Wageningen Marine Research (WMR) presenteerde afgelopen vrijdag de resultaten van de bestandsopname door de International Council for Exploration of the Seas (ICES) van de belangrijkste visbestanden voor de Nederlandse visserij in de Noordzee. Volgens WMR staan de meeste visbestanden er goed voor zoals haring, tong, schol, wijting, tarbot en griet. Kabeljauw is een uitzondering want daar gaat het volgens de onderzoekers slecht mee. Opmerkelijk is dat het scholbestand een nieuw recordhoogte van 1 miljoen ton (1.000.000.000 kg) volwassen schollen bereikt heeft maar de vissers merken daar weinig van, de vangsten blijven sterk achter.
Ontwikkelingen
De visserijonderzoekers van ICES die jaarlijks aan de Europese Commissie vangstadviezen uitbrengen, kijken vooral naar de ontwikkelingen van het paaibestand en de visserijdruk en de recruitering, de jaarlijkse aanwas van een visbestand. In onderstaande tabel (bron: Wageningen Marine Research) staan de ontwikkelingen en de adviezen overzichtelijk weergegeven:
Kabeljauw in de mineur
Voor een soort als kabeljauw is het paaibestand in 2018 afgenomen, de visserijdruk toegenomen en blijft de recruitering laag. Het gevolg daarvan is dat wordt geadviseerd voor 2020 om de totaal toegestane vangst (TAC) met 70% te verlagen. Vissers zien vooral dat de kabeljauw zich uit de zuidelijke Noordzee naar de noordelijke delen heeft verplaatst.
Veel schol toch minder vangen
Voor schol is er juist sprake van een verder groei van het paaibestand tot recordhoogte, het gelijk blijven van de al lage visserijdruk en een stabiele recruitering. Toch wordt geadviseerd om 7,6% minder schol te vangen in 2020. Hierdoor kan het schol bestand in 2020 verder groeien met 4,7% volgens het ICES systeemmodel. Het bestand is zo robuust dat volgens het model er zelfs 0,56% groei zou plaatsvinden als het vangstadvies van vorig jaar wordt gehanteerd. Een zogenaamde roll-over TAC resulteert dus nog steeds in groei van het schol bestand volgens ICES. De reden waarom het niet wordt geadviseerd is het meerjarenplan tong en schol dat uitgaat van hogere groeiwaarden. Het vreemde van de hele zaak is dat de Nederlandse vissers de afgelopen jaren juist minder schol vangen en in 2018 slechts de helft van hun quotum hebben opgevist. De wetenschappers zeggen dus dat er steeds meer schol in de Noordzee zit maar de vissers vangen er steeds minder van. Vissers klagen al jaren over de slechte vangbaarheid van de schol terwijl de onderzoeken anders laten zien. Ze liggen dan ook niet wakker van een lichte verlaging van het quotum volgend jaar. Wat veel meer zorgen geeft is dat theorie (model) en praktijk elkaar aan het verliezen zijn voor wat betreft de ontwikkeling van het schol bestand. Het vertrouwen van vissers in het vangstadvies neemt hierdoor af. En waar vissers vooral bang voor zijn dat er in de nabije toekomst door de onderzoekers van ICES wordt vastgesteld door hun model dat er inderdaad minder schol blijkt te zijn zoals ze de vissers al aangeven jaar in jaar uit. En dat er dan een rigoureuze maatregel door Brussel wordt genomen door het quotum aanzienlijk te verlagen onder het mom van “Foutje, bedankt”. Het is al eerder gebeurd dat ICES 100.000 ton schol ‘kwijt’ was wat hersteld moest worden. WMR gaat binnenkort met de vissers om tafel om de verschillen te bespreken.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends of Jacob Snoek, secretariaat@vissersbond.nl of T 0527 698151.