Vissers mogen niet op aal vissen in de maanden september, oktober en november. Dat blijft zo laat staatssecretaris Dijksma in een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer weten. Het aalvisverbod in deze maanden van het Nationale beheerplan blijft onverminderd van kracht omdat het onderzoeksrapport van IMARES laat zien dat temperatuur geen goede voorspeller is van de uittrek van schieraal. Er spelen meerdere factoren een rol. Aanleiding was de motie van Kamerlid Graus waarin de staatssecretaris verzocht wordt om het aalvisverbod niet eerder in te laten gaan dan 1 oktober 2015 omdat er wegens de lage temperaturen aan het begin van het aalseizoen nauwelijks gevist kon worden. Ook het verzoek van IJsselmeervissers om een dag langer te kunnen vissen is afgewezen.
kamerbrief-over-flexibiliteit-in-het-aalbeheerplan
Motie Gaus
Op 1 juli 2015 brengt kamerlid Gaus (PVV) een motie in waarin hij aangeeft dat de Nederlandse aalvissers bovenmatig worden belast met het aalverbod ten opzichte van buitenlandse vissers en dat vooral de lage temperatuur aan het begin van het seizoen aanleiding zijn om te pleiten voor het later in te laten gaan van het verbod.
Motie_van_het_lid_Graus_c.s._over_het_aalvangstverbod_niet_eerder_dan_1_oktober_2015_laten_ingaan
Onderzoek IMARES
In het Nederlands Aalbeheerplan is een visverbod op aal ingesteld in de maanden september, oktober en november. Dit omdat gedurende deze periode de meeste schieraal uittrekt in Nederland. Vanuit de visserijsector bestaat behoefte aan meer flexibiliteit in het aalbeheerplan om te kunnen inspelen op eventuele veranderende omstandigheden, zoals de veranderende watertemperatuur, welke mogelijk van invloed zouden kunnen zijn op de migratie van schieraal. Aan IMARES is gevraagd of de periode van uittrek van schieraal in Nederland varieert en of deze afhankelijk is van potentiële verandering in watertemperatuur.
Eindconclusies:
1) Timing van de daadwerkelijke schieraaluittrek kan niet worden voorspeld aan de hand van watertemperatuur in voorjaar of zomer. Andere factoren dan watertemperatuur zijn van belang voor de daadwerkelijke schieraaluittrek.
2) Timing van schieraaluittrek vertoont binnen een jaar grote variatie tussen gebieden, waardoor een eventuele flexibele gesloten periode niet voor heel Nederland kan worden vastgesteld.
3) Timing van schieraaluittrek vertoont tussen jaren in een gebied minder variatie dan tussen gebieden binnen een jaar.
4) De gesloten periode van september tot november omvat veel van de spatiele en temporele variatie zodat, ondanks deze variatie, het gros van de schieraal tijdens de uittrek vrij is van visserijsterfte.
De analyses van de beide datasets en geraadpleegde literatuur laten zien dat de timing van de migratie van schieraal veel sterker gerelateerd is aan omgevingsparameters die schieraal aanzetten tot de start van hun migratie, dan door factoren die de timing bepalen wanneer rode aal zich transformeert tot schieraal. Hierdoor lijkt de timing niet op langere termijn voorafgaand aan het migratieseizoen te bepalen.
variatie-in-de-uittrek-van-schieraal
Geen dag meer!
Op verzoek van de leden heeft PO IJsselmeer (Nederlandse Vissersbond) het ministerie van Economische Zaken (EZ) verzocht om tot en met 31 augustus 2015 te kunnen doorvissen en dan de aalvistuigen op 1 september aan de wal te brengen. Op die manier kunnen vissers optimaal gebruik maken van het seizoen. Het seizoen is al laat op gang gekomen en ook hebben de vissers geleden onder storm waardoor de visserij enkele dage stillag en schade aan de tuigen heeft plaatsgevonden. Desondanks heeft EZ dit verzoek afgewezen en houdt vast aan de eis dat alle aalvistuigen op 31 augustus 2015 uit het water zijn. Kortom er mag geen dag meer worden gevist. In de praktijk betekent dit dat vissers al enkele dagen voor 1 september hun tuigen moeten binnenhalen om geen boete te riskeren.