De implementatie van de aanlandplicht blijft de visserijsector bezig houden. Afgelopen week vond de maandelijkse vergadering plaats bij het Ministerie van Economische Zaken in Den Haag waar de aanlandplicht door de sector, overheid, NGO’s en wetenschap wordt besproken. Vanuit de visserijorganisaties zijn zorgen geuit over de afgifte van ontheffingen waardoor projecten niet van start kunnen gaan.
Projecten
De visserijsector poogt al geruime tijd vorderingen te maken in de projecten ‘netinnovatie’, ‘overleving’ en ‘best practices deel 2’ maar de voortgang wordt bij beide projecten gestokt door diverse regelgeving. In het door VisNed gecoördineerde overlevingsproject is het wachten op een zogenaamde dek-ontheffing waarmee de overlevingsproeven aan boord van diverse kotters kunnen worden uitgevoerd. In het door de Nederlandse Vissersbond gecoördineerde netinnovatie project is het nu pas mogelijk om een overeenkomst aan te gaan met een wetenschappelijke instantie en kunnen nu de benodigde ontheffingen op de technische maatregelen worden afgegeven zodat kotters praktijkproeven kunnen uitvoeren. De visserijsector heeft bij de overheid kenbaar gemaakt het te betreuren dat diverse regelgeving een vlotte uitvoering van de projecten tegenwerkt.
Choke species
De zogenaamde “verstikkende soorten” zijn vissoorten die worden bijgevangen in visserijen en waarbij het risico kan ontstaan dat er onvoldoende quotum beschikbaar is voor een bepaalde bijvangstsoort. De Nederlandse overheid heeft op Europees niveau gesproken over hoe deze problematiek in relatie tot de aanlandplicht is op te lossen. Op woensdag 2 november 2016 organiseert de North Sea Advisory Council (NSAC) een workshop in Kopenhagen speciaal gericht op de problematiek rondom choke species. Vanuit de Nederlandse Vissersbond zullen Durk van Tuinen en Derk Jan Berends aanwezig waarbij voorafgaand overleg plaatsvindt met de Nederlandse overheid, wetenschap en visserijsector ter voorbereiding op deze belangrijke workshop.