In Brussel vond vorige week een workshop over het beheer van roggen plaats, gezamenlijk georganiseerd door de North Sea Advisory Council (NSAC) en de North Western Waters Advisory Council (NWWAC). De workshop werd gehouden naar aanleiding van de conclusies die de Scientific, Technical and Economic Committee for Fisheries (STECF) in haar onderzoeksrapport over roggenbeheer heeft getrokken.
Groeps-TAC
Eén van de onderwerpen die tijdens de workshop werd besproken, is de groeps-TAC van roggen. Hoewel er jaarlijks voor iedere roggensoort apart een bestandsschatting en vangstadvies wordt uitgegeven, zijn de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catch, TAC) voor roggen tot op heden gegroepeerd in één groeps-TAC. STECF concludeert dat groeps-TAC’s over het algemeen niet optimaal zijn voor het beheer van roggen. Een individuele TAC (per roggensoort) is weliswaar een geschiktere beheersmaatregel, maar in de praktijk kan dit voor grote problemen zorgen. Het kan bijvoorbeeld leiden tot zogenoemde ‘choke species’ onder de huidige aanlandplicht. Ook bestaat het risico dat de individuele TAC’s verkeerd worden toegewezen, omdat het lastig is om verschillende roggensoorten van elkaar te onderscheiden en er zo fouten kunnen worden gemaakt in de vangstregistratie. Juist deze vangstregistratie is belangrijk voor het bepalen van de TAC’s.
Alternatief onzeker
Iedere vissoort wordt voor de bestandsbeoordeling ingedeeld in een categorie op basis van de hoeveelheid data en kennis die beschikbaar is over de betreffende soort. Over een soort in categorie 1 is het meest bekend; over een soort in categorie 6 het minst. Zo bevindt bijvoorbeeld stekelrog en gevlekte rog in de Noordzee zich in categorie 3 en kleinoogrog in categorie 5. STECF heeft onderzocht of een TAC-indeling op basis van categorie, waarbij een categorie 3-groep en een categorie 5-6-groep wordt gevormd, op dit moment een goed alternatief is voor de groeps-TAC. Deze herindeling zou mogelijk een goede tussenstap zijn richting individuele TAC’s. STECF concludeerde echter dat er bij het inrichten van deze tussenstap nog teveel onzekerheden zijn en daarom dit alternatief niet aanbevelen op dit moment.
Vanaf 2025 meer kans
Komende jaren staan er voor een aantal roggensoorten in de Noordzee zogenoemde benchmarkbeoordelingen gepland. Dit houdt in dat onderzoekers de beschikbare data en de bestandsbeoordeling opnieuw onder de loep nemen en nieuwe data en kennis toevoegen aan de beoordeling. Hierdoor kan een bestandsschatting beter worden uitgevoerd. STECF adviseert om deze nieuwe kennis te gebruiken om alternatieven voor de groeps-TAC te overwegen. Dit zou volgens STECF voor de TAC’s van 2025 mogelijk moeten zijn.
Visie Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid
De Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid volgt de ontwikkelingen met betrekking tot roggenonderzoek en het vinden van alternatieven van de groeps-TAC voor roggen op de voet. Dit doen we onder andere door actief betrokken te zijn in de focusgroep ‘Skates & rays’ van de NSAC/NWWAC. Ook nemen we als visserijsector deel aan de verschillende onderzoeken die bijvoorbeeld Wageningen Marine Research (WMR) doet naar de overleving en verspreiding van roggen in de Noordzee. Voor de Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid is het vooral belangrijk dat er bij beleidsvorming wordt gekeken of het in de visserijpraktijk uitvoerbaar is. Specifiek voor rog betekent dit dat alternatieven voor de groeps-TAC niet alleen ten goede komen aan het bestandsbeheer, maar ook voor voldoende visserijmogelijkheden voor onze vissers blijven zorgen.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Amerik Schuitemaker.