De afgelopen maanden zijn we onder de indruk geraakt van de opstand van de boeren. Indrukwekkende saamhorigheid wanneer zo’n massaal protest in beweging komt. Tussen de deelsectoren was er eenheid of je nu in de varkens, de koeien of in de kippen zit.
Eerlijke Tjeerd
De druppel die de emmer deed overlopen was het betoog van D66-er Tjeerd de Groot. Hij kwam met het voorstel de helft van het vee op te doeken. Frappant omdat dit Kamerlid uit de landbouw komt. Zijn verklaring is dat hij juist de man is die voor de langere termijn praat over echte oplossingen. De rest van de mensen strooit de boeren zand in de ogen. Moeilijke beslissingen aan boerendochter Minister Carola Schouten. Ze is niet te benijden.
Verandering stuit eerst op weerstand
De boeren raken een gevoelig punt. Alles moet doorgaan aan grote industrie en flink groeien met notabene een racebaan in Zandvoort. Zo voelt het wel. De boeren moeten inleveren en aan die knop draaien lijkt heel makkelijk. Toch zal er ergens iets moeten veranderen. Dit kleine kikkerlandje moet grenzen stellen. We zijn te klein om verder te gaan met groei, groei en nog eens groei. Het opgeroepen verkeerde gevoel is bij de visserij niet anders. Boeren en vissers zetten zichzelf op een hoog voetstuk, maar echte waardering van het volk ontbreekt. Lege winkels, dat spreekt aan.
Ruimte om te vissen
De vissers op de Noordzee voelen dezelfde kramp in hun buik. Er is door de visserijsector alles aan gedaan om te bezuinigen op brandstof en dus minder uitstoot van kwalijke emissies. Die uitvinding is de pulsvisserij. Vervolgens gaat Brussel dat verbieden na diverse oproepen vanuit Frankrijk en ook België. Als klap op de vuurpijl worden de viswateren van deze Noordzeevissers vol gezet met windmolens omdat we veel meer duurzame energie moeten opwekken. Daar waren de vissers juist mee bezig om zoveel mogelijk energie te sparen. Dit geeft kortsluiting en dat is het verkeerde gevoel bij menig visserijgezin. Waar zijn die lui in Brussel nu echt mee bezig vragen vissers zich dagelijks op zee af. In het denken gaan vissers stukzitten op het gevoel van een eenzijdige aanpak. Toch gaat er voor boeren en vissers veel veranderen. De vrijwilligers krijgen de gelegenheid het veld te ruimen.
Onvermijdelijkheid
Het is onvermijdelijk dat in delen van Nederland de landbouw een vrijwillige stap terug zal moeten doen. Misschien krijgen ze voldoende geld om elders opnieuw te starten. Dat is bij vissers anders. Die zullen in de gevallen met windmolens en de aanleg van natuurgebieden dringend verzocht worden om vrijwillig te verdwijnen. De licenties om te mogen vissen worden dan ingenomen, uiteraard tegen betalingen. Dan ben je echt visserman af. Op de visserijsector zit een deksel en verdere uitbreiding is niet mogelijk. De quota zijn bepalend om de grenzen van de groei aan te geven. Dat hebben ze in de landbouw niet (meer). Dat is een essentieel verschil waarbij de landbouwvoormannen destijds zelf zeiden dat de quota niet langer houdbaar waren. Ik weet niet of ze dat achteraf nog steeds vinden, maar volgens mij is het een historische fout geweest. Nu zit de quota op stikstof. Maakt dat verschil?
Sympathie verdampt
De boeren zullen snel hun sympathie verliezen wanneer de vissers hun Natuurbeschermingsvergunningen niet krijgen omdat het stikstofprobleem niet kan worden opgelost. Nederlanders kunnen geen projecten voortzetten, huizenbouw ligt stil en zelfs dijkversterkingen worden niet afgemaakt. Het land loopt vast in haar eigen succes. Dan is een noodwet niet voldoende. Dat er nog veel moet veranderen, las je alleen tussen de regels door. Het is nu nog denken in problemen, maar het zal spoedig alleen nog maar gaan over de oplossingen en die zijn niet mals. Vaak heeft een sector dan spijt dat ze niet zelf vooraf het voortouw hebben genomen. De Nederlandse visserijsector heeft al meer dan de helft van de schepen zien verdwijnen. Dat doet pijn, maar stel je voor dat die vloot er nog steeds zou zijn. Daar is een eigen sectorvisie voor nodig!!
Deze column van Johan Nooitgedagt verscheen eerder in Vismagazine.