers op kleine punten aangepast. Niet elke vooraf aangewezen startpositie bleek bevisbaar en sommige startposities lagen te ver uit elkaar voor een haalbare route. Het was zoeken naar een goed compromis tussen een zo groot mogelijke ruimtelijke spreiding van de surveytrekken en tegelijkertijd de route zoveel mogelijk vissend in plaats van stomend af te leggen. Door zo min mogelijk te stomen tussen surveytrekken werd visverlet zoveel mogelijk voorkomen en de kosten van de survey beperkt. Tijdens de surveys visten de schippers soms op bestekken waar ze normaal niet zouden vissen en ook moesten soms goede bestekken verlaten worden om op tijd op de volgende startpositie aan te komen. Om dezelfde reden werd meer dan gebruikelijk in rechte lijnen gevist en was de vrijheid gedurende de ‘vrije’ surveytrekken behoorlijk ingeperkt door de af te leggen route.
Het vervolg van de survey en het gebruik van de data
Om gebruikt te kunnen worden voor de toestandsbeoordelingen van de tarbot- en grietbestanden moet een ononderbroken tijdsserie van minimaal vijf jaar worden opgebouwd. In 2019 en 2020 wordt de survey uitgevoerd als onderdeel van het OSW-project. Voor uitvoering van de survey na 2020 zullen de projectpartners zoeken naar financiering. De bedrijfssurvey levert al veel extra gegevens op: tijdens de twee surveys werden uit 44 trekken in totaal 1.035 tarbotten en 518 grieten verzameld tegenover 414 tarbotten en 126 grieten uit 90 korte trekken tijdens de BTS in 2018.
Tot slot wil ik graag de schippers en bemanningen van de deelnemende schepen hartelijk bedanken voor de prettige onderzoekssamenwerking. Zonder jullie uitstekende medewerking was het niet gelukt om de bedrijfssurvey volgens plan uit te voeren. Tijdens onze evaluatie van het eerste bedrijfssurveyjaar gaven jullie al aan ook in de komende jaren mee te blijven doen omdat jullie willen bijdragen aan betere bestandschattingen.
Edward Schram, onderzoek WMR.