Vissers, visserijwetenschappers en vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), zijn het debat gestart over de ontwikkeling en de mogelijke bevissing van de schubvisbestanden in het IJsselmeer en Markermeer. De PO IJsselmeer (Nederlandse Vissersbond) heeft, in het kader van het zogenaamde Actieplan toekomstbestendig visserijbeheer IJsselmeergebied, maanden geleden al om dit debat gevraagd omdat de beelden die vissers en onderzoekers hebben over beide onderwerpen te ver uiteenlopen. Vissers zien toenemende vangsten en zouden juist meer willen vissen, onderzoekers zien juist dalende visbestanden en adviseren om de vangsten fors te beperken. Voor bestuurders een dilemma want de visserij beperkingen opleggen waar geen draagvlak voor is gaat niet werken. Het was geen vraag of er een debat zou moeten plaatsvinden maar wel wanneer en waar. En dat had alles te maken met COVID-19 en de zomervakantie. Afgelopen woensdagavond was het dan eindelijk zover. In een beperkte vergadering, volgens het 1,5 meter protocol, werd stevig gedebatteerd.
Aanleiding
Aanleiding voor het debat is het Actieplan toekomstbestendig visserijbeheer IJsselmeergebied (Actieplan). Dit plan is op 25 maart 2019 door minister Schouten per brief aan de Tweede Kamer aangeboden. Sindsdien is er door de betrokken partijen onder leiding van LNV hard gewerkt aan de uitwerking van het Actieplan. Een van de belangrijkste pijlers van het Actieplan is om te komen tot een gezamenlijk inzicht in de benodigde omvang van de commerciële visbestanden en haar natuurlijke aanwas zodat deze duurzaam geoogst kan worden. Het eindbeeld zoals omschreven in het Actieplan is vertaald in een drietal beheerdoelstellingen, die gehaald dienen te worden in 2027: 1. de hoogst mogelijke commerciële vangsten die duurzaam opgevist kunnen worden (‘maximale duurzame vangsten’), waarbij wel 2. Meer grote vis in het bestand aanwezig moet zijn, zoals gevraagd vanuit de Kaderrichtlijn Water en 3. voedselreservering moet plaatsvinden voor de potentie aan vogels, zoals omschreven in de Natura2000-doelstellingen. De PO IJsselmeer heeft er van meet af aan op aangedrongen dat er een debat tussen vissers en wetenschappers plaatsvindt over de omvang en de bevissing van de visbestanden. “Niet over maar met de vissers moet er worden gewerkt aan duurzame bevissing van de schubvisbestanden in het IJsselmeergebied” aldus Johan Nooitgedagt, voorzitter van de PO IJsselmeer (Nederlandse Vissersbond).
Oogstregels
Op verzoek van het Ministerie heeft WMR-advies uitgebracht over het duurzaam bevissen van snoekbaars, baars, brasem en blankvoorn. Geadviseerd wordt om zogenaamde “oogstregels” toe te passen; een vaste set regels die bedoeld zijn om te bepalen wat de toegestane hoeveelheid vangst van de visserij is. Oogstregels zijn modellen waarmee de historie van een visbestand wordt nagebootst en die een voorspellende waarde hebben. Afhankelijk van de betrouwbaarheid van gegevens over het bestand en de visserij, leiden oogstregels tot uitkomsten met een bepaalde onzekerheid. Een gedegen visstandsbemonstering en een betrouwbare registratie van vangsten en visserij-inspanning is daarom van groot belang.
Het debat
Arda Gerkens, voorzitter van de Stichting Transitie IJsselmeer (STIJ) zat het debat voor. Tijdens het debat werden zowel de wetenschappers als ook de vissers in de gelegenheid gesteld hun visie op de omvang en de bevissing van de schubvisbestanden te geven. Paulus de Boer, visser en ledenraadslid van de PO IJsseleer, gaf namens de vissers een lezing waarin hij aan de hand van praktijkvoorbeelden liet zien dat het goed gesteld is met de schubvisbestanden in het IJsselmeer en Markermeer. Nicola Tien van WMR gaf tekst en uitleg over de oogstregels die geadviseerd worden om te gaan gebruiken. Johan Osinga, directeur-generaal van LNV, benadrukte het belang van het Actieplan en de noodzaak om in 2027 aan internationale eisen te kunnen voldoen die de Kaderrichtlijn Water en Natura2000 stellen. Vervolgens was er uitgebreid gelegenheid voor de aanwezige vissers om in debat te gaan met de vertegenwoordigers van WMR en LNV.
Verschil van inzicht
Dat vissers en wetenschappers het niet na een avond debatteren eens zouden worden was te voorspellen. De beelden die beiden partijen hebben van de huidige visstand en de gewenste bevissing staan (nog) ver van elkaar. Vissers hebben forse kritiek op de wijze van bemonsteren en het schatten van de omvang en samenstelling van de visstand. Daar waar WMR weinig brasem in haar survey aantreft en adviseert om te stoppen met deze visserij, wijzen de vissers er juist op de brasem bezig is met herstel. Vissers zien het snoekbaars bestand van jaar tot jaar fors toenemen, WMR adviseert om de vangst juist fors te beperken om het paaibestand de kans te geven verder te herstellen. Het zijn slechts een paar voorbeelden van tegenstellingen die tijdens het 4-uur durende debat met de nodige emoties naar voren zijn gekomen. Het debat had nog vele uren door kunnen gaan ware het niet dat het al laat was.
Vervolg
Wat het debat duidelijk heeft gemaakt is dat er nog veel informatie uit te wisselen is tussen vissers en wetenschappers. Het doel is zoals eerdergenoemd om te komen tot een gezamenlijk inzicht in de benodigde omvang van de commerciële visbestanden en haar natuurlijke aanwas zodat deze duurzaam geoogst kan worden. Daar zijn we nog niet en daar is meer tijd en inzet van de partijen voor nodig. Alleen dan heeft het Actieplan kans van slagen. Wordt vervolgd.
“Een woord van dank is op z’n plaats voor Arda Gerkens en alle betrokkenen voor de goede voorbereidingen van het debat en de keurige maatregelen om ons allen gezond te houden in deze COVID-19 tijd” aldus Johan Nooitgedagt.
Voor meer informatie
Kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt of Derk Jan Berends via het secretariaat van de Nederlandse Vissersbond (tel. 0527-698151 / mail. secretariaat@vissersbond.nl).