Het komt regelmatig voor dat tijdens een visreis gebruik wordt gemaakt van verschillende maaswijdten. Dat mag mits daar op de juiste wijze via het elektronisch logboek melding van wordt gemaakt aan de autoriteiten (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; RVO). Het is dan niet nodig om eerst de visreis af te breken en naar binnen te stomen. In het verleden stonden de technische maatregelen niet toe om bepaalde maaswijdte combinaties te gebruiken tijdens een visreis. Een maaswijdtewissel betekende toen dat het vissersvaartuig eerst de visreis moest afbreken door een haven aan te doen.
Voorwaarden gebruik vistuigen, maaswijdten en registratie
In de technische maatregelen verordening (EU) 2019/1241 staan onder andere in bijlage V (Noordzee IVa-c) en bijlage VI (Noordwestelijke wateren o.a. Oostelijk Kanaal VIId en Westelijk Kanaal VIIe) de voorwaarden voor het gebruik van vistuigen en maaswijdten. Daarnaast zijn vissersvaartuigen gehouden aan de voorwaarden die voortvloeien uit de Aanlandplicht en de registratieverplichtingen die volgen uit de Uitvoeringsverordening (EU) 404/2011, bijlage XII. In de VK-wateren gelden weer specifieke voorwaarden voor het gebruik van vistuigen en maaswijdten. Over de technische maatregelen in de VK-wateren informeren wij de leden doorlopend via het Weekjournaal of directe berichten. In de VK-wateren gelden weer specifieke voorwaarden voor het gebruik van vistuigen en maaswijdten. Over de technische maatregelen in de VK-wateren informeren wij de leden doorlopend via het Weekjournaal of directe berichten.
Melden aan de RVO
Als een vissersvaartuig tijdens een visreis van maaswijdte wisselt dan dient de schipper beide maaswijdten in zijn elektronisch logboek in het DEP (vertrek uit haven) bericht op te nemen. Voorafgaand aan de wissel wordt een FAR -bericht gestuurd aan de RVO waarin de laatst gerealiseerde vangst is opgenomen met het vistuig en de gebruikte maaswijdte. Het tweede, in het eerder verzonden DEP bericht vermelde vistuig kan hierna worden gebruikt. In het eerstvolgende FAR-bericht vermeldt de schipper dan het nieuwe vistuig met maaswijdte. Als het in gebruik te nemen tweede vistuig NIET is vermeld in het oorspronkelijke DEP bericht, dan moet voorafgaand aan de wissel ook een correctie op het DEP bericht worden gedaan. In het DEP-bericht moet het tweede vistuig met maaswijdte aanvullend op het eerdere bericht worden vermeld omdat anders geen FAR bericht voor deze vistuig-maaswijdtecombinatie kan worden verzonden.
Voorbeeld: Een kotter vertrekt uit Boulogne om te gaan flyshoot-vissen in de Britse wateren in het Westelijk Kanaal (ICES-gebied VIIe) op ongequoteerde vissoorten, om later in de EU-wateren in het Oostelijk Kanaal (ICES-gebied VIId) zijn visreis vervolgen. In het DEP-bericht staat dat hij met flyshoot (SSC) 100 mm en (SSC) 80 mm gaat vissen. Na twee etmalen vissen staakt hij de visserij in VIIe met maaswijdte 100 mm en stuurt een FAR-bericht met de opgave van vangsten die na beëindiging van visserijactiviteiten met het tot dat moment gebruikte vistuig en maaswijdte aan boord zijn.
Vervolgens stoomt hij naar het Oostelijk Kanaal (VIId) voor de visserij met SSC 80 mm. Na verzending van het bovengenoemde FAR bericht kan de tuigwissel plaatsvinden. Vanaf het eerstvolgende FAR bericht dat wordt verzonden nadat de tuigwissel heeft plaatsgevonden, verstuurt de schipper aan de RVO FAR-berichten met daarin het gewijzigde vistuig (SSC 80 mm).
Voor meer informatie
Contact opnemen met het Team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid en vragen naar Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.