De Nederlandse overheid, visserijsector en vakbonden praten al jaren over het wijzigen van de bemanningsvoorschriften aan boord van vissersschepen, het wijzigen van het Besluit Zeevisvaartbemanning. De deadline voor het nieuwe besluit is al meerdere keren verschoven. Geschilpunten zijn onder andere het vormgeven van goede uitkijk tijdens nachtelijke uren en de opleidingseisen voor officieren aan boord van schepen tot 24 meter. Verder speelt ook de problematiek van de kleine vissersvaartuigen tot 15 meter die momenteel niet onder de scheepvaartinspectie vallen waarvoor niets is geregeld.
Goede uitkijk en voldoende rust
Een goede uitkijk is van levensbelang voor schip en bemanning. Dat geldt voor alle schepen dus ook voor de beroepsvisserij. Internationaal zijn er richtlijnen opgesteld waar een goede uitkijk aan moet voldoen zo ook het COLREGs (Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972) waarvan regel 5 luidt: “every vessel shall at all times maintain a proper look-out by sight and hearing as well as by all available means appropriate in the prevailing circumstances and conditions so as to make a full appraisal of the situation and of the risk of collision”.
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) is van mening dat een goede uitkijk tijdens de nachtelijke uren betekent dat er twee man in de brug moeten staan. De visserijsector is van mening dat een goede uitkijk betekent dat er gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare hulpmiddelen en dat dit prima kan plaatsvinden door één bekwaam persoon in de brug tijdens de nachtelijke uren. Maar dat er wel een tweede man voor uitkijk in de brug moet zijn als de omstandigheden daar om vragen zoals in het geval van mist, storm en tijdens het oversteken van drukke vaarwegen. Voor een goede uitkijk geldt altijd dat deze voldoende uitgerust dient te zijn. Dit vraagt van schipper en bemanning de nodige flexibiliteit in het werk- en rustschema. Om die reden heeft de visserijsector werk- en rustschema’s ontwikkeld voor verschillende visserijen om aan te tonen dat ieder bemanningslid voldoende rust krijgt gedurende de week. Nederlandse Vissersbond heeft veel tijd en energie gestoken in het ontwikkelen van deze schema’s en die uiteindelijk door de Sectorraad Visserij zijn overgenomen in het advies aan het Ministerie.
Opleidingseisen officieren
Het Ministerie van I&M wil voor officieren (schipper/plaatsvervangend schipper en machinisten) voor vissersschepen tot 24 meter met een motorvermogen tot 750 KW in onbeperkt vaargebied SW5 verplicht stellen waar dit nu SW6 is. Dit heeft voor de bestaande bemanningen niet direct gevolgen omdat men een overgangsperiode in gedachten heeft maar voor schoolverlaters wel. Het is nu al moeilijk om aan voldoende gekwalificeerde bemanningen te komen en dat wordt er met dalende instroom op het maritieme onderwijs niet beter op, zeker niet als de opleidingseisen worden verhoogd voor de categorie schepen tot 24 meter met een motorvermogen tot 750 KW. Voor verschillende visserijen zoals die op kreeftjes zou dit wel eens het einde kunnen betekenen. In principe wordt SW5 dan de norm. Verder is het maar de vraag wat de bijdrage is aan de veiligheid voor schip en bemanning van het verzwaren van deze eisen. Gekeken zal ook moeten worden naar de internationale richtlijnen/afspraken op dit gebied. Hierover vindt nog discussie plaats en het laatste woord is hierover nog niet gesproken.
Problematiek kleine vissersvaartuigen
Op dit moment worden er door de overheid geen eisen gesteld aan vissersvaartuigen en hun bemanning voor vissersschepen tot 15 meter en met een motorvermogen tot 750 KW. Dat gaat veranderen als het aan het Ministerie van I&M en de visserijsector ligt. De huidige situatie waarin er niets is geregeld is onwenselijk. Gelukkig is het aantal incidenten waarbij dit soort vaartuigen betrokken is gering maar het kan een keer mis gaan en dat willen alle partijen voor zijn. Het voorstel is om voor het vaargebied tot 12 mijl een speciale cursus te ontwikkelen voor schepen tot 15 meter waarin de elementaire onderdelen zijn opgenomen op het gebied van navigatie en veiligheid. Het is een opstap voor diegenen die ook SW6 willen halen wat nodig is om buiten de 12 mijl te kunnen varen en vissen voor schepen tot 24 meter. Ook hier geldt dat er een overgangstermijn zal moeten gelden want veel opvarenden in de kleine vloot tot 15 meter beschikken niet over een opleiding SW6 . Het Ministerie zal binnenkort met alle vertegenwoordigers van de kleine vloot, vooral staandwantvissers en lijnenvissers, in gesprek gaan over het voorstel.
Vervolgproces
De Nederlandse overheid wil nog dit jaar komen tot een wijziging van de regelgeving. De komende maanden zullen de voorbereidende gesprekken tussen het Ministerie, de visserijsector en vakbonden, waarvan de laatste verenigd zijn in de Sectorraad Visserij, plaatsvinden. Nederlandse Vissersbond neemt daar actief aan deel in het belang van de leden, groot en klein.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met het secretariaat van de Nederlandse Vissersbond, Derk Jan Berends: T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.