In Brussel is na 5 jaar werk en onderhandelen een akkoord bereikt tussen onderhandelaars van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie over de herziene controleverordening dat onderdeel is van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Binnen de herziening gaat het met name over het toezicht op visserijactiviteiten en de traceerbaarheid van visproducten. Ondanks al het protest vanuit de visserijsector, zal cameratoezicht aan boord van vissersschepen nu toch verplicht gaan worden voor bepaalde visserijen. Het akkoord, de eindversie van de herziening van de controleverordening, komt op korte termijn als hamerstuk op de agenda van het Europees Parlement en de Raad.
Meer controle door moderne technieken
Nieuwe technologieën, zoals camera’s aan boord, en verbeteringen in de traceerbaarheid moeten volgens de EU zorgen voor betere naleving en betere consumentenbescherming. EU-vissersvaartuigen van 18 meter lengte of meer die een hoog risico op niet-naleving kunnen vormen, zullen systemen voor elektronisch toezicht op afstand (REM) aan boord moeten hebben, waaronder gesloten televisiecircuits (CCTV), om de naleving van de aanlandingsverplichting te garanderen. Deze instrumenten worden gebruikt om ervoor te zorgen dat ongewenste vangsten aan land worden gebracht. Welke vissersvaartuigen worden gekenmerkt als “hoog risico” is nog niet gedefinieerd maar de koppeling met de aanlandplicht wordt daarin wel gelegd. “Eerst een onwerkbare aanlandplicht geforceerd invoeren en kort daarna camera’s aan boord verplichten. De EU staat ver af van de visserijpraktijk en lijkt daar ook geen oog voor te hebben” aldus Durk van Tuinen van de Nederlandse Vissersbond.
Volgens de herziene regels zullen de EU-landen systemen moeten invoeren om de positie en bewegingen van alle EU-vissersvaartuigen te volgen, ook die van minder dan 12 meter. Lidstaten kunnen echter onder beperkte en gerechtvaardigde omstandigheden tot 2030 kleinschalige vaartuigen vrijstellen van de volgplicht.
Verplichte bewakingsapparatuur voor motorvermogen
Voor bepaalde vaartuigen zal er ook een verplichte introductie komen van bewakingsapparatuur voor het motorvermogen. Vissersvaartuigen met meer dan een bepaald motorvermogen en een risico op niet-naleving kunnen vormen, moeten worden uitgerust met apparaten die het motorvermogen meten.
Traceerbaarheid
Een ander onderdeel van het akkoord is dat verwerkte visproducten terug te traceren moeten zijn naar vissers en vangst. Een pakje scholfilet in de supermarkt moet vermelden welke visser welk deel heeft gevangen.
Tolerantiemarge
De onderhandelaars kwamen overeen dat de tolerantiemarge – het verschil tussen de schatting van de gevangen vis en het resultaat van de weging in de aanvoerhaven – 10% per soort mag bedragen. Er geldt een tolerantiemarge van 20% voor alle andere soorten aan boord die niet zwaarder zijn dan 100 kg. Voor kleine pelagische visserij, industriële visserij en tropische tonijn zal de tolerantiemarge 10% van de totale geregistreerde hoeveelheid bedragen, onder strikte controlevoorwaarden. Kleinschalige vissers krijgen een tolerantiemarge van 20%, omdat het moeilijker is om de omvang van kleine vangsten in te schatten.
Herziening van het sanctiesysteem
Er zullen minimumniveaus van administratieve financiële sancties worden vastgesteld voor ernstige inbreuken op het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB), als alternatief voor strafrechtelijke sancties. Op EU-niveau zal overeenstemming worden bereikt over een lijst met gemeenschappelijke criteria voor een aantal van de vermelde ernstige inbreuken.
Hamerstuk
Europarlementslid Bert-Jan Ruissen (SGP) was een van de onderhandelaars. Hij is tegen het akkoord. Het is vrij zeldzaam dat de Europese Commissie, de Raad en Europees Parlement zo lang onderhandelen over een voorstel. De lange termijn komt mede door de vele details in het voorstel.
Ruissen: “De hele regeling is gestoeld op een diep wantrouwen tegen vissers. Beter zou zijn als Brussel eerst de eigen verplichtingen tegen het licht had gehouden: sommige zaken zijn nu eenmaal onwerkbaar.” Van Tuinen noemt “komende tijd zal er veel worden gediscussieerd over de implementatie van cameratoezicht. Is er een goed werkend systeem? Voor welke visserijen wordt het verplicht (hoog risico)? Hoe worden de kosten gedragen? Je zou denken dat een akkoord helderheid biedt maar dat is hier zeker niet het geval.”
Het zogeheten triloog-akkoord komt later als hamerstuk op de agenda van het Europees Parlement en de Raad. Het politieke akkoord wordt dan officieel bekrachtigd door de Raad en het Parlement. Wat betreft de inwerkingtreding van de nieuwe regels, zal het voor sommige ervan, zoals de CCTV of bewakingsapparatuur voor het motorvermogen, over 4 jaar verplicht worden.
Klik hier voor het persbericht van de Europese visserij koepelorganisatie Europeche over de herziening van de controleverordening.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Durk van Tuinen.