Het kabinet sluit twee extra gebieden af voor de vissersvloot ten behoeve van de bouw van windmolenparken op zee. Het gaat om twee stroken binnen de zogenoemde 12-mijlszone tussen 18,5 en 22 kilometer uit de kust.
“Het kabinet heeft niets gedaan met de door de Nederlandse Vissersbond ingediende zienswijze om naar buitenlands voorbeeld de windparken zó aan te leggen, dat bodemberoerende visserij tussen de windmolens mogelijk blijft. Daarmee gaat wederom een kostbaar stuk zeegebied feitelijk op slot voor de vloot,” reageert secretaris Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond.
2.100 megawatt
De twee gebieden grenzen aan eerder aangewezen gebieden buiten de 12-mijlszone. Daar wordt in het gebied Hollandse Kust zuid voor 1.400 megawatt aan capaciteit gerealiseerd en in Hollandse Kust noord 700 megawatt.
In 2023 moet 16 procent van de energie in Nederland duurzaam worden opgewekt. Windparken op zee voorzien dan vijf miljoen huishoudens van stroom. De inspraakprocedure voor de Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Aanvulling Hollandse Kust is in het voorjaar van 2015 gestart. Voor dit project is een planmilieuefffectrapportage (planMER) opgesteld. Hierop zijn in totaal 197 zienswijzen ingediend, waaronder die van de Nederlandse Vissersbond.
Efficiënt omgaan met ruimte
Berends hierover: “De zienswijzen die de Nederlandse Vissersbond heeft ingediend waren constructief van aard. De visserijsector is geen voorstander van het uitbreiden van windenergie-installaties op zee, maar begrijpt dat Nederland voor een grote opgave staat op het gebied van duurzame energie. Wij zijn tegen het onvoorwaardelijke verbod op visserij tussen windmolens. De ruimte moet zo efficiënt mogelijk gebruikt worden, waarbij verschillende functies (waaronder natuurgebieden en windparken) geïntegreerd worden. In andere landen zie je dat bij de aanleg van windparken rekening wordt gehouden met alle vormen van visserij. Met enkele aanpassingen in het ontwerp van zo’n park, zoals het verdiept in de bodem aanleggen van de stroomkabels, is volledig medegebruik mogelijk. Maar dan moet de politiek deze aanpassingen als randvoorwaarde hanteren en moeten we met z’n allen de extra kosten van deze aanpassingen dragen.”
Partijen in beweging krijgen
Vooralsnog willen partijen op dat vlak niet bewegen. Hoewel staatssecretaris Van Dam onlangs nog per Kamerbrief het mogelijk maken van visserij in windparken als één van zijn stokpaardjes opvoerde als vorm van ondersteuning aan de Nederlandse visserijsector, blijkt hij daarbij alleen te kijken naar passieve visserijtechnieken. “Daar vissen we ons tong- en schoolquotum niet mee op. We moeten ons als visserijsector nog flink inspannen om de partijen in beweging te krijgen. De prognoses zijn dat over enkele decennia minimaal ééntiende van het hele Noordzeegebied is volgebouwd om energiedoelstellingen te bereiken. Op de resterende gebieden wordt het dan wel erg druk,” aldus Berends.
De ingebrachte bezwaren (zienswijzen) van de Nederlandse Vissersbond
- Windmolens op zee hebben een nadelig effect op de beroepsvisserij door het ruimtebeslag, de beperking van beschikbare visgronden en de beperking van de doorvaart. Schade aan de beroepsvisserij moet gecompenseerd worden.
- De NVB denkt dat de schade beperkt kan blijven door het toestaan van medegebruik van alle vormen van visserij in windparken. Hiermee dient bij het ontwerp, de realisatie en het beheer van parken rekening te worden gehouden. In het buitenland zijn hier voorbeelden van zijn.
- In het milieueffectrapport staat dat de jaarlijkse quota bepalen hoeveel mag worden gevangen en niet de omvang van visgronden. De NVB geeft aan dat dit onjuist is omdat de jaarlijkse vangst mede afhankelijk is van de beschikbaarheid van visgronden. Vissers worden gedwongen andere gronden te bevissen, wat leidt tot verdringing waardoor vangstmogelijkheden niet optimaal benut kunnen worden.
- In het MER staat dat de uitbreiding tussen 10-12 NM positief is voor de boomkorvisserij (> 300 pk), omdat gronden buiten de 12 NM beschikbaar blijven. De NVB vindt dit onjuist omdat elk windpark negatieve effecten op de boomkorvisserij heeft, ongeacht motorvermogen. Bij parken binnen de 12 NM worden vissers gedwongen uit te wijken naar visgronden buiten de 12 NM.
- In het MER staat verder dat bodemberoerende visserij niet is toegestaan en daarom buiten beschouwing is gelaten. De NVB vindt dat dit het belang van de actieve vloot in dit gebied schaadt. Zowel de Nederlandse als de buitenlandse vissersvaartuigen worden verdreven van visgronden. Er is onbegrip dat hier geen onderzoek naar is gedaan qua effecten en mogelijkheden om dit tegen te gaan.
- De NVB geeft aan, dat het ontwerp van de bekabeling rekening kan houden met medegebruik van de visserij. De NVB stelt voor kabels in te graven of te bedekken zodat opvissen niet mogelijk is. De kabels tussen de molens en het “stopcontact” kunnen per rij molens worden gelegd zodat men tussen de rijen kan vissen. Tijdens stakeholderbijeenkomsten is hierop gewezen maar dit heeft nog geen vervolg gekregen in de besluitvorming.
- In het MER ontbreekt aandacht voor de niet-bodemberoerende visserijen: staande netten, korven en kooien. Wat wordt verstaan onder niet-bodemberoerende visserijen? Geef duidelijkheid over of dit type visserij is toegestaan in windparken.
Reactie kabinet
- Het kabinet deelt de mening van de visserijsector niet, dat de sector schade zal lijden puur door de inperking van het bevisbare gedeelte van de Noordzee. De quota kunnen zeer wel worden gevangen. Internationale concurrentie treedt alleen bij bepaalde vissoorten op. De Nederlandse Noordzeevisserij heeft een eigen profiel.
- Op dit moment is doorvaart en medegebruik van windparken op zee niet toegestaan. Verschillende gebruikers van de Noordzee zoals de recreatievaart en de (beroeps)-visserij willen dat deze gebieden worden opengesteld. In de Beleidsnota Noordzee 2016-2021 is het beleid opgenomen, om vanaf 2017 in principe in alle operationele windparken op zee doorvaart voor kleinere vaartuigen met een maximum lengte van 24 meter onder voorwaarden toe te staan.
- Bodemberoerende visserij wordt niet toegestaan, omdat daarmee te grote risico’s ontstaan voor de kabels tussen windmolens en naar het transformatorstation.