Het gaat volgens Rijkswaterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) niet goed met de zwarte zee-eend in de Voordelta. De vogels maken nauwelijks gebruik van de aangewezen rustgebieden. Rijkswaterstaat wil daarom maatregelen treffen om deze soort extra te beschermen en stelt onder andere voor om het grootste deel van de Bollen van het Nieuwe Zand en Bollen van de Ooster te sluiten voor alle medegebruik. Voor beroepsvissers die daar hun brood verdienen betekent dat verlies aan vangstmogelijkheden en inkomen. Op 8 juni 2015 heeft op de Brouwersdam een consultatie met stakeholders plaatsgehad waar ook vertegenwoordigers van de beroepsvisserij aanwezig waren. Hierbij zijn voorstellen voor uitbreiding van de rustgebieden in concept uitgewerkt voor consultatie met de achterban. Vissers die actief zijn in het gebied worden gevraagd om te reageren op de voorstellen (kaartjes) voor sluiting, dit kan tot 25 juni 2015.
Voorgestelde sluiting
In het ontwerpbeheerplan Voordelta is aangegeven dat de rustgebieden Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand worden aangepast ten behoeve van de natuurcompensatie voor de zwarte zee-eenden.Uit de tussentijdse evaluatie van de natuurcompensatie Voordelta blijkt dat de huidige rustgebieden voor de zwarte zee-eend niet of slechts gedeeltelijk worden benut en daarmee nog niet optimaal zijn gelegen. Op basis van onderzoek is een voorstel gemaakt voor de aanpassing van de ligging en de omvang van deze rustgebieden. Centraal in dit voorstel staat een zo evenwichtig mogelijke verdeling tussen enerzijds het bereiken van adequate (qua ligging en functioneren) rustgebieden voor de zwarte zee-eend en anderzijds het zo gering mogelijk verder inperken van de huidige mogelijkheden voor de andere gebruikers (recreatie en visserij). Op 8 juni 2015 zijn voor Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand voorstellen voor te sluiten (rust) gebieden aangegeven.
Ontwikkeling populatie zwarte zee-eend
Vogels op zee, waaronder zwarte zee-eenden, laten zich niet in kleine gebieden ‘dwingen’. Het aantal waargenomen zwarte zee-eenden in de Voordelta is in de afgelopen jaren (behalve 2013) (te) laag. Het aantal zwarte zee-eenden neemt af door internationale patronen van verspreiding. Maar als de overige gebieden in een jaar door (klimaat)omstandigheden niet geschikt is, dan moeten de zwarte zee-eenden weer voedsel kunnen vinden in de Voordelta. De Voordelta moet voldoende draagkracht hebben voor de zwarte zee-eenden. Naar aanleiding van de monitoring in de afgelopen jaren blijkt dat er op dit momenteen mismatch is tussen de ligging van de rustgebieden en de locaties waar de zwarte zee-eenden graag foerageren en rusten. Daarnaast zijn de zwarte zee-eenden gevoeliger voor verstoring dan enkele jaren geleden werd gedacht. De verspreiding van de Eidereenden is tussen de periode 2004-2006 en 2009-2012 beperkt veranderd. De verspreiding van de zwarte zee-eenden is tussen deze perioden wel veranderd. De zwarte zee-eenden zitten in beide perioden in het bodembeschermingsgebied en zeer beperkt in de rest van het Natura2000-gebied Voordelta. Het is niet mogelijk om elk jaar de gebieden voor de eenden aan te passen, maar aanpassing naar aanleiding van de evaluatie van het Beheerplan Voordelta en de evaluatie natuurcompensatie Voordelat in relatie tot de aanleg van Maasvlakte 2 is noodzakelijk. In de Voordelta eten de zwarte zee-eenden liever voedsel van een diepte tussen 2 tot 8 meter. Ten noorden van de Waddeneilanden duiken de zwarte zee-eenden naar dieper water dan in de Voordelta. De zwarte zee-eenden eten ook mesheften, maar het lijkt erop dat ze hiervoor niet speciaal naar een mesheft rijk gebied komen.
Het voorkomen van de zwarte zee-eenden is afhankelijk van vier factoren, namelijk duikdiepte, stroming aan de bodem, voedselbeschikbaarheid en verstoring. Er is een samenspel tussen de verschillende factoren die de wensen van zwarte zee eenden ten opzichte van de aanwezigheid van zwarte zeeeenden aangeven. Dit samenspel is door Bureau Waardenburg in een model gestopt om de meest geschikte locatie voor de aangepaste rustgebieden te bepalen. De uitkomsten van dit model hebben samen met een afweging van de overige belangen in het gebied geresulteerd in een voorstel tot aanpassing van de rustgebieden (zie bijgevoegde kaarten):
- Bollen van het Nieuwe Zand wordt het kerngebied voor de zwarte zee-eend in de Voordelta. De aanpassing van het beschermingregime in de winterperiode betreft een verschuiving naar het zuiden, een vergroting van het areaal en een verlenging van de periode van 1 mei naar 15 mei. Daarnaast zal het gebied jaarrond gesloten zijn voor bodemberoerende activiteiten (dit betreft hoofdzakelijk garnaalvisserij).
- Bollen van de Ooster blijft belangrijk voor de opvang van de zwarte zee-eend. Ook hier is een verschuiving en enige vergroting van het areaal aan de orde. Hierbij is maximaal rekening gehouden met de belangen van de gebruikers. De periode van het zomer- en winterregime blijft gelijk, van 1 november tot 1 april. De garnalenvisserij is echter tot 15 december toegestaan. De corridor voor doorvaart blijft.
Consultatie
Nederlandse Vissersbond wil haar leden raadplegen over de voorgestelde maatregel van de overheid om de Bollen van het Nieuwe Zand en Bollen van de Ooster. In de Bijlage treft u de benodigde informatie aan. Graan vernemen wij uiterlijk 24 juni 2015 uw reactie op de voorstellen. U kunt dit sturen naar secretariaat@vissersbond.nl.
Bijlage3_Voorstel_Rustgebieden_Incl_aantekeningen8juni2015
RDCBC7242M001D01_consultatie_recreatie_8juni2015
RDCBC7242M001D01_consultatie_visserij_8juni2015