Het kabinet vindt dat aanpassingen in het voedselsysteem nodig zijn om ook op de lange termijn voldoende, duurzaam en gezond voedsel te kunnen garanderen, zowel in Nederland als in de wereld. Dit werd eind oktober kenbaar gemaakt. Het kabinet wil daarom naar een integraal voedselbeleid waarin volksgezondheid, ecologische houdbaarheid en veiligheid centraal staan. Het bedrijfsleven, consumenten en maatschappelijke organisaties hebben een verantwoordelijkheid om ook vorm te geven aan deze maatschappelijke voedselagenda.
Duurzame voedselproductie
Het kabinet onderschrijft dat de huidige voedselproductie en –consumptie op lange termijn niet ecologisch houdbaar is. Nederland kan voorop lopen in de vraag naar duurzaam geproduceerd voedsel.
Staatssecretaris Dijksma: ‘Nederland is met vernieuwende voedselproductie toonaangevend in de wereld. Als we vanuit gezondheid en duurzaamheid formuleren wat voor voedsel we op ons bord willen hebben, dan is onze agrosector in staat dat te leveren.’
Daarbij past bijvoorbeeld een verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en verantwoorde veehouderij met zo min mogelijk gebruik van antibiotica. Het kabinet zet ook in op alternatieve eiwitten, zoals peulvruchten, wieren, insecten en kweekvlees. Om de keuze voor een duurzaam product makkelijker te maken wordt er orde gebracht in het oerwoud aan keurmerken. Voedselverspilling moet verder worden terug gedrongen en het kabinet wil dat de consument meer inzicht krijgt in de werkelijke kosten van een product, inclusief kosten voor natuur en milieu.
Voor de visserij heeft dit een enorme impact als het gaat om de aanlandplicht. Maar daar blijft het niet bij. Er is een bredere definitie van duurzaamheid vanuit de overheid. Daarin betekent duurzaam voedsel een productie en consumptie met respect voor mens, dier en milieu. Het gaat bij duurzaam dus niet alleen over milieu en klimaat zoals in de eerste definitie, maar ook over andere voedselkwaliteitsaspecten zoals:
- Dierenwelzijn
- Natuurbehoud
- Milieu en klimaat
- Eerlijke handel (fair trade).
Duurzame Nederlandse visserij
De Nederlandse visserij is druk bezig te verduurzamen. In de laatste jaren is het brandstofverbruik gehalveerd (48%) van de sleepnetvisserij op tong en schol door de transitie van de boomkor met wekkerkettingen naar de pulsvisserij. Een enorme prestatie waar door velen hard aan is gewerkt. Maar ook de visbestanden waar de Nederlandse vloot op vist staan er bijzonder goed voor. Dat geldt niet alleen voor de rondvisbestanden zoals haring, maar ook voor de platvisbestanden zoals tong en schol. Internationaal onderzoek door ICES (International Council for Exploration of the Seas) laat zien dat er historisch gezien nog nooit zoveel schol in de Noordzee heeft gezwommen. De visserijdruk is de afgelopen decennia meer dan gehalveerd wat ertoe heeft geleid dat de visbestanden sterk konden groeien. Tong, schol en haring in de Noordzee worden beheerd onder het regime van het Maximum Sustainable Yield (MSY) wat wil zeggen dat alleen de jaarlijkse aanwas, de rente, mag worden geoogst. Deze soorten hebben dan ook het MSC (Marine Stewardship Counsil) certificaat gekregen. Kortom: de consument kan met gerust hart vis uit de Noordzee eten; duurzaam, gezond en vooral lekker!!!