Over een paar weken is de Aanlandplicht voor de kottervloot een feit maar niemand is klaar voor de Aanlandplicht. Dat is de conclusie die getrokken kan worden uit de vele bijeenkomsten die de afgelopen weken plaatsvonden. De informatiebijeenkomsten voor vissers in Stellendam, Urk en Den Helder werden druk bezocht. De weerzin onder de Nederlandse vissers tegen de Aanlandplicht is bijzonder groot ondanks de tekst en uitleg door vertegenwoordigers van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) en de NVWA. Op steeds meer vragen komt een antwoord maar dat betekent niet dat de Nederlandse overheid en de sector klaar zijn voor de Aanlandplicht. Dit is ook de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer niet ontgaan.
Motie Dijkgraaf
Dijkgraaf (SGP) diende met succes een motie in waarin de staatssecretaris wordt verzocht om samen met andere Noordzee lidstaten een half jaar uitstel te bepleiten van de administratieve verplichtingen van de Aanlandplicht. De nieuwe staatssecretaris van EZ, Martijn van Dam, liet aan de Tweede Kamer weten dat hij zich zal inzetten voor het verzoek maar temperde tegelijk de verwachtingen op succes want uitvoering geven aan de motie betekent vragen om de Aanlandplicht niet uit te voeren zoals is besloten.
Implementatie en knelpunten
Vanaf 1 januari 2016 wordt deze gefaseerd per visserij in gevoerd. Vanaf 2019 zal de Aanlandplicht voor alle demersale visserijen een feit zijn. Ook de garnalenvissers krijgen hiermee te maken omdat een aantal bijvangstsoorten ook onder de Aanlandplicht vallen. De vissers die gericht op tong (80 mm) , schol (120 mm) en Noorse kreeft (80 mm) vissen zijn over een paar weken al aan de beurt en daar is de druk en het onbegrip dan ook het hoogst.
Grote zorgen zijn er over de Nederlandse vloot die op Noorse kreeft vist. Het beperkt quotum van 400 ton zal met de Aanlandplicht binnen enkele maanden opgevist zijn. Nederland is afhankelijk van extra quotum uit het buitenland en de vrees bestaat dat veel landen terughoudend zijn met ruilen vooral in de eerste helft van het jaar. Het Ministerie van EZ heeft toegezegd om samen met de sector naar oplossingen voor het probleem te zoeken
De gerichte tong visserij met 80 mm puls en boomkor zal vanaf 1 januari 2016 ondermaatse tong moeten registreren en deels ook aanvoeren. Vissers mogen 3,7% van hun ondermaatse tong met een lengte van 19 cm en kleiner over boord zetten maar dan moeten ze zorgen voor een goede registratie in hun logboek. Vissers die gebruik maken van het zogenaamde Belgische net mogen alle ondermaatse tong (tot een maximum van 7% van de tong vangst) met een lengte kleiner dan 24 cm overboord zetten.
Voor de scholvisserij met twinrig 100 mm en groter geldt dat alle ondermaatse schol moet worden aangevoerd. Dat geldt voor ook voor de scholvisserij met boomkor 120 mm en groter. Deze vissers zullen om ondermaatse schol te vermijden moeten kiezen voor aanpassingen in hun netten zoals het vissen met grotere maaswijdte.
Een probleem doet zich ook voor met vissers die tong vangen maar daar geen vangstrechten voor hebben. Het Ministerie overweegt om voor deze vissers een beperkt quotum beschikbaar te stellen waarvoor dan wel een hogere dan gemiddelde huurprijs betaald moet worden. De PO’s die gisteren in overleg met het Ministerie waren hebben aangegeven het niet eens te zijn met deze maatregel. Het werkt in de hand dat er gericht op tong wordt gevist. Overigens geldt dit ook voor andere soorten. In het verleden werd er door vissers wel eens haring aangeland zonder daarvoor vangstrechten te hebben. Die vissers werden dan door hun PO bestraft maar met de Aanlandplicht is dat dus niet vanzelfsprekend. Men moet immers haring aanlanden, maats of ondermaats.
Informatie voor vissers
Het Ministerie en de NVWA gaan de komende weken extra informatie verstrekken aan vissers over de Aanlandplicht. Vissers krijgen een brief in vier talen waarin staat hoe ze ondermaatse vis moeten registreren, opslaan en aanlanden. Het is de bedoeling dat deze brief kan worden getoond aan buitenlandse inspecteurs zodat duidelijk is op welke wijze uitvoering aan de Aanlandplicht wordt gegeven door Nederlandse vissers. Dit zal problemen in het buitenland moeten voorkomen. Het Ministerie heeft gevraagd om tijdig geïnformeerd te worden over eventuele problemen met buitenlandse inspecteurs zodat actie kan worden ondernomen.