Kunnen windparken geschikte leefgebieden vormen voor diersoorten uit Noordzee? In windpark Borssele 1&2 zijn in 2020 kunstmatige riffen geïntroduceerd. De betonnen buizen bieden een hardsubstraat en zijn groot genoeg om als schuilplaats te dienen voor vissen, zoals de Atlantische kabeljauw. Wageningen University & Research (WUR) heeft onderzoek gedaan.
Gezenderde kabeljauwen
De WUR heeft samen met Ørsted een monitoringsprogramma uitgevoerd rondom de kunstmatige riffen. In windpark Borsele 1&2 zijn vier van deze riffen geplaatst, twee op een laag stenen en twee op de zandbodem. Rond de riffen werden zestien ontvangers geïnstalleerd. Daarmee konden de bewegingen van gezenderde kabeljauwen gevolgd en in kaart gebracht worden. Meer dan 60 kabeljauwen werden rondom de riffen gevangen en voorzien van akoestische zenders.
De riffen vallen in de smaak
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste vissen veel tijd door brachten rondom de riffen. De betonnen buizen waren vooral populair. Vanwege de grote openingen, kunnen de vissen zich goed verstoppen in en rondom de buizen. Beter dan rondom de stenen die de monopalen tegen erosie moeten beschermen. De kabeljauwen vertoonden geen specifieke voorkeur voor een rif op de stenen of in het zand.
Natuurinclusief bouwen in windparken
De bouw van windmolenparken kan negatieve gevolgen hebben voor het zeeleven. Zo zorgt bijvoorbeeld het heien voor de fundering voor geluidsoverlast onderwater. Benoît Bergès, hoofdonderzoeker en marien wetenschapper bij Wageningen Marine Research, ziet een mogelijkheid dat windparken ook positief kunnen bijdragen aan het Noordzee leven, door natuurinclusief te bouwen. Door bijvoorbeeld kunstmatige riffen kunnen er geschikte leefgebieden gecreëerd worden voor een deel van de diersoorten die in Noordzee thuis zijn. “Ik kijk er echt naar uit om de beschikbaarheid van voedsel, en het energieverbruik van vissen rond kunstmatige riffen verder te onderzoeken, en om te bepalen of deze rifstructuren ook daadwerkelijk leiden tot een verhoogde productie van vissen die uiteindelijk ten goede komen aan de vispopulatie.” aldus Bergès.
Johan K. Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond, is hoopvol. “Zou mooi zijn wanneer het allemaal tot forse verbeteringen van de visstand voor kabeljauw op de Noordzee gaat leiden. Ik zou mij voor kunnen stellen dat de beroepsvissers daar zeer benieuwd naar zijn en dat de kabeljauw géén reden heeft om nog verder naar het Noorden te trekken”.
BRON: Nature Today
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt