Voor de visserij op Noordzeegarnalen geldt een zogenaamde de-minimisvrijstelling op de aanlandplicht. Wat betekent dit precies en aan welke verplichtingen moeten vissers voldoen? In dit artikel zetten we alles nog een keer op een rij voor onze leden garnalenvissers.
Registratieplicht gequoteerde soorten
De vangsten die op grond van de de-minimisvrijstelling worden teruggezet in zee, moeten allen worden geregistreerd in het logboek op basis van een schatting. Hierbij wordt in het logboek aangegeven dat het om gediscarde vangst gaat. Voor meer informatie over vangst- en discardregistratie, klik hier.
Twee discardsonderzoeken
Er is altijd een limiet verbonden aan de hoeveelheid die terug in zee gezet mag worden van de soort waarvoor de de-minimisvrijstelling geldt. De Nederlandse overheid wordt geacht om dit bij te houden en aan de Europese Commissie te rapporteren hoeveel gequoteerde bijvangst er in de Nederlandse vloot terug gaat in zee. Ook is de Nederlandse overheid verantwoordelijk om toezicht te houden, zodat er niet meer bijvangst terug gaat in zee dan is toegestaan.
Self-samplingproject
In de garnalenvisserij is het heel moeilijk om een kloppende inschatting te maken van de hoeveelheid gequoteerde soorten die worden bijgevangen. Er zal daarom een project worden uitgevoerd om de de-minimisvrijstelling te kunnen onderbouwen en om beter inzicht te krijgen in de – tussen seizoenen en gebieden variërende – vangstsamenstelling van de garnalenvloot. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is de opdrachtgever van dit project en het project start in 2021 en zal bijna 3 jaren in beslag nemen.
Voor dit project worden garnalenvissers gevraagd om voor een aantal reizen gedurende het jaar twee emmers uit hun vangst apart aan te landen, zodat onderzoekers deze aan de wal kunnen uitzoeken en kunnen bepalen wat de vangstsamenstelling is. De garnalenvissers verzamelen in dit project dus zelf de samples, vandaar de naam self-samplingproject.
De dataverzameling in dit project is afgestemd met dataverzamelingsprogramma’s in Duitsland en Denemarken, zodat de verzamelde gegevens in de drie landen samen een beeld geven van de vangstsamenstelling van de hele garnalenvloot. Dit is niet alleen van belang om uitvoering te geven aan de aanlandplicht, maar ook om aan verplichtingen vanuit het duurzaamheidscertificaat MSC te voldoen. Het doel is om gedurende het project 200 samples te analyseren. Nederlandse garnalenvissers kunnen in de loop van het jaar vanuit hun PO het verzoek en instructies krijgen om monsters uit hun vangst te nemen.
Waarnemersreizen IRC Shrimp
Naast het self-samplingproject heeft de Nederlandse visserijsector samen met WMR het initiatief genomen om jaarlijks ook waarnemingsreizen uit te voeren in de context van het project International Research Cooperation (IRC) Shrimp. Binnen dit project worden door middel van een waarnemer aan boord gegevens verzameld over de vangstsamenstelling in de garnalenvisserij. Deze gegevens uit het project IRC Shrimp worden gebruikt om de data afkomstig van het self-samplingproject te kunnen valideren.
Een waarnemer van WMR gaat met regelmaat gedurende verschillende seizoenen en in verschillende visgebieden een week mee aan boord om monsters uit de vangst uit te zoeken, te meten en te registreren. Gedurende 2020 heeft WMR-onderzoeker Menko Dijkstra vangsten bemonsterd aan boord van de garnalenkotters SL 2, ZK 18, WON 17 en SCH 10. Garnalenvissers kunnen gedurende de looptijd van het project (tot februari 2023) het verzoek vanuit hun PO krijgen om een WMR-onderzoeker mee te nemen aan boord van hun schip.
Wanneer uit de dataverzamelingsprogramma’s een vergelijkbaar beeld ontstaat over de vangstsamenstelling, verhoogt dat de geloofwaardigheid en de zekerheid over de juistheid van de onderzoeksgegevens.
De-minimisvrijstelling
Een de-minimisvrijstelling op de aanlandplicht kan worden verkregen wanneer wetenschappelijk wordt aangetoond dat het heel moeilijk is om de selectiviteit van de tuigen verder te verhogen of wanneer wetenschappelijk wordt vastgesteld dat het aanlanden van een specifieke soort onevenredige economische gevolgen heeft voor de vloot. De aanlandplicht en dus de de-minimisvrijstelling geldt alleen voor soorten waarvoor een vangstbeperking geldt. De betreffende vrijstelling (artikel 11 lid 7 van verordening (EU) 2020/2014) voor de garnalenvisserij bedraagt in 2021 en 2023 ten hoogste 6% van de totale jaarlijkse vangsten van alle soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden. Dit percentage wordt in 2023 aangepast en verlaagd naar 5%.
De precieze de-minimisvrijstelling voor de garnalenvisserij (artikel 11 lid 7 van verordening (EU) 2020/2014) luidt:
in de visserij op Noordzeegarnaal door vaartuigen die in de Uniewateren van de ICES-sectoren 4b en 4c vissen met boomkorren:
een hoeveelheid van alle soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden, die in 2021 en 2022 niet meer dan 6 % en in 2023 niet meer dan 5 % bedraagt van de totale jaarlijkse vangsten van alle soorten in die visserijen waarvoor vangstbeperkingen gelden;
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Amerik Schuitemaker via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.