In 1861 verscheen bij uitgeverij Van Druten & Bleeker te Sneek (naast mijn geboorteplaats IJlst) een bijzonder boek waarin de zeevaart wereldwijd wordt beschreven, beginnende met het jaar 1900 voor Christus. Gedurende het tijdvak van de grote bloei van Egypte worden de oevers van de Rode Zee bewoond door vele volksstammen. Hun levensstijlen en eetgewoonten waren zo afwijkend van de grote Egyptische beschaving dat, bijgelovig als men was, deze stammen met afschuw werden bekeken. Ze legden zich met verve toe op de visserij. Met zelfgebouwde vlotten bevoeren ze behendig de Rode Zee. Later vestigden ze zich aan de kusten van Palestina, aan de oostelijke boorden van de Middellandse Zee. Hier werden ze Kanaänieten genoemd, wat zoveel betekent als kooplieden. Dichterbij komend op de machtige rode draad die de geschiedschrijving ons in dit boek voorschotelt, werd dit zeevolk door Grieken beschreven en benoemd als Feniciërs, naar de rode kleding die hun uiterlijk kenmerkte.
Ongekende strijdlust op zee
In een boeiende en goed gedocumenteerde stijl neemt het boek u mee door de gehele geschiedenis der zeevaart. De verschillende grotere zeemachten die in de latere eeuwen ontstonden en die naast hun economische belangen de oorlogen ter zee nergens uit de weg zijn gegaan, houden koers in dit boek en passeren glorieus (en in mindere kansrijke posities) de revue. Relativeert dit onze tijd?
De zee als verbinding
De eerste Nederlander wiens naam deze geschiedenis als zeevaarder vermeldt is een zekere Gannascus (48 na Chr.). Een rijk man die zich had voorgenomen zich op de onderdrukkers van zijn laagland gebied aan de Noordzee te wreken. Drie schepen, bemand met deze vroege Nederlanders, voeren binnen enkele jaren het gehele Britse hoofdeiland om. Zo waren het onze voorouders die met eigen ogen als eerste het geheel zagen van hoe de Anglo-Keltische stammen leefden aan de imposante Britse kustlijn. In ongeveer 430 bladzijden wordt beschreven hoe de kleinschalige zeevaart zich ontwikkelde tot een mondiale weg naar beschaving. De Middellandse Zee is hierbij de ontegenzeggelijke wieg der zeevaart. De zeeën hebben de wereld een gezicht gegeven door verbindingen en daaruit voortvloeiende verbondenheid tussen de volkeren. Mensen en zeeën, in voor- en tegenspoed met elkaar verbonden. Tientallen eeuwen van economische en militaire strijd en daaraan gelieerde scheepsrampen, oorlogen, veelsoortige faillissementen en ontij; de zee is altijd de voornaamste factor tussen bevolkte regio’s geweest. Ik citeer: “Tijdens de hevige en langdurige tweespalt der Hoekschen en Kabeljaauwschen zijn er herhaaldelijk door Nederlandsche vloten groote scheepsstrijden geleverd, in welke landgenooten, door partijschap gedreven, tegen elkander overstonden en met verbittering en woede elkander bevochten”.
De zee is de zee niet meer
In de eenentwintigste eeuw is de mens vrijwel de beheerser van de zeeën geworden. Natuurlijk zijn ook nu nog de problemen veelal groter dan de mens zelf kan bevatten: aardbevingen, tsunami’s, uitputting van bodemschatten, vervuilingen, industrialisatie van de zee, windmolenparken, ruimtegebrek, wereldwijde opwarming en de daardoor stijgende zeespiegel. Hierin weet de mens nu wat de oorzaak is, integendeel tot vroeger, toen de zee een onpeilbaar groot en angstaanjagend monster was.
Hoezo moeite met Brexit en windmolenparken
Dit boek geeft een prachtig geheel van de tientallen eeuwen dat de mens met de zeeën worstelde. Een boek dat de lezer inzicht geeft in hoe zijn geschiedenis is geweest. Dat Nederland daarin een voorname rol heeft gespeeld zal de lezer na het lezen van dit boek duidelijk zijn. Niet dat we de keus hebben, maar het geeft wel een indruk in welke tijdgeest we moeten denken wanneer Brexit, windmolens en natuurgebieden op zee ons belemmeren in het werk op zee. Voedsel van dichtbij, rijk aan voedingsstoffen en geen gesleep over de wereld.
Deze column van Johan K. Nooitgedagt (voorzitter van de Nederlandse Vissersbond) verscheen eerder in FishTrend.