Op 1 januari 2016 gaat de Aanlandplicht in voor de demersale visserijen. De Europese Commissie heeft op 22 oktober 2015 een concept Verordening gepresenteerd van het discardplan voor de Noordzee/Skagerrak (ICES gebied IIa en IV) en Noorse zee (ICES gebied IIa). In het plan staan voor verschillende visserijen de toegestane uitzonderingen op de Aanlandplicht. Voor de Nederlandse vloot zijn die van de visserij op tong, schol en Noorse kreeft relevant.
Visserijen die in 2016 onder de Aanlandplicht vallen
Hierbij treft u het discardplan en de bijlage aan. Delegated act North Sea_en (2) en Delegated act North Sea-annex_en
In de bijlage (ANNEX) bij de concept Verordening staat op welke visserijen de Aanlandplicht van toepassing is. Relevant voor de Nederlandse vloot zijn:
- Twinrig/bordenvisserij, 80-99 mm (TR2: OTB), Noordzee (IV), Noorse kreeft en tong;
- Twinrig/bordenvisserij, >=120 mm (TR1: OTB), Noordzee (IV), schol
- Boomkor, ≥ 120 mm (BT1: TBB), Noordzee (IV), schol;
- Boomkor/puls, 80-119 mm (BT2: TBB), Noordzee (IV), tong;
- Kieuw- en spiegelnetten (GN: GNS, GTR), tong.
Uitzondering op basis van overleving
Voor de visserij op Noorse kreeft met potten en sleepnetten in het Skagerrak (IIIa) kunnen in aanmerking komen voor uitzondering van de Aanlandplicht, dat wil zeggen ondermaatse exemplaren mogen onder voorwaarden levend over boord worden gezet. Voor de Nederlandse vloot is dit niet relevant want die vist niet met potten of op Noorse kreeft in het Skagerrak.
Uitzondering op basis van de minimis
Deze uitzonderingen zijn voor de Nederlandse vloot wel relevant. Het gaat om de volgende uitzonderingen:
- Kieuw- en spiegelnetten (GN: GNS, GTR), tong: maximaal 3% van de jaarlijkse vangsten van tong mogen overboord worden gezet. Het betreft hier tong die de wettelijke minimummaat niet heeft;
- Boomkor/pulskor 80-90 mm (BT2: TBB), zuidelijke Noordzee onder 55/56°N, tong: maximaal 3,7% van de jaarlijkse vangsten van tong mag overboord worden gezet als die tong een lengte heeft kleiner dan 19 cm;
- Boomkor/pulskor 80-119 mm (BT2: TBB), Noordzee (IV), tong: maximaal 7% van de jaarlijkse vangsten van tong mag overboord worden gezet als het ondermaatse tong (kleiner dan 24 cm) betreft en als gebruik wordt gemaakt van grote mazen in de kuil. Het betreft hier een door Belgische vloot ontwikkeld net waarvan de laatste 3 meter van de staart, vóór de kuil, bestaat uit netmateriaal met minimale maaswijdte van 120mm, gemeten tussen de knopen, Het Belgische ILVO heeft onderzoek gedaan naar dit aangepaste vistuig en STECF (Scientific, Technical and Economic Committee for Fisheries), de adviseur van de Europese Commissie heeft positief geadviseerd over deze ontheffing. Hierbij treft u dit aan;Evaluation of a Large Mesh Extension in a Belgian Beam Trawl
- Sleepnetvisserij, 80-99 mm (TR2: OTB, TBN, OTT, TB), Noordzee (IV), Noorse kreeft: maximaal 6% van de jaarlijkse vangsten van Noorse kreeft mag overboord worden gezet als het ondermaatse kreeft (pantserlengte kleiner dan 25 mm) betreft.
Om gebruik te kunnen maken van deze uitzonderingen moet de Nederlandse overheid voor 30 april 2016 de nodige wetenschappelijke onderbouwing leveren. Ook dient er een lijst met schepen te worden ingediend bij de Europese Commissie waarop uitzonderingen op de Aanlandplicht van toepassing zijn.
Kreeftjesvloot wordt groot knelpunt vanaf 1 januari 2016
Vanaf 1 januari 2016 voorzien wij een groot knelpunt voor de visserij op Noorse kreeft (Nephrops norvegicus). Nederland heeft een relatief klein quotum (ca. 400 ton) en is onder het huidige regime afhankelijk van ruilmogelijkheden met het buitenland waar jaarlijks grote hoeveelheden quotum, tussen 800-1.200 ton, verkregen moeten worden. Daarmee kan de Nederlandse vloot het hele jaar vissen op deze commercieel interessante soort die een welkome afwisseling is voor onder andere de garnalenvissers op Wieringen. Desondanks zijn vangstbeperkingen nodig omdat anders het quotum te snel uitgeput raakt en de vloot voor de kant moet.
Aanvoerbeperkingen en minimummaten kreeftjes
Voor de Nederlandse vloot geldt daarom dat er maximaal 35 stuks in een kilogram mogen zitten en maximaal 10% staarten per aanlanding. Deze maatregel komt er op neer dat Noorse kreeft met een pantserlengte kleiner dan 36 mm niet mag worden aangeland en overboord moet worden gezet. Het betreft een zogenaamde PO (producentenorganisatie) maatregel. Maar dat mag dus per 1 januari 2016 niet meer omdat dan de Aanlandplicht van kracht wordt. Dan mag dus maximaal 6% van de jaarlijkse vangst over boord worden gezet als het wettelijk ondermaatse kreeftjes betreft, namelijk met een pantserlengte kleiner dan 25 mm (Minimum Conservation Size). Dit komt overeen met tot wel 98 kreeftjes per kilogram. Uit onderzoek blijkt dat tussen 1-6% van de vangst aan Noorse kreeft (Noordzee) uit ondermaatse kreeftjes bestaat en ca. 28% uit kreeftjes tussen de 25-36 mm. In de praktijk worden ook hogere percentages genoemd.
Gevolgen voor de Nederlandse kreeftjesvissers
In ieder geval betekent dit dat er vanaf 1 januari rekening gehouden moet worden dat bijna 30% meer quotum nodig is om de Nederlandse vloot op kreeftjes te kunnen laten vissen zoals dat de afgelopen jaren het geval was. Het is geheel afhankelijk van de ruilmogelijkheden met het buitenland of dit te realiseren is. Ook buitenlandse kreeftjesvissers hebben namelijk te maken met de Aanlandplicht en zullen minder geneigd zijn om quotum beschikbaar te stellen voor ruil.
Selectiever vissen
Uiteraard zal de Nederlandse vloot proberen om selectiever op Noorse kreeft te vissen. Nederlandse Vissersbond zal zich hier samen met andere PO’s met kreeftjesvissers voor inzetten. Hiervoor zijn al projecten opgestart maar die hebben tijd nodig om tot een succesvolle oplossing te kunnen leiden. De Aanlandplicht komt veel te vroeg en het is maar de vraag of er volgend jaar een rendabele visserij op Noorse kreeft mogelijk zal zijn.
Aantonen goede overleving
Een andere mogelijkheid om (PO) ondermaatse kreetjes (25-36 mm) te kunnen terugzetten in zee is het starten van een onderzoek waaruit blijkt dat deze kreeftjes een hoog overlevingspercentage hebben. Aan een dergelijk onderzoek zijn hoge kosten verbonden en het is de vraag of dat opweegt tegen het voordeel om kleine kreeft levend over boord te zetten.
Ophoging kreeftjes quotum
Het is onduidelijk of en met hoeveel procent het huidige aanlandingsquotum vanaf 1 januari 2016 wordt opgehoogd naar een vangstquotum voor Noorse kreeft. Waarschijnlijk zal alleen ophoging plaatsvinden ter compensatie van de wettelijk ondermaatse kreeft (pantserlengte kleiner dan 25 mm), wat betekent dat de Nederlandse vloot op zoek moet naar extra quotum om de huidige bijvangst van (PO) ondermaatse kreeft te kunnen aanvoeren vanaf volgend jaar.
Zorgen om kreeftjes sector kenbaar gemaakt
Afgelopen week hebben wij onze zorgen geuit bij het Ministerie van Economische zaken over de situatie voor de kreeftjesvloot. Dit was tijdens het maandelijkse Visserijoverleg afgelopen dinsdag waar Durk van Tuinen en Derk Jan Berends namens de Nederlandse Vissersbond aan deel namen.
Andere knelpunten vanaf 1 januari 2016
Voor de gerichte scholvisserij met de boomkor (maaswijdte groter dan 120 mm) en twinrig (maaswijdte groter dan 100 mm) in de Noordzee zijn ook problemen te verwachten met ondermaatse schol die moet worden aangeland. Maar hier kunnen vissers uitwijken naar grotere maaswijdte om op die manier veel ondermaatse schol te lozen. Niet duidelijk is hoeveel de ophoging van het schol quotum zal bedragen per 1 januari 2016. Vorige week berichtte wij als over de problemen die te verwachten zijn op de wal (afslagen) met grote hoeveelheden ondermaatse schol waarvoor niet of nauwelijks afzet bestaat.