Er is veel gaande in de visserijsector en dat betekent ook een overvolle agenda van de Noordzeeadviesraad. Woensdag 23 februari vond er een buitengewone algemene ledenvergadering plaats, een demersale werkgroep en een aanlandplicht focusgroep. Durk van Tuinen nam deel aan het drietal vergaderingen namens de Nederlandse Vissersbond en PO Delta Zuid.
Relatie met Noorwegen
De Nederlandse kottersector gaf een toelichting op het door Noorwegen afgekondigde boomkorverbod in Noorse wateren. Aanwezige visserijvertegenwoordigers waren het er allemaal over eens dat de rechtlijnige werkwijze van de Noren grote gevolgen heeft voor de visserijsector. Er werd in de vergadering ingebracht dat men verwacht dat er sprake zal zijn van verplaatsing van de Nederlandse en Belgische boomkorvloot naar andere wateren, met name de Noordzee. Daarmee heeft de Noorse aanpak effect op de EU-wateren. Voorzitter van de NSAC demersale werkgroep Peter Ollsen stelde vast dat vanuit de NSAC een brief wordt voorbereid en dat gepoogd wordt om in gesprek met de Noren te komen. Vanuit de Nederlandse Vissersbond zal Durk van Tuinen een bijdrage leveren aan dit proces.
Terugkoppeling vanuit Scheveningengroep
Vanuit de overheden van de EU Noordzee lidstaten wordt er hard gewerkt om tot een pilot te komen voor cameratoezicht aan boord van vissersvaartuigen. Vanuit de European Fisheries Control Agency (EFCA) werd genoemd dat de lidstaten, ook het ministerie van LNV voor de Nederlandse inbreng, momenteel actief zoekt naar (vrijwillige) deelname van vissersvaartuigen voor een pilot cameratoezicht. In Nederland hebben we ervaren dat het ministerie van LNV rechtstreeks visserijondernemers daarvoor benaderd. De lidstaten hebben tot eind maart 2022 om de deelnemende vissersvaartuigen door te geven aan de Scheveningen groep. De vertegenwoordiger van EFCA benoemde dat in alle lidstaten moeilijkheden worden ondervonden om deelnemers te vinden.
Windenergie pas na 2030 ecologische bedreiging
Voorzitter Ollsen deed een nadrukkelijke oproep om informatie te verzamelen van waarneembare effecten van windmolenparken in de Noordzee. Alles wijst erop dat overheden na de realisatie van de gemaakte plannen na 2030 gewoon door willen gaan met de bouw van grootschalige windmolenparken in de Noordzee. De visserijsector heeft vanaf het eerste uur haar bezwaren daarop kenbaar gemaakt. In Nederland is dit naast de vele inspraakrondes ook in het Noordzeeakkoord proces wat nog steeds loopt. De visserijsector werd vorige week toch enigszins verbaasd door het standpunt van Stichting De Noordzee, wel een partij die het Noordzeeakkoord heeft ondergeschreven. Stichting De Noordzee vreest een botsing tussen natuur en klimaat na 2030 door de bouw van grootschalige windmolenparken op zee (link toevoegen: https://www.noordzee.nl/voorkom-een-botsing-tussen-natuur-en-klimaat-in-de-noordzee/). Tijdens de vergadering van de Noordzeeadviesraad vroeg Durk van Tuinen aan Stichting De Noordzee waarom dit pas na 2030 zou kunnen plaatsvinden? De visserijsector benadrukt vanaf het eerste uur de (ecologische) gevaren en nu lijken NGO’s zich langzaam ook naar dat standpunt toe te bewegen. Opgemerkt dient te worden dat het Noordzeeakkoord, toevallig of niet, tot 2030 loopt.
Uitzonderingen op de aanlandplicht
Frequent bespreken we als Nederlandse visserijsector de benodigde uitzonderingen op de aanlandplicht voor de kottervisserij. In de aanlandplicht focusgroep van de Noordzeeadviesraad worden de uitzonderingen tussen de EU-lidstaten met een visserijbelang in de Noordzee besproken. Binnen de focusgroep werd al snel overeenstemming gevonden over het ondersteunen van de huidige uitzonderingen voor het jaar 2023. Deze overeenstemming zal worden verwerkt tot een advies van de Noordzeeadviesraad aan de Europese Commissie.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Durk van Tuinen via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.