Op de Waddenzee heeft klimaatsverandering grote gevolgen. De visstand in de Waddenzee is de afgelopen vijftig jaar flink achteruitgegaan. Van schol tot tong en van paling tot harder is het aantal vissen in de zee nog maar een fractie van wat het in de jaren zestig was. De Leeuwarder Courant (LC) publiceerde dinsdag 1 december 2015 een artikel over “platvis ontvlucht warm wad”.
Hoge watertemperatuur
Wouter van der Heij van de Waddenvereniging legt uit wat de gevolgen zijn. Hij spreekt over abrupte en abnormale veranderingen. Zo zijn in de koraalriffen schelpwormen ontdekt, zijn de riffen begroeid met zeesla en vormen zeecypres bij hoogwater onderwaterbossen.
De hogere watertemperatuur heeft grote gevolgen voor de visstand in de relatief ondiepe Waddenzee. “Jonge platvis trekt massaal weg”, aldus Wouter van der Heij. Miljarden scholletjes zijn vertrokken uit de Waddenzee naar dieper en kouder water. Dat doet wat met het gebied. Omgekeerd nemen andere soorten toe, zoals zeebaars, ansjovis en garnalen.
Zandophogingen
Er zijn nog andere factoren die een rol spelen bij het achteruitgaan van de visstand. Het is een complex verhaal. Jan Boon van het Nederlandse Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) geeft aan dat de zandsuppleties waarmee Rijkswaterstaat de kusten ophoogt een oorzaak is. Maar ook het uitblijven van strenge winters, de afname van voedingsstoffen in zee en de grote aantallen aalscholvers en zeehonden.
Meer onderzoek nodig
Boon waarschuwt voor snelle conclusies. De oorzaak van de algemene daling van de visstand is niet helemaal duidelijk. Het zou door het warmere zeewater kunnen komen, of door het opzuigen en elders opspuiten van zand. Hij geeft aan dat er meer onderzoek nodig is om de ingewikkelde relaties tussen dieren en hun omgeving te begrijpen. Het zou goed zijn wanneer de visstand in de hele kustzone jarenlang grondig zou worden bijgehouden.
Mening Vissersbond
Johan Nooitgedagt, voorzitter Nederlandse Vissersbond: “Het is fijn om te horen dat er nu niet gelijk naar de visserij als schuldige wordt gewezen. De vissers zijn al langer van mening dat de inzet van zandzuigers een menselijke ingreep in de natuur is en zeker niet ten gunste is van de visstand. Het kwalijke is dat de vissers gesloten gebieden krijgen opgelegd en de zandsuppleties gewoon door kunnen gaan. Het geeft de relativiteit der dingen aan en dat zou natuur- en milieuorganisaties en vissers wat dichter bij elkaar moeten brengen. Ook dat is een maatschappelijk belang. Garnalenvissers vangen gemiddeld zo’n vier miljoen kilogram garnalen op de Waddenzee. Dat is ongeveer een derde van de totale Nederlandse garnalenvangsten”.
Bron: Leeuwarder Courant