De ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Medische Zorg schrijven in een brief aan de Tweede Kamer dat mensen via voedsel en drinkwater meer PFAS binnenkrijgen dan de geadviseerde grenswaarde die de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) hanteert. Ze baseren hun conclusie op twee rapporten van het RIVM. Acute gezondheidsproblemen zijn niet te verwachten maar wel op langere termijn en daarom is ingrijpen nodig. Het RIVM heeft voor vis (vis, schaal- en schelpdieren en visproducten) voorgesteld om de zogenaamde ‘biotanorm’ te verlagen met maar liefs een factor 126x (!). Het is dan niet zo vreemd dat in de praktijk vis fors meer PFAS bevat dan de nieuwe RIVM-biotanorm. De overschrijding in zoetwatervis is hoger dan zeevis uit de Noordzee en de Atlantische Oceaan. De Nederlandse Vissersbond pleit voor realisme als het gaat om het stellen van normen en het geven van advies aan consumenten.
Schadelijke stoffen
“Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) zijn chemische stoffen die door de mens zijn gemaakt.
Zij komen van nature niet in het milieu voor. Voorbeelden van PFAS zijn GenX, PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur) en PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten). PFAS kunnen een negatief effect hebben op milieu en gezondheid. PFAS hebben handige eigenschappen: ze zijn onder andere water-, vet- en vuilafstotend. Ze zitten in verschillende producten. Bijvoorbeeld in smeermiddelen, voedselverpakkingsmaterialen, blusschuim, anti-aanbaklagen van pannen, kleding, textiel en cosmetica. Ook worden ze gebruikt in verschillende industriële toepassingen en processen. Van een aantal PFAS is bekend dat ze ongewenste eigenschappen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten) en PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur). Ook over de ongewenste eigenschappen van GenX-stoffen is steeds meer informatie beschikbaar. Van deze stoffen is bekend dat ze:
- Niet of nauwelijks afbreken in het milieu (ze zijn persistent)
- Schadelijke effecten kunnen geven in mensen en het milieu (ze zijn toxisch)
- Zich gemakkelijk en snel verspreiden in het milieu (ze zijn mobiel) en/of
- Ophopen in het menselijk lichaam, in dieren en planten (ze zijn bioaccumulerend)” (bron: https://www.rivm.nl/pfas).
Minder PFAS is voedsel en drinkwater
Het RIVM adviseert de overheid daarom ervoor te zorgen dat mensen minder in contact komen met PFAS. Mensen kunnen zelf weinig doen om PFAS in voedsel en drinkwater te vermijden. Drinkwater en gevarieerde voeding zijn belangrijk om gezond te blijven, zelfs al krijg je er kleine hoeveelheden PFAS mee binnen. De EFSA heeft de gezondheidskundige grenswaarde van PFAS gesteld op 4,4 ng/kg lichaamsgewicht per week. Een consument van 80 kilogram mag dus per week maximaal 0,000 000 352 gram PFAS (stoffen) binnenkrijgen. Die PFAS-stoffen komen niet alleen via de voeding of het drinkwater zelf in het lichaam van consumenten terecht maar ook via verpakkingsmaterialen. De Nederlandse overheid gaat het gebruik van 4 van de 5 toegestane PFAS-stoffen verbieden door een aanpassing van de Warenwet. Uit onderzoek blijkt dat maar 1 PFAS veilig is voor de consument. In ieder geval wordt daarmee de PFAS-kraan dichtgedraaid. Het vervelende is dat schadelijke PFAS-stoffen zich al in het milieu, in planten en dieren en dus ook vis hebben opgestapeld. De NVWA onderzoekt de gehalten aan PFAS in voedingsmiddelen. Ook in andere lidstaten wordt soortgelijk onderzoek gedaan wat er uiteindelijk toe moet leiden dat op basis van dit monitoringsonderzoek er Maximale Limieten (normen) voor verschillende categorieën voedingsmiddelen worden vastgesteld. Het kan nog enige jaren duren voordat deze limieten worden vastgesteld volgens de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer. Aan de hand van deze Maximale Limieten kan de overheid de consument concrete adviezen geven over het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen om zo de blootstelling aan schadelijke PFAS-stoffen te verminderen.
Zie voor de actualiteit van dit onderwerp het vandaag gepubliceerde artikel van de NOS: “Nederland zet met vier andere landen eerste stap naar PFAS-verbod”.
126x strengere biotanorm vis
Op basis van de beschikbare gegevens adviseert het RIVM voor PFAS-stoffen een biotanorm voor vis van 77 ng/kg vis. Op dit moment geldt voor de PFOS, een van de PFAS-stoffen, op grond van de Kaderrichtlijn Water een biotanorm van 9.700 ng/kg vis. Dat betekent dat voor vis, schaal- en schelpdieren en visproducten de biotanorm voor de stof PFOS maar liefs 126x (9.700/77) strenger wordt.
Zorgelijke ontwikkeling voor de vissector
Het voorstel van het RIVM om de biotanorm voor vis te verzwaren is uitermate zorgelijk voor de visserijsector en de gehele visketen. Het is niet zo lang geleden dat de Nederlandse Vissersbond zich zorgen maakten over het 14x verzwaren van de normen voor dioxine in wolhandkrab. Het Ministerie van VWS liet aan de Nederlandse Vissersbond weten dat de gevraagde second opinion niet nodig was en verwees alle bezwaren van de visserij naar de prullenbak. De verzwaring van de PFAS-biotanorm lijkt voor de vis een overtreffende trap te gaan worden voor de visketen. Het is een goede zaak dat de Nederlandse overheid zich blijft inzetten om de hoeveelheid PFAS in het milieu te verminderen en daarmee de figuurlijke PFAS-kraan dicht te draaien. Het is zeker ook belangrijk dat de consument over gezonde en veilige voeding en dus ook vis, schaal- en schelpdieren kan beschikken. De Nederlandse Vissersbond pleit voor realisme als het gaat om het stellen van normen en het geven van advies aan consumenten.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.