In de eerste editie van het ANWB-ledenblad is een reportage opgenomen over een tocht met een sportvisser op de Noordzee. Daarop schreef de heer Langstraat, voormalig voorzitter van het Productschap Vis, de onderstaande brief.
Klik hier om het artikel (nogmaals) te lezen
Geachte heer Gorissen,
Mijn mail aan u heb ik gestuurd omdat het artikel over zeehengelen (Kampioen nr.1 van dit jaar) weliswaar lekker leesbaar is, maar de in sportvisserij op zee geïnteresseerde lezer op het verkeerde been zet.
De erin verstrekte informatie over de visstand is volledig achterhaald. Zo wordt gemeld dat de stand van voor de sportvissers interessante zeebaars goed is in tegenstelling tot enkele andere met name genoemde vissoorten.
De door de deskundige wetenschappers vastgestelde feiten geven notabene het tegenovergestelde aan van wat in uw artikel gemeld wordt. Het gaat de laatste paar jaar namelijk zeer slecht met de zeebaarsstand, terwijl inmiddels de bestanden van vrijwel alle andere commerciële vissoorten goed is en de vangstquota zodanig zijn vastgesteld dat daardoor duurzaam kan worden gevist.
Ter onderbouwing van deze stelling heb ik in mijn vorige mail twee website-links gemeld van overheid en wetenschappers met objectief vastgestelde informatie over de Noordzee visbestanden.
Van de ANWB mag ik verwachten dat zij de informatieverstrekking laat berusten op feiten en niet op mythen die worden gevoed door de situatie uit een verleden dat al een aantal jaren achter ons ligt.
Ik heb mijn reactie aan u gemaild omdat ik als voormalig topbestuurder van de vissector te veel heb ervaren dat aan slecht nieuws publicitair veel aandacht werd besteed en dat, is mij herhaaldelijk door journalisten gezegd, goed nieuws geen nieuws is. Het resultaat is dat het imago van onze zeevisserij nog steeds negatief beïnvloed wordt door de situatie in het verleden. Met uw artikel doet u daaraan mee.
Graag verzoek ik u daarom in het volgende nummer mijn reactie in de rubriek ‘post’ op te nemen of een rectificatie op uw artikel te melden.
Een kopie van deze mail stuur ik aan het vakblad Visserijnieuws en aan de beroepsorganisaties in de Nederlandse Zeevisserij.
Met vriendelijke groet,
Drs. D.J. Langstraat
Voormalig voorzitter van het Productschap Vis
Voormalig voorzitter van het Raadgevend Comité voor de visserij in de EU
Zeehengelaar
Ook de Vissersbond heeft een brief ingezonden:
Beste Kampioen,
Zoals u wellicht bekend is, eten Nederlanders te weinig vis. De Kampioen kan dit tij mede keren. Want hopelijk krijgen veel leden na het lezen van het boeiende artikel ‘Hengelen naar schar en rust’ van Pauline Bijster in de eerste editie van de Kampioen van 2017 ook zin op zee eens een hengel uit te werpen. Hopelijk nemen al die lezers hun zelfgevangen vis mee naar huis om die zelf te bakken en lekker op te eten. En… hopelijk gaan ze daarna vaker zeevissen en zo niet, dan in elk geval vaker een vers visje kopen op de markt of in de winkel.
Helaas heeft uw redactrice een paar feiten net omgedraaid, waardoor een deel van de leden voortijdig afhaakt van hun zeevis-voornemen. Pauline schrijft dat tien vissoorten het afgelopen decennium zijn teruggelopen en dat alleen de zeebaars is toegenomen. Het is net andersom: alle visbestanden in de Noordzee staan er goed voor, behálve de zeebaars. Om deze vissoort te beschermen, is juist een gedeeltelijk vangstverbod van kracht. Recreatieve vissers mogen maximaal 10 zeebaarzen per persoon per maand voor eigen gebruik meenemen (in de maanden januari plus april tot en met december). In februari en maart geldt dat ze alle zeebaarzen verplicht terugzetten.
Vriendelijke groet,
De Nederlandse Vissersbond