In samenwerking met Chileense, Britse en Franse biologen onderzochten onderzoekers van de Radboud University Nijmegen welke factoren van invloed zijn op de zuurstoftolerantie van vissen. Zij kwamen erachter dat in warm water grote vissen met grote lichaamscellen sneller een gebrek aan zuurstof hebben dan kleine vissen met kleine lichaamscellen. In koud water is dit juist andersom. Verder concludeerden de onderzoekers dat zoutwatervissen gevoeliger zijn voor lage zuurstofwaardes in het water dan zoetwatervissen.
Uitdaging voor vissen
Vissen hebben voldoende zuurstof nodig om te kunnen bewegen, te jagen, te groeien en zich voort te planten. Echter kan het juist voor vissen een uitdaging zijn om de nodige zuurstof binnen te krijgen, omdat water minder zuurstof kan bevatten dan lucht en zuurstof in water veel minder snel wordt opgenomen. In warm water wordt deze uitdaging alleen maar groter, omdat warm water minder zuurstof kan bevatten terwijl vissen in warm water juist meer energie gebruiken en dus meer zuurstof nodig hebben. Ditzelfde geldt voor zoutwater in vergelijking met zoetwater; er kan minder zuurstof oplossen in zoutwater dan in zoetwater.
Analyse
In het onderzoek is in totaal van 195 vissen de zuurstoftolerantie bepaald. De onderzoekers zagen dat kraakbeenvissen, bijvoorbeeld haaien en roggen, door hun lage zuurstoftolerantie het meest gevoelig zijn voor zuurstofgebrek. Vissen als de karper, voorn, guppy of zebravis behoren tot de groep met de hoogste zuurstoftolerantie en kunnen zelfs bij lage zuurstofwaardes goed overleven.
Zoetwatervissen zijn toleranter
De analyse wees uit dat zoetwatervissen toleranter zijn voor lage zuurstofwaardes dan zoutwatervissen. De verklaring hiervoor is volgens de onderzoekers dat zoetwatervissen te maken hebben met plotselinge veranderingen in hun omgeving. De temperatuur en daarmee de zuurstofwaardes in bijvoorbeeld meren, sloten en plassen kunnen flink fluctueren en zoetwatervissen hebben zich hierop aangepast. Zoutwatervissen leven vaak in grote waterlichamen die minder onderhevig zijn aan plotselinge veranderingen. Ook kunnen zoutwatervissen eenvoudiger wegtrekken uit gebieden waar de leefomstandigheden minder geschikt zijn.
Groot vs. klein
Ook zagen de biologen dat kleine vissen met kleine lichaamscellen in warm water beter tegen lage zuurstofwaardes kunnen dan grote vissen met grote lichaamscellen. Als de temperatuur toeneemt, kunnen vissen makkelijker zuurstof opnemen, maar verbruiken ze ook meer zuurstof. Bij kleine vissen is het effect op verhoogde zuurstofopname groter dan op het verhoogde verbruik, waardoor ze in warm water beter tegen lage zuurstofwaardes kunnen dan in koud water. Bij grote vissen ligt dit precies andersom.
Opwarming
De onderzoekers stellen dat klimaatverandering zorgt voor verschuivingen in watertemperatuur en zuurstofwaardes op wereldwijde schaal. De resultaten uit dit onderzoek kunnen worden gebruikt om te voorspellen hoe verschillende vissoorten zullen reageren op deze veranderingen en wat het effect is op de visbestanden. Naar verwachting heeft de opwarming van de aarde een grote impact op hoe vissoorten zich zullen verspreiden en voortplanten.
Het gehele onderzoeksrapport (in het Engels) is te vinden via deze link.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Amerik Schuitemaker via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.