Nederlandse Vissersbond dient zienswijze in op eerste deel Ontwerp-Mariene Strategie 2024–2030

24 juli, 2025

De Nederlandse Vissersbond heeft een zienswijze ingediend op het Ontwerp van de Mariene Strategie deel één voor de periode 2024–2030. Deel één gaat over de huidige toestand van milieu in de Noordzee, een omschrijving van goed milieu en doelen indien de toestand niet goed bevonden is. In deze zienswijze uit de Nederlandse Vissersbond haar zorgen over de toenemende druk op de Noordzee en het mariene ecosysteem, en pleit zij voor een eerlijker en realistischer beleid ten aanzien van de visserijsector.

Minder ruimte en meer druk op de Noordzee

De visserijsector staat onder druk door de snelle toename van andere activiteiten op zee, zoals windparken, scheepvaart, zandwinning, aquacultuur en CO₂-opslag. De Nederlandse Vissersbond benadrukt dat er onvoldoende aandacht is voor de fysieke ruimte die de visserijvloot van de toekomst nodig heeft. Tegelijkertijd neemt de druk op het ecosysteem toe, vooral door andere sectoren waarvan de ecologische impact vaak nog onbekend is. De Nederlandse Vissersbond roept in de zienswijze op tot aanvullend onderzoek en het waarderen van de inspanningen die de visserij al heeft geleverd om de impact te verminderen en ecologisch waardevolle gebieden te ontzien. Daarnaast roept de Vissersbond op om verder te gaan met lopende onderzoeken naar ecologische impact en waar nodig aanvullend onderzoek uit te voeren om kennislacunes te dichten.

Herstel vergt tijd

In het rapport wordt erkend dat er al veel vooruitgang is geboekt in het beschermen van gebieden op de Noordzee. Toch is het lastig om te bepalen of milieudoelen daadwerkelijk worden bereikt. Herstel van natuur onder water verloopt namelijk langzaam en veranderingen zijn vaak pas zichtbaar na jarenlange monitoring. De visserijsector heeft in het Noordzeeakkoord afgesproken om in 2030 ten minste 15% van de zeebodem van de Nederlandse Noordzee vrij te houden van bodemberoerende visserij. Volgens het rapport zal dit op termijn leiden tot een duidelijke verbetering van de kwaliteit van de leefgebieden op de zeebodem. De Nederlandse Vissersbond benadrukt dat het belangrijk is om bij het beoordelen van deze verbeteringen rekening te houden met de lange hersteltijd van deze gebieden. Het is niet realistisch om op korte termijn al grote veranderingen te verwachten. Daarom pleiten wij ervoor om in te blijven zetten op langdurige en betrouwbare monitoring van de gevrijwaarde gebieden. Alleen dan kunnen we goed volgen hoe het herstel verloopt en welke effecten de maatregelen daadwerkelijk hebben.

Visbestanden vragen om actuele blik

De beoordeling van visbestanden in het rapport is gebaseerd op gegevens uit de periode 2015–2020. Volgens de Nederlandse Vissersbond is dat achterhaald. In de afgelopen vijf jaar is er veel veranderd, zoals de sanering van een derde van de kottervloot in 2023. Dit heeft geleid tot een flinke daling van de visserijdruk op veel soorten. Ook is er door ICES veel nieuwe kennis verzameld en zijn eerdere kennislacunes ingevuld. De Nederlandse Vissersbond vindt daarom dat de beoordeling van visbestanden moet worden geactualiseerd met de meest recente gegevens uit 2021–2025.

Klimaatverandering mist

Daarnaast mist in het rapport een belangrijk aandachtspunt: klimaatverandering. Terwijl bij zeevogels, zeezoogdieren en koppotigen wél wordt benoemd dat klimaatverandering invloed heeft, ontbreekt dit volledig bij vissen. Onterecht, vindt de Nederlandse Vissersbond. Klimaatverandering heeft namelijk een duidelijke impact op visbestanden, bijvoorbeeld doordat soorten zoals kabeljauw zich steeds noordelijker verplaatsen door opwarming van het zeewater. Ook de toename van inktvis in de Zuidelijke Noordzee wordt hiermee in verband gebracht.

Natuurherstelverordening: ruimte voor maatwerk en politieke keuzes

In het rapport wordt verwezen naar de nieuwe Europese Natuurherstelverordening, die lidstaten verplicht om herstelmaatregelen te nemen voor natuur die in slechte staat verkeert. Voor veel natuurtypen gelden vaste percentages: in 2030 moet 30% hersteld zijn, in 2040 60% en in 2050 zelfs 90%. Maar er is een belangrijke uitzondering: voor zogenoemde “zachte sedimenten” op de zeebodem (zoals zandige of slibrijke bodems) mogen landen zélf bepalen hoeveel daarvan ze willen herstellen. Juist in deze gebieden is de visserij actief. De Nederlandse Vissersbond benadrukt dat het vaststellen van een herstelpercentage voor deze zachte sedimenten geen puur ecologische, maar vooral een politieke keuze is. De visserij is een bestaande activiteit in deze gebieden en moet dus worden meegewogen bij het bepalen van de ambities. In de Mariene Strategie wordt echter al 30% beschermde mariene gebieden in 2030 als milieudoel genoemd, maar LVVN moet eerst een herstelpercentage vaststellen in samenspraak met de tweede kamer. Pas daarna kan het milieudoel in het rapport concreet worden ingevuld en uitgewerkt.

In navolging van deel één van de Ontwerp-Mariene Strategie 2024-2030, komen er nog twee andere delen. De hele Mariene Strategie bestaat dus uit drie delen. De delen twee en drie bestaan uit het monitoringprogramma en het programma van maatregelen. Deze delen worden aangepast in 2026 en 2027. De Nederlandse Vissersbond zal dit nauwlettend in de gaten houden.

Voor meer informatie

Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Thomas van den Beukel of Amerik Schuitemaker.

Thomas van den Beukel
Amerik Schuitemaker

Aanmelden weekjournaal

Plaatsen van formulier mailchimp

Recent Courses