De eerste aanvragen voor een vaarbevoegdheid met SW5-functies van schippers die al in het bezit zijn van een SW6 vaarbevoegdheid, komen binnen bij de Nederlandse Vissersbond. Belangrijk hierbij is om te weten dat, schippers die na het behalen van hun SW-5 diploma en een eerste vaarbevoegdheid voor schipper op een grote kotter aanvragen, slechts 3 maanden vaartijd hoeven op te doen in een functie die hoort bij het SW5-diploma, de overige vaartijd mag men opdoen in de SW6-functie die men al had. Ze hoeven dus niet hun volledige vaartijd (3 jaar) te voldoen.
Het probleem van de vaartijd
In het verleden was de vaartijd een probleem voor ervarenvissers met een SW6-functie die door wilden stromen naar SW5-functies. Bijvoorbeeld: een SW6-schipper met tien (10) jaar ervaring op een grote kotter (tot 45 meter tot 1125 KW) voor beperkt vaargebied (tot 30 mijl). Hij ging de SW5+ opleiding volgen tegelijk met iemand die net zijn SW6-diploma heeft behaald (schoolverlater).. Op het moment dat ze beiden aanvraag doen voor een vaarbevoegdheidsbewijs, staat de teller voor wat betreft de vaartijd van beide op nul. De ervaren schipper moet, net als de schoolverlater, eerst weer drie (3) jaar als plaatsvervangend schipper op schepen tot 60 meter varen, voordat hij zijn schipper vaarbevoegdheid tot 60 meter kan krijgen. Voor iemand die al jaren ervaring heeft als plaatsvervangend schipper, weliswaar in beperkt vaargebied, is dat erg frusterend. In feite was er voor de overheid bij het verstrekken van een vaarbevoegdheid geen verschil tussen een schoolverlater en een ervaren visserman die al jaren als plaatsvervangend schipper of schipper op een kleiner vaartuig (tot 24 meter) dienst had gedaan.
Oplossing snel gevonden
Gelukkig is er vorig jaar na een werkbezoek tussen KIWA en de Nederlandse Vissersbond een oplossing gevonden (link artikel). Deze is als volgt: ervaren schippers die na het behalen van hun SW5-diploma een aanvraag doen voor een vaarbevoegdheid schipper tot 60 meter voor onbeperkt vaargebied, hoeven slechts drie (3) maanden in een lagere functie als plaatsvervangend schipper te varen, mits ze kunnen aantonen dat ze alle benodigde vaartijd hebben opgedaan in die lagere (SW6-) functie. Die drie (3) maanden zijn, ondanks de ervaring die de schipper heeft, bedoeld om te wennen in de nieuwe SW5-functie. Immers was de schipper al bevoegd op vissersvaartuigen tot 45 meter met een vermogen tot 1125 KW in beperkt (tot 30 mijl) vaargebied. Uitgaande van het voorbeeld kan de ervaren schipper dus na het behalen van zijn SW5-diploma binnen drie (3) maanden beschikken over een vaarbevoegdheid van schipper op een grote kotter (tot 60 meter) in onbeperkt vaargebied. “Voor deze praktische oplossing zijn wij de mensen van KIWA en ILenT nog steeds dankbaar. Nu is het vooral voor de vissers die het aangaat goed opletten dat men de juiste vaartijd in de juiste functie opdoet om ook daadwerkelijk gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheid. Wij helpen de vissers hier graag mee en adviseren ze als dat nodig is”, aldus Ruth Roman, medewerkster bemanningszaken van de Nederlandse Vissersbond.
Blijven werken aan oplossingen
De afgelopen jaren is zowel door het KIWA als de Nederlandse Vissersbond en de Stichting Sectorraad Visserij, geïnvesteerd in een goede samenwerking bij het aanvragen van vaarbevoegdheden. Het heeft ertoe geleid dat problemen opgelost konden worden. “Daar gaan we dus mee door zodat we de bemanningsleden op de vloot kunnen ontlasten” aldus Ruth Roman.
Voor meer informatie
Kunt u contact opnemen met Ruth Roman via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.