Tijdens de ledenvergadering van de EAPO, de Europese Associatie van Visproducentenorganisaties, op 23 maart in Brussel hebben de aangesloten leden – onder wie de Nederlandse Vissersbond – de ervaringen met de Europese aanlandplicht geëvalueerd. Duidelijk is dat dat de EU afkoerst op een totale mislukking van de implementatie van artikel 15 van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), waarin de aanlandplicht wordt voorgeschreven.
Gezamenlijk hebben de Europese PO’s besloten een brandbrief te sturen naar Aguiar Machado, directeur generaal Maritieme Zaken van de EU. Vandaag vergaderd de Europese Commissie met de hoogste ambtenaren op visserijgebied van de Europese lidstaten.
Regels in de praktijk
In de brandbrief refereert de EAPO aan de eerste simulatieproeven met aanlandplicht om te zien hoe de regels in de toekomstige praktijk uitpakken. Hoewel het aanlandplichtregelstelsel tot nog toe geen terminale problemen heeft opgeleverd voor visserijen op de Noordzee en Atlantische oceaan, is er al wel een geval van verstikking gemeld. Het betreft de Belgische visserijactiviteiten in ICES-gebied VIIhjk, die noodgedwongen zijn gestaakt als gevolg van de uitputting van quotum voor tong.
Onenigheid tussen lidstaten over sluiten visserijen
De EAPO heeft veelvuldig gewaarschuwd over de risico’s die de implementatie per 1 januari 2019 van de aanlandplicht met zich meebrengt. Veel lidstaten delen deze zorgen en bewindslieden in verschillende lidstaten hebben al aangekondigd zich niet te committeren aan de Europese regels door visserijen niet te sluiten wanneer de quota van verstikkingssoorten zijn uitgeput. Enkele PO’s hebben onderzocht wat de uitwerking van de aanlandplicht is voor gemengde visserijen wanneer artikel 15 naar de letter nauwkeurig wordt ingevoerd, zoals de ‘Best Practices’-projecten in de Nederlandse visserij (Coöperatieve Visserij Organisatie CVO). De uitkomsten daarvan hebben verschillende verstikkingssituaties aangetoond. Een aantal gerichte visserijen zouden al na drie maanden moeten stoppen.
Beleid voor ondermaatse vis
Ook is onderzocht wat de gevolgen zijn van het aanlanden van ondermaatse vis. Daaruit is gebleken dat er op technisch, organisatorisch en economisch gebied problemen ontstaan van een omvang die niet te overzien is in 2019. Daarom heeft de EAPO het afgelopen jaar al verscheidene keren gewezen op de tekortkomingen op dit punt in artikel 15. Er moet meer ruimte komen voor uitzonderingsgevallen en de regels moeten flexibeler in plaats van de huidige rigide opzet. In elk geval moeten in 2018 al de overlevingsuitzonderingsregel en de-minimis ontheffing van kracht zijn, ook al ontbreekt daarvoor de wetenschappelijke onderbouwing.
Vierjarenplan te krap
Artikel 15 gaat in de huidige opzet niet werken. Mede met de ervaringen met discardreductie in andere landen is duidelijk dat – voor een succesvolle aanpak om te komen tot een substantiële vermindering of voorkoming van bijvangsten – er veel meer tijd nodig is dan het te krappe vierjarenplan in het GVB van de EU. De EAPO raadt de Europese Commissie met hoogste ambtenaren van de lidstaten te komen tot een realistische visie op de invoering van de aanlandplicht in 2019, inclusief een realistisch tijdspad en de door de EAPO voorgestelde flexibiliteit.
De EAPO heeft over enkele maanden een gedetailleerde analyse van de aanstaande chaos in 2019 en is er zelf van overtuigd dat de invoering van de aanlandplicht volgens artikel 15 uitmondt in een volledige mislukking.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Durk van Tuinen of Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.
U kunt de visiedocumenten van de EAPO vinden op www.eapo.com/index.php?page=publications.