Afgelopen maandag diende de rechtszaak die leden van de Nederlandse Vissersbond tegen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben aangespannen vanwege het intrekken van hun pulsvergunning. Het vreemde van de zaak is dat de vissers en het Ministerie het inhoudelijk eens zijn over het feit dat het Europese verbod op de pulsvisserij onterecht is. Echter de vraag is of LNV terecht heeft gehandeld door de pulsvergunningen in te trekken. De vissers worden bijgestaan door Mr. Siebrand Maakal van Dommerholt advocaten uit Heerenveen.
Het pulsverbod
Het Europees Parlement heeft begin 2019 met grote meerderheid de Verordening Technische Maatregelen, inclusief het pulsverbod per 1 juli 2021, aangenomen. Het is vanaf 1 juli 2021 niet meer toegestaan om met de puls te vissen op platvis (tong) en garnalen.
De gevolgen
Het verbod treft de Nederlandse kotterbedrijven. Het vissen met de puls betekent voor deze visserij een hogere tongvangst met circa de helft van het gasolieverbruik ten opzichte van de traditionele boomkorvisserij met wekkerkettingen. Dit leidt tot een hoger rendement, zeker als de gasolieprijs hoog is. Kotterbedrijven zijn door het verbod gedwongen naar alternatieve vismethoden te zoeken.
Omdat de gasolieprijs door de wereldwijde pandemie relatief laag is, kan er nog wel met de wekkerkettingen op tong worden gevist. Echter de afslagprijzen staan onder druk omdat door COVID-19 de horeca al het hele jaar beperkt tong en andere (luxe) vissoorten afneemt. Als het rendement onder druk staat telt iedere cent. Gasolie vormt daarbij de grootste kostenpost, ook bij een lage prijs.
De roep om een alternatief tuig waarmee met fors minder gasolie kan worden gevist is groot. Het is echter niet eenvoudig om een vervanger van de puls te vinden ondanks de inspanningen van diverse visserijbedrijven, waaronder firma Jaczon/Vrolijk met hun Waterspray-project. De resultaten zijn weliswaar veelbelovend, maar de ontwikkeling neemt veel tijd in beslag en biedt op korte termijn geen soelaas voor de gedupeerde pulsvissers. Een investering in een nieuwe vismethode betekent bovendien dat er voldoende kapitaal moet zijn of worden aangetrokken om dat mogelijk te maken. Voor veel kotterbedrijven is dat momenteel geen haalbare kaart. Die zijn helemaal ingericht op de pulsvisserij en hebben daar forse investeringen in zitten. Anton Dekker van Jaczon/Vrolijk kreeg van de rechter de gelegenheid om een toelichting te geven op deze problematiek. “Het pulsverbod is de doodsteek voor de tongvisserij”, aldus Anton Dekker.
Het juridische traject
Minister Schouten is het niet eens met het pulsverbod en vecht het besluit van het Europees Parlement aan. Het besluit is namelijk gebaseerd op emotie en niet op wetenschappelijke inzichten. De minister heeft daarom bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep tot nietigverklaring aangetekend. Dat is uitzonderlijk, want nooit eerder is door een minister van LNV een dergelijke stap gezet. Dat verdient ook zeker respect. In de loop van 2021 wordt het arrest verwacht volgens de vertegenwoordigers van LNV tijdens de zitting afgelopen maandag. Dan moet blijken of de Europese Unie terecht heeft gehandeld inzake het pulsverbod. In het geval de uitspraak van het Hof gunstig is voor de pulsvissers, zal het nog wel een tijd duren voordat er weer met de puls gevist kan worden en in welke vorm is ook dan niet te voorspellen.
Het kan natuurlijk ook zijn dat de uitspraak is dat het pulsverbod overeind blijft. In beide gevallen is er sprake van forse sociaaleconomische schade voor de betrokken kotterbedrijven. Hoewel de vissers de minister dankbaar zijn voor haar steun in het ongedaan maken van het pulsverbod, neemt het de gevolgen ervan op korte termijn niet weg. De vraag is of de minister in haar recht staat door de pulsvergunningen in te trekken zoals ze dat heeft gedaan en doet terwijl ze aan de andere kant met de vissers tegen het EU-puls verbod strijdt? Zijn de financiële gevolgen voor de pulsvissers voldoende onderzocht voordat het besluit tot intrekking is genomen? Wat is de grondslag voor het nemen van dit besluit? Krijgen de vissers een compensatie voor de geleden schade? De vissers bij monde van hun advocaat Mr. Maakal eisen duidelijkheid van de minister en tegelijk waarderen ze haar inzet richting Brussel. Dat maakt het een vreemde rechtszaak.
Uitspraak
Naar verwachting volgt de uitspraak uiterlijk maandag 21 december 2020.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Durk van Tuinen of Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.