Er zijn een aantal vragen gesteld aan het Europees Parlement over de aanlandplicht. Olaf Stuger (ENF) geeft aan dat de nieuwe Brusselse wetgeving de doodsteek dreigt te gaan worden van de Nederlandse vissers. Er wordt verzocht alle ondermaatse vis (bijvangst) aan te landen. Deze bijvangst wordt meegerekend in de maximale hoeveelheid vis die gevangen mag worden. In de industrie wordt gevreesd dat, tenzij deze regel niet snel gewijzigd wordt, op termijn faillissementen zullen volgen. Olaf Stuger stelde de volgende vragen:
Vragen Olaf Stuger
1.Is de Commissie op de hoogte van de bezorgdheid van de Nederlandse visserij-industrie. Zo ja, zal dit plan dan ingetrokken worden om meteen te stoppen met deze wetgeving die schadelijk is voor de Nederlandse visserij industrie en economie? 2. Zo niet, zal de commissie, eventueel in samenwerking met het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken, gegronde vrijstellingen zoeken voor deze vissers? Zo niet, waarom niet? 3. Hoe denkt de commissaris voor ‘Betere Regelgeving’, de heer Frans Timmersmans, deze nieuwe wetgeving te stoppen of te wijzigingen om de problemen voor de Nederlandse visserij industrie te voorkomen?
Antwoord Commissie
De heer Vella heeft namens de Commissie het volgende antwoord gegeven: Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie hebben de aanlandplicht goedgekeurd als onderdeel van de 2013 hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Het doel van de aanlandplicht is om een economische prikkel te geven om ongewenste vangsten van, bijvoorbeeld, jonge vis te voorkomen. In het verleden werden deze ongewenste vangsten gewoon over boord gegooid. De aanlandplicht zal in fases worden uitgevoerd. In de Noordzee demersale visserij worden de eerste stappen van de aanlandplicht al uitgevoerd waar ondermaatse vis zal moeten worden aangeland. Andere soorten zullen worden toegevoegd op jaarbasis. De volledige aanlandplicht is pas van toepassing met ingang van 2019.
Artikel 15 van de basisverordeningen bepaalt dat bepaalde voorwaarden voor de uitvoering van de landing verplichting moeten worden vastgesteld door de commissie die geadviseerd wordt. De Commissie zal deze handelingen baseren op een advies van een groep betrokken lidstaten die gezamenlijke een aanbeveling indienen. In 2015 ontving de Commissie een dergelijke gezamenlijke aanbeveling van de Noordzee-lidstaten. Tijdens deze uitwerking van de lidstaten is de Noordzee Adviesraad geraadpleegd. De gedelegeerde handeling treedt in werking vanaf 1 januari 2016 indien het Europees Parlement en de Raad geen bezwaar heeft tegen dit voorstel op 22 december 2015. De gedelegeerde handeling voorziet in een aantal vrijstellingen van de aanlandplicht in de Noordzee, die is ook van toepassing op Nederlandse platvisvissers (met inbegrip van vrijstellingen voor de vangst van ondermaatse vis zoals aan bepaalde voorwaarden is voldaan).