De pilot ‘Hot Spot Net Catching’ waarin kotter LO28 in samenwerking met een bergingsschip en een guard-ship bijna 19.000 kg afval heeft opgevist, is succesvol gebleken. Dat was de conclusie tijdens de evaluatie van de pilot op het kantoor van de Nederlandse Vissersbond. Het inzetten van een vissersvaartuig voor bergingswerkzaamheden is succesvol gebleken en moet volgens de visserijsector voor herhaling vatbaar zijn.
Afval MSC Zoe
Sinds het containerschip MSC Zoe begin dit jaar een groot aantal containers verloor in de Noordzee is alles in het werk gesteld om zoveel mogelijk vrijgekomen afval van de zeebodem te halen. Nadat grote bergingsschepen containerdelen en verloren lading hebben geborgen, lag er nog kleiner afval op de zogeheten hotspots op de zeebodem.
Hot Spot Net Catching
Om ook dit afval te kunnen bergen is Rijkswaterstaat afgelopen juli gestart met de pilot ‘Hot Spot Net Catching’ (HSNC), een van de maatregelen die is genomen in overleg met reder MSC, om met bergingsnetten gericht op klein bodemvuil te vissen. Het vissersvaartuig LO28 van Frits van Dellen is door Rijkswaterstaat ingehuurd en is in juli samen met het bergingsschip ‘Friendship’ begonnen met proefvissen, onder begeleiding van een guard-schip. Voor Rijkswaterstaat was deze keuze logisch omdat de LO28 al eerder ervaring had opgedaan met vuilvissen toen het als stand-by schip werd ingezet tijdens de bergingswerkzaamheden eerder dit jaar. Gedurende de pilot moest blijken of vissersvaartuigen succesvol ingezet kunnen worden voor bergingswerkzaamheden op zee.
Op basis van de resultaten gedurende de pilot is in de maanden augustus en september het vissersvaartuig LO28 wederom in opdracht van Rijkswaterstaat ingezet om twee van de drie aangewezen gebieden (hot spots) te bevissen met aangepaste netten. De LO28 was daarbij enkel overdag actief en werd ook nu weer ondersteund door een guard-schip. Het opgeviste afval werd aan boord opgeslagen en vervolgens aan wal gebracht, waar Rijkswaterstaat de afvoer en verwerking van het afval organiseerde. Op maandag 16 september jl. is de pilot HSNC afgerond, waarbij de LO28 haar laatste lading afval heeft gelost op Terschelling.
19.000 kg afval
Vorige week zijn de betrokken partijen als IL&T, de Nederlandse Kustwacht, het ministerie van LNV, WMR, VisNed, Nederlandse Vissersbond, de bergers van Rederij Noordgat en de vissers van de LO28 bij elkaar gekomen en hebben teruggeblikt op de pilot. In totaal is er tijdens de pilot HSNC een gebied van circa 23 vierkante kilometer bevist door de Friendship en de LO28. Hierbij is bijna 19.000 kg afval opgevist, waarvan het overgrote deel afkomstig is van de MSC Zoe.
Bergingswerkzaamheden door vissers
Aanwezigen waren het erover eens dat het resultaat van de pilot er mag zijn: het merendeel van het gelokaliseerde kleinere afval in de drie aangewezen hotspotgebieden is opgeruimd. Dat betekent dat deze pilot laat zien dat een vissersvaartuig effectief kleiner afval van de zeebodem weet weg te vissen. Vanuit de visserijsector is tijdens deze bijeenkomst dan ook de vraag gesteld of vissersvaartuigen in de toekomst vaker kunnen worden ingezet voor bergingswerkzaamheden op zee.
Dit blijkt helaas nagenoeg onmogelijk. Vanuit de huidige wet- en regelgeving is het momenteel niet mogelijk om vissersvaartuigen een (permanente) toestemming te verlenen om bergingswerkzaamheden uit te voeren. Een vissersvaartuig is gecertificeerd voor visserij en kan niet gelijktijdig ook gecertificeerd worden als bergingsvaartuig. Ook op het gebied van vergunningen is het op basis van Europese en nationale wetten momenteel niet mogelijk om vissersvaartuigen regulier in te zetten voor vuilvissen.
Tijdelijke ontheffing
In het kader van de pilot HSNC werd het vuilvissen met inzet van een vissersvaartuig op basis van een tijdelijke ontheffing toegestaan. Daarbij hebben de verantwoordelijke instanties zeer strikte voorwaarden opgelegd waarbinnen het pilot moest worden uitgevoerd. Zo moest de LO28 beschikken over diverse veiligheidsmaatregelen en is er een speciale Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) opgesteld ten behoeve van de uitvoering van bergingswerkzaamheden op zee.
Calamiteitenplan
Ondanks dat de huidige wet- en regelgeving het op dit moment onmogelijk maakt voor kotters om regulier ingezet te kunnen worden voor bergingswerkzaamheden op zee, hebben de visserijvertegenwoordigers er op aangedrongen dat de overheid zou moeten werken aan een gestandaardiseerd calamiteitenplan, wat in werking treedt op het moment dat dergelijke rampen als met de MSC Zoe zich voordoen. In een dergelijk calamiteitenplan zou dan de mogelijkheid moeten worden opgenomen dat vissersvaartuigen kunnen worden ingezet voor bergingswerkzaamheden.
Dankwoord
Aan het eind van de bijeenkomst bedankte Rijkswaterstaat alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en inzet tijdens deze pilot, waarbij de unieke samenwerking tussen alle betrokkenen nogmaals werd genoemd. Zonder de inzet van allen had de pilot Hot Spot Net Catching niet uitgevoerd kunnen worden.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Derk Jan Berends of Egbert van der Tuin via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.