De visvangsten stijgen de laatste jaren en in 2015 lagen de prijzen een stuk hoger dan in de afgelopen jaren. Daardoor is ook de omzet van de visafslagen gestegen in 2015. Dat is te lezen in de publicatie van cijfers en trends in de Kottervisserij 2015 van Rabobank.
Nederlandse visserijsector anno nu
De totale Nederlandse visserijbedrijfskolom kent ongeveer 3.000 ondernemingen. Dit is inclusief 450 bedrijven in de verwerkende industrie, groothandel en detailhandel. De kolom biedt in 2014 werkgelegenheid aan circa 11.000 personen. Er zijn elf visafslagen. In de kottervisserij waren afgelopen jaren gemiddeld rond de 280 kotters actief. Voor 2016 wordt gezien de goede resultaten, verwacht dat het aantal actieve kotters weer wat zal toenemen.
Veruit de meeste vis die wordt gevangen door de Nederlandse visserij gaat naar het buitenland. In totaal wordt 80% van de Nederlandse vis en visproducten binnen de EU afgezet. België, Duitsland, Frankrijk en Italië zijn samen goed voor 58% van de totale exportwaarde.
Kansen voor de sector
De Rabobank is gematigd positief over de toekomst. Door verruiming van quota ten opzichte van 2015 zijn er voor dit jaar extra vangstmogelijkheden. Het is de verwachting dat het aanvoervolume daardoor met enkele procenten zal groeien. Dit wordt gestimuleerd door een daling van de kostprijs als gevolg van nieuwe vistechnieken en een lage brandstofprijs.
De prognose is dat de komende 3 tot 5 jaar er ruimte is voor verdere verhoging van quota. De visbestanden in de Noordzee staan er goed voor en hebben vrijwel allemaal een biologisch verantwoorde omvang. Door innovaties in visserijtechnieken en kotters (MDV) wordt er gewerkt aan verdere verlaging van de kostprijs.
De sector is volop bezig met wetenschappelijk onderzoek naar overleving en selectiviteit om zodoende de financiële gevolgen van de aanlandingsplicht te beperken. In de afzet wordt al jaren aandacht gevraagd voor het beter samenwerken en vermarkten van het product. Hier liggen zeker kansen.
Uitgeholde vermogensposities
De omvang van de kottervloot is nog steeds ruim in relatie tot het aanwezige quota. Dat leidt tot inefficiëntie. De Rabobank verwacht dat de uitgeholde vermogensposities, de beperkte rendementen en de inefficiëntie in de sector leiden tot een beperktere omvang van de kottervloot.
Nieuwe kotters
De bank ziet dat de trend van veroudering van de Nederlandse kottervloot zich voortzet. Slechts 4% van het aantal kotters was in 2015 jonger dan 10 jaar. Vanaf 2005 is er weinig geïnvesteerd in vernieuwing van de vloot. Slechts een tiental schepen is sindsdien nieuw in de vaart gebracht. In juli 2015 is de ‘groene kotter’ MDV 1 in gebruik genomen.
De ervaring die met deze kotter wordt opgedaan en de resultaten die ermee behaald worden, kunnen visserijondernemers gebruiken om zelf tot innovatie en/of investering in een nieuw schip te komen. Gezien de opgaande lijn in nettoresultaten in de kottervisserij, verwacht Rabobank dat in 2016 en 2017 nieuwe kotters in de vaart komen.
Vraag naar vis stijgt wereldwijd
Door meer aandacht voor gezondheid stijgt vraag naar vis. Er is een wereldwijd toenemende behoefte aan vis als bron van eiwit, vooral in de dichtbevolkte regio’s in de wereld. Dit wordt in koopkrachtige regio’s nog eens versterkt door een toenemende vraag naar vis als gezond en licht verteerbare voeding.
Nederlander eet te weinig vis
Gemiddeld consumeerden Nederlanders in 2015 ongeveer 3,5 kilo vis (Vers, diepvries en blik) per jaar. Daarnaast buitenshuis nog bijna 1 kilo, dus bij elkaar ongeveer 4,5 kilo per persoon per jaar. De wereldconsumptie ligt op circa 20 kilo per persoon per jaar. Zie ook de website van het Nederlands Visbureau.
In 2016 eet 23 procent van de Nederlanders wekelijks vis, opvallend is dat 22 procent helemaal geen vis eet, met name jongeren. Dit was in 2015 nog 20 procent. Ondanks deze teleurstellende cijfers is het imago van vis onveranderd positief. Vis is gezond en lekker en goed als afwisseling.
Kansen
- Wereldwijd groeiende behoefte aan (duurzame) vis als bron van eiwit; Nederland als draaischijf tussen vangst (Noord -) en consumptie in Zuid Europa
- Platvisbestanden in de Noordzee groeien
- Nieuwe vistechnieken zorgen voor (substantiële) verlaging van de kostprijs
Bedreigingen
- Verstoring biologisch evenwicht in de viswateren: dreigende kortingen op de vangstrechten
- Visserij is als energie-intensieve sector sterk afhankelijk van olieprijs en dollarkoers
- Wereldwijde snelle groei van de aquacultuur met de nadruk op Azië
- Veroudering vloot; rentabiliteit is onvoldoende om te reserveren voor vernieuwing van de vloot
- Imago van de visserijsector; de platvissector wordt nog steeds onterecht geassocieerd met leeg geviste zeeën
- Personeel en bedrijfsopvolging: door teruglopende verdiensten ontstaat schaarste aan personeel en potentiële bedrijfsopvolgers
Omvang Noordzee vangstrechten |
|||||||||||
2000 | 2008 | 2010 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |||||
Quota | Quota | Benutting | Quota | Benutting | Quota | Benutting | Quota | Benutting | |||
Tong | 16.500 | 9.563 | 10.142 | 12.465 | 73% | 11.062 | 90% | 9.775 | 89% | 9.599 | 93% |
Schol | 38.570 | 18.414 | 26.575 | 32.789 | 95% | 37.257 | 90% | 42.871 | 65% | 60.096 | 51% |
Kabeljauw | 8.809 | 2.125 | 2.771 | 2.089 | 92% | 1.440 | 90% | 1.484 | 81% | 1.341 | 101% |
Bron: Viris |
Prijsniveau aanvoer afslag € per kg vis
In euro’s | 2000 | 2005 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
Tong | 8,62 | 10,43 | 9,84 | 10,06 | 11,48 | 11,14 | 9,65 | 8,19 | 9,55 | 10,60 |
Schol | 1,74 | 2,02 | 1,8 | 1,38 | 1,32 | 1,42 | 1,43 | 1,25 | 1,28 | 1,52 |
Kabeljauw | 2,54 | 2,39 | 2,75 | 2,26 | 2,54 | 2,70 | 2,58 | 2,57 | 2,18 | – |
Wijting | 1,00 | 1,10 | 0,97 | 0,86 | 1,01 | 1,23 | 1,47 | 1,27 | 1,29 | – |
Garnaal | 3,14 | 2,70 | 3,65 | 2,52 | 2,71 | 2,03 | 4,19 | 4,20 | 3,47 | 3,61 |
Schar | 1,62 | 0,90 | 0,91 | 0,75 | 0,76 | 0,80 | 0,91 | 0,81 | 0,76 | – |
Mosselen 2) | 1,25 | 0,95 | 1,80 | 1,21 | 1,23 | 1,37 | 1,75 | 2,03 | nnb | – |
2) staat voor seizoen 2000/2001, enz; Bron: CBS/ Bron: LEI (Visserij in Cijfers)