‘Ode aan het klootjesvolk’ is een recent verschenen boek van Coos Huijsen. De ondertitel is: populisme als smoesje van een falende elite. Is het populisme soms het grote gevaar van onze tijd? Schrijver en historicus Coos Huijsen (1939) ziet er vooral een smoesje in van een progressieve elite om haar eigen falen te maskeren. Om te verhullen hoe weinig gevoel die elite zelf nog heeft voor de belevingswereld van gewone mensen. In de jaren zeventig was Huijsen korte tijd Kamerlid voor de CHU en later was hij actief voor de PvdA. Hij schreef ook boeken over de sociaaldemocratie. De titel sprak mij aan omdat het boek een scherp en indringend pleidooi voor het werken aan meer draagvlak weergeeft. Het leek mij zeer toepasselijk in relatie tot verbindend leiderschap en de convenanten en akkoorden waar de boeren en vissers mee te maken hebben.
Op de snijtafel
Al in de jaren tachtig waarschuwde historicus Huijsen, met name in de PvdA, voor het gevaar van hooghartigheid. Voor het overschatten van theoretische kennis ten koste van de mening van gewone werkende mensen en hun dagelijkse ervaringen. Voor het gelijk en de zogenaamde morele onfeilbaarheid van het verheven wereldbeeld. Voor de minachting jegens het gezonde verstand. De elite moet begrijpen dat zij in een moderne democratie alleen legitiem kan voortbestaan in dienstbaarheid. In ‘Ode aan het klootjesvolk’ legt Huijsen het verziekte klimaat en de gepolariseerde verhoudingen in Nederland genadeloos op de snijtafel. Oplossingen zoekt hij in een gezamenlijke, nieuwe definitie van het begrip ‘solidariteit’ op basis van een herwaardering van gelijkheid, gelijkwaardigheid en medemenselijkheid. De elite kan de argumenten van zoveel gewone mensen niet blijven weghonen.
Democratie
Wie zijn dan die hooghartige mensen volgens schrijver Huijsen? Dat zijn politici, wetenschappers en journalisten. Een zelfgenoegzame groep hoger opgeleiden die op zoveel terreinen (in de politiek, het bestuur, de media en de wetenschap) de dienst uitmaakt. Deze mensen wil hij in zijn boek een spiegel voorhouden. Aan de andere kant staat de groep gewone mensen die een grote kennis hebben van het dagelijks leven, mensen van de werkvloer zullen we maar zeggen. Zij zijn vaak degenen die beschikken over gezond verstand en kennis hebben van wat er op straat speelt en wat en hoe daar in de samenleving over wordt gesproken. Wat we nodig hebben wordt in het boek ook gezegd: dat zijn menselijke politici, die vertrouwen hebben in de kiezers en samen prioriteiten willen stellen waarin het volk zich kan herkennen. Wel of geen taboe, maar maak het bespreekbaar. Democratie volgens het boekje als een project van menselijkheid, altijd binnen de gedachte dat mensen elkaar de ruimte geven om gedachten ook echt uit wisselen en niet op te leggen. Je moet je in de ander kunnen verplaatsen, dan kan er nooit een extreme kloof tussen mensen ontstaan. Dat kan wel hard tegen hard zijn, maar is wel oplossingsgericht. Dat is vandaag het probleem bij boeren en vissers en de lastige dilemma’s en dossiers. De mensen in deze beroepstakken voelen zich niet meer gehoord. Herkenbaar?
Wie de schoen past trekke hem aan
Een hele tafel vol met landbouwers die niet meer met hun eigen Minister willen praten. Dan moet er toch iets behoorlijk mis zijn en volledig ‘van het pad af zijn’? Dat schip is uit haar koers gelopen zonder daar nu een oordeel over te willen geven. Zo heeft het onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee en de kottervisie ook voor een ontsporing bij Noordzeevissers gezorgd. Dan ben je het kompas kwijtgeraakt. Daar kan maar één oplossing voor zijn: openhartige gesprekken hebben, het huidige falen benoemen en kijken hoe we de Noordzeevissers in gezamenlijkheid perspectief kunnen bieden. Daar zijn fundamentele begrippen als gelijkwaardigheid en gelijkheid vanuit dit boek voor aangereikt.
Deze column van Johan K. Nooitgedagt verscheen begin mei in FishTrend.