Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft vorige week het advies van de Landsadvocaat over ‘bestaand gebruik’ inzake de garnalenvisserij openbaar gemaakt.Tijdens het Commissiedebat Tuinbouw en Visserij, wat op 9 februari jl. plaatsvond, heeft Tweede Kamerlid dhr. Bisschop (SGP) aan Minister Adema verzocht het advies van de Landsadvocaat te delen met de Tweede Kamer. Vorige week heeft Minister Adema, per brief van 1 maart 2023, schriftelijk gereageerd en het advies van de Landsadvocaat gepubliceerd. Het advies vindt u hier.
Discussie ‘bestaand gebruik’
De discussie over de vraag of de garnalenvisserij bestaande rechten heeft en daarom aangemerkt zou moeten worden als ‘bestaand gebruik’ speelt al vele jaren. De sector is van mening dat de garnalenvisserij al decennialang bestaat en daarmee kan worden aangetoond dat het een bestaande activiteit betreft met bestaande rechten.
Vorig jaar is de discussie over ‘bestaand gebruik’ weer opgelaaid, als gevolg van de aanvraag voor een nieuwe Wnb-vergunning voor de garnalenvisserij. De sector heeft voorafgaand aan de vergunningaanvraag juridisch laten toetsen of de garnalenvisserij voor wat betreft stikstof als ‘bestaand gebruik’ kan worden beschouwd. In de vergunningaanvraag is hier een passage over opgenomen, waarbij de sector heeft gesteld dat de garnalenvisserij als ‘bestaand gebruik’ aangemerkt dient te worden.
Nadat de vergunningaanvraag is ingediend, is er afgelopen zomer met het ministerie van LNV opnieuw gesproken over ‘bestaand gebruik’ en is de Landsadvocaat om advies gevraagd over deze kwestie. Afgelopen najaar hebben we van het ministerie van LNV vernomen dat het gevraagde advies van de Landsadvocaat geen sluitend antwoord geeft op de vraag of de garnalenvisserij wel of juist niet als bestaand gebruik aangemerkt kan worden. Gelet op de onzekerheid heeft het ministerie ons erop gewezen dat de garnalenvisserij niet als ‘bestaand gebruik’ zal worden gekenmerkt.
Advies Landsadvocaat openbaar
De Landsadvocaat stelt in haar advies over bestaand gebruik dat de verschillende natuurvergunningen, oftewel de Nbwet- en Wnb-vergunningen, die de afgelopen jaren zijn afgegeven voor de garnalenvisserij niet als referentie gebruikt kunnen worden om vast te kunnen stellen dat er sprake is van bestaande rechten. Daarbij baseert de Landsadvocaat zich op eerdere rechtspraak in vergelijkbare zaken.
Volgens de Landsadvocaat kan vervolgens de vraag gesteld worden of er dan teruggevallen kan worden op een eerdere referentie. In dit geval zouden dat de reguliere visvergunningen kunnen zijn, zoals de GK- en GV-vergunningen. Vanuit de rechtspraak geldt dat een referentie, oftewel bestaande rechten, in principe niet kan worden ontleend aan tijdelijke toestemmingen. En daarin zit nu juist de moeilijkheid volgens de Landsadvocaat, want de vraag is of de reguliere visvergunningen tijdelijke toestemmingen zijn of niet.
De GK- en GV-vergunningen worden in principe gezien als tijdelijke toestemmingen, omdat deze vergunningen om de zoveel jaar opnieuw worden uitgegeven. Maar, zo stelt de Landsadvocaat, ook al zou er sprake zijn van tijdelijke toestemmingen, als deze tijdelijke toestemmingen telkens opnieuw (automatisch) worden afgegeven, kán dit worden aangemerkt als referentie. Daarmee is er een kans dat de garnalenvisserij als bestaand gebruik aangemerkt zou kunnen worden.
De Landsadvocaat stelt tot slot dat het lastig zal worden om bestaand gebruik op deze wijze aan te tonen, omdat er dan een reeks van opeenvolgende tijdelijke toestemmingen moet worden overlegd, vanaf 1994 tot heden. Het jaar 1994 betreft het zogeheten ‘referentiejaar’, waarmee wordt gedoeld op het jaar dat de Natura2000-wetgeving van kracht werd. Nu blijkt dat de overheid niet (meer) beschikt over alle vergunningen die sinds 1994 zijn uitgegeven.
De Landsadvocaat eindigt haar advies door te stellen dat het niet gegarandeerd is dat een rechter, ook als er een reeks van vergunningen van 1994 tot heden kan worden overlegd, tot de conclusie zal komen dat er inderdaad sprake is van bestaand gebruik.
Sector wint nader advies in
Voor de sector is het van belang dat er duidelijkheid komt, nu uit het advies van de Landsadvocaat niet duidelijk naar voren komt of de garnalenvisserij wel of geen bestaand gebruik is. Momenteel worden er gesprekken gevoerd met verschillende experts en wordt er juridisch advies ingewonnen. Daarbij wordt gekeken in hoeverre er, mede op basis van het advies van de Landsadvocaat, onderbouwd kan worden dat er voor de garnalenvisserij sprake is van bestaand gebruik.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt en/of Egbert van der Tuin.