De sociale partners in de koopvaardij, waterbouw en visserij hebben de handen ineengeslagen om voor de toekomstige maritieme officieren de competenties, de kennis en vaardigheden, in kaart te brengen. Het zogenaamde beroepscompetentieprofiel is de basis voor de maritieme onderwijsinstellingen om een opleiding te ontwikkelen voor de maritiem officier van de 21e eeuw. Aanleiding voor dit initiatief is dat de Nederlandse zeescheepvaart al jaren kampt met teruglopende leerlingaantallen terwijl de internationale concurrentie eist dat er voldoende gekwalificeerde officieren aan boord van de schepen zijn.
Noodzaak tot veranderen
In de visserij wordt al jaren geklaagd over het feit dat er een tekort is aan vissers met papieren. Hiermee wordt bedoeld, de papieren voor de officiersfunctie van schipper, stuurman en machinist. De uitstroom naar de wal en andere maritieme sectoren is groter dan de instroom vanaf de visserijscholen of overstappers vanuit de koopvaardij of waterbouw. Voor die laatste sectoren is het probleem vergelijkbaar. Er moet snel wat gebeuren om te voorkomen dat schepen ondergekwalificeerd naar zee gaan. Dat kan alleen maar als er een efficiencyslag wordt gemaakt en dat betekent het ontwikkelen van een opleiding met een brede basis met de uitstroomrichtingen nautisch en technisch, zodat meer leerlingen met een diploma de school verlaten.
Duaal naar semi-duaal
De sociale partners hebben ervoor gekozen om te beginnen met de mbo-3 en mbo-4 opleidingen. Voor de visserij zijn dat de huidige SW-5 en SW-6. Later volgt het beroepscompetentieprofiel voor de mbo-2 (SW-6) opleiding. In de huidige situatie stromen leerlingen de visserij in met een theoretische kennis van zowel het nautische (schipper) als het technische (machinist), het zogenaamde duaal opleiden. In de toekomst zal er sprake zijn van maar één theoretische specialisatie (schipper of machinist), het zogenaamde semi-duaal opleiden. Een beginnend visserijofficier is competent op operationeel niveau en heeft de potentie om op basis van ervaring (vaartijd) door te groeien naar de hogere rangen (managementlevel). Er wordt opgeleid op basis van de hoogste norm, het STWC (International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping) verdrag. Alle afstudeerders komen daardoor in aanmerking voor de aanvangsbevoegdheden van het STWC. In het profieldeel/de specialisatie visserij worden zaken opgenomen waarmee deze groep ook de aanvangsbevoegdheden voor het STWC-F (Fishing personnel) verdrag kan krijgen. Trawlers worden beschouwd als een STWC-schip, kotters als een STWC-F schip. Om dus voor beide vaarbevoegdheden STWC + STWC-F in aanmerking te komen moet een leerling zowel op een trawler (6 maanden) als een kotter (6 maanden) stage hebben gelopen. Kiest een leerling alleen voor een stage aan boord van een kotter (12 maanden) dan krijgt hij alleen een aanvangsbevoegdheid voor STWC-F (en niet voor STWC). Dat beperkt dan wel zijn carrière perspectief.
Het voordeel van het semi-duaal opleiden is dat er eenvoudiger doorstroom mogelijk is tussen visserij – koopvaardij – waterbouw. Men wordt immers op STWC-niveau opgeleid. Het nadeel is dat men niet meer van school komt met zowel een aanvangsbevoegdheid voor schipper als machinist.
21e eeuw competenties
Om toekomstige taken als maritiem officier naar behoren te kunnen uitvoeren en te kunnen doorgroeien naar andere functies moet hij beschikken over 21e eeuw competenties. Het betreft onder andere het goed kunnen communiceren, veelal in het Engels. Maar ook het creatief denken en handelen, digitale vaardigheden, kritisch denken, probleemoplossend denken en handelen, samenwerken, zelfstandig kunnen werken, sociale en culturele vaardigheden. Kortom: er wordt veel verwacht van een maritiem officier 21e eeuw maar dat maakt een baan op zee ook uitdagend, je hoeft je nooit te vervelen (never a dull moment).
Betrokkenheid kotters
De Stichting Sectorraad Visserij is de gesprekspartner voor de andere sociale partners in de koopvaardij en waterbouw maar ook voor het maritieme onderwijs. In de Sectorraad werken de Redersvereniging voor de Zeevisserij, CNV, VisNed en de Nederlandse Vissersbond samen aan dit dossier. Johan Nooitgedagt, Johan Baaij en Derk Jan Berends nemen deel aan dat overleg namens de Nederlandse Vissersbond.
Scholen nu aan zet
Bij het opstellen van het beroepscompetentieprofiel voor de mbo-3/4 opleidingen is weliswaar inbreng geweest van het maritiem onderwijs, maar het blijft een document van de sectoren. Het is nu aan de maritieme scholen om er daadwerkelijk een opleiding van te maken. Dat betekent dat de scholen samen zogenaamde kwalificatiedossiers en curricula moeten gaan ontwikkelen, documenten die de opleiding gaan definiëren. Dat vergt nog veel inzet en vooral samenwerking. De eerste stap is gezet met het beroepscompetentieprofiel maar het echte werk moet nu beginnen, willen we op korte termijn leerlingen tot maritiem officier 21e eeuw gaan opleiden.
Voor meer informatie
Kunt u contact opnemen met Johan Baaij en Derk Jan Berends, T 0527 69 81 51 of secretariaat@vissersbond.nl.