De internationale visserijwetenschappers van ICES (International Council for Exploration of the Seas) hebben de Europese Commissie geadviseerd om vanaf volgend jaar geen Europese aal meer te vangen. Het gaat in het ICES-advies voor 2022 niet alleen om de beroepsvisserij op aal maar ook om sportvisserij op aal, het vangen van glasaal voor uitzet in andere wateren en kwekerijen. Het advies is geen verrassing. Sinds 2003 adviseert ICES al om de niet-natuurlijke sterfte van aal zo laag mogelijk (close to zero) te houden. De 0-vangst staat niet op zichzelf want ook de andere, niet-natuurlijke, sterfte als gevolg van menselijk handelen, moet worden geminimaliseerd volgens de wetenschappers. De nationale beheerplannen van de Europese lidstaten moeten daarvoor zorgen. Maar de focus daarin is vooral het beperken van de visserij en minder op het verbeteren van de migratiemogelijkheden en dat van de leefomgeving van aal. Ieder jaar weer leidt het ICES-advies tot onrust onder vissers, palinghandel, horeca en maatschappelijke organisaties.
Europees en nationaal aal beheer
In de Europese aal verordening van de Europese Visserijraad staat beschreven hoe de lidstaten maatregelen kunnen treffen om het aalbestand te beschermen. In Nederland hebben wij daarvoor het Nationale Aalbeheerplan dat sinds 2009 van kracht is. Het plan wordt iedere 3 jaar geëvalueerd door de lidstaat Nederland en de resultaten daarvan worden aangeboden aan de Europese Commissie. Dat behoren ook de andere lidstaten te doen. Indien nodig kan dat leiden tot aanscherping van de Verordening en de nationale beheerplannen. Het ICES-advies zal daar dan ook een rol in kunnen spelen. De Nederlandse aal vissers mogen van 1 september tot 1 december niet op aal vissen. Het doel van deze maatregel is om zoveel mogelijk schieralen de kans te geven om naar zee te trekken voor de jaarlijkse paaitrek naar de Sargassozee (Atlantische oceaan). De doelstelling is om maar liefst 40% van de schieralen uit te laten trekken, die er zouden zijn zonder menselijk handelen. Dat leidt al jaren tot hevige discussies tussen de betrokken partijen. De leefomgeving voor de aal is de afgelopen honderd jaar sterk veranderd waardoor het maar de vraag is of de aalstand die er ooit was nog realiseerbaar is.
Verbeteren van migratiemogelijkheden en leefgebied hard nodig
Uit de publicatie Power tot the Paling van de Stichting Ravon, blijkt dat het slecht gesteld is met de bereikbaarheid van het (potentiële) leefgebied voor aal in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van leefgebied bereikbaar is voor de aal, de rest dus niet. De gemiddelde vispassage, om kunstwerken als stuwen te kunnen passeren, werkt zo slecht dat 75% van de alen er niet langs kunnen. Veel jonge (glas-)alen kunnen dus niet naar hun opgroeigebieden in de poldersloten trekken waardoor ze niet tot volle wasdom kunnen komen en sterven. Maar ook de uittrekmogelijkheden voor volwassen (schier-)alen zijn beperkt door allerlei obstakels. Vissers helpen de aal een handje door schieralen over de dijk te zetten. De waterschappen in Nederland zijn verantwoordelijk voor het verbeteren van de migratiemogelijkheden. Uit de RAVON-publicatie blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de waterschappen als het gaat om het nemen van hun verantwoordelijkheid voor aal. Het waterschap Zuiderzeeland scoort in 2021 het beste. Naast migratie zijn er ook zorgen over het leefgebied, als dat kan worden bereikt, van de aal. Steeds vaker verschijnen er berichten over vervuilende stoffen in het water en de bodem. Die stoffen als PFAS en dioxinen vormen een bedreiging voor de volksgezondheid maar ook voor de aal zelf. Er is nog veel werk aan de winkel.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.