“De Brexit betekent dat er steeds weer nieuwe uitdagingen op ons af komen, maar dit is wel een erg ingewikkelde en ongelooflijk omvangrijke kwestie. Menig visser denkt hier wat mij betreft veel te lichtvaardig over. Dit is meer schokkend dan de destijds ingevoerde quotering omdat er ontegenzeggelijk een verschuiving komt van bestaande eerder verworven visserijrechten binnen de EU. Dat gaat ongetwijfeld pijn doen, alleen is niet bekend hoe, wat, waar en wanneer. Ook blijven we tot op het laatste moment in grote onzekerheid. Dat gaat heel zuur worden voor de visserij en ik meen een realistisch scenario te moeten schetsen. Scheiden is delen, sommigen kennen dat. Volgens de kenners bij de Ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, is de complexiteit van de Brexit de grootste uitdaging” – aldus Johan Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond.
Impact van Brexit in de ogen van de Britten
Het Britse Lagerhuis heeft op 26 augustus 2016 een rapport gepubliceerd onder de titel Brexit: impact across policy areas. In het rapport worden voor verschillende beleidsterreinen de gevolgen in kaart gebracht van het verlaten van het Verenigd Koninkrijk (VK) van de Europese Unie (EU), de zogenaamde ‘Brexit’ (Brittain Exit).
Klik hier voor het rapport in het Engels.
Statistieken
- Het Verenigd Koninkrijk is een zogenaamde ‘netto betaler’ betaalt meer aan de Europese Unie dan het daarvan ontvangt. In absolute waarde is dat netto 5,7 miljard Britse pond (2015) en daarmee staan ze op de derde plaats net voor Nederland met 5,1 miljard Britse pond. Met de netto betaling per hoofd van de bevolking staat het Verenigd Koninkrijk op de achtste plaats, Nederland op de eerste.
- Het Verenigd Koninkrijk is sterk afhankelijk van de handel met de EU (2014) als het gaat om import (52,9%) en export (44,4%). De import en export met Nederland zijn gelijk met 6,6%.
- De groei van het nationaal bruto product van het Verenigd Koninkrijk bedraagt 2% (2015) en ligt daarmee hoger dan het EU gemiddelde van 1,2%.
- De agrarische sector in het Verenigd Koninkrijk is tussen 50-60% afhankelijk van EU subsidie.
Het dilemma van het kiezen
De Britten zullen de komende jaren stevig moeten onderhandelen met de EU om ervoor te zorgen dat Brexit ook daadwerkelijk een netto-voordeel voor hen wordt. De sterke afhankelijkheid van de EU maken het onderhandelen er niet makkelijker op. Op het gebied van handel heeft het VK twee opties: lid worden van de Europese Economische Ruimte (European Economic Area of EEA) met toegang tot de EU markt of zaken doen volgens de regels van de Wereld Handels Organisatie (WHO). De eerste optie sluit het beste aan bij de huidige positie maar betekent dat er nog steeds financiële en andere EU verplichtingen zullen zijn zoals vrij verkeer van mensen en goederen echter zonder Britse invloed op het EU beleid. Die boodschap is lastig uit te leggen aan de voorstemmers van Brexit maar komt tegemoet aan de tegenstemmers. Een veel gehoord argument van de voorstemmers van Brexit was het EU beleid op het gebied van immigratie. De stroom van vluchtelingen naar de EU en de verplichtingen die dat voor lidstaten met zich meebrengt is een aanleiding om de eigen koers te willen bepalen. In het rapport wordt de mogelijkheid geschetst om alleen hoog gekwalificeerde economische immigranten toe te laten. Dat kan niet binnen de huidige EU regels maar na de Brexit wel. Handelen via de WHO regels betekent echter een enorme ommezwaai voor het VK aangezien de handel dan beperkt wordt onder andere door export heffingen van de EU. Het dilemma van het kiezen na Brexit.
Onzekerheid voor agrariërs, vissers en de natuur
Het wegvallen van EU-subsidies voor agrariërs en vissers in het Verenigd Koninkrijk betekent grote onzekerheid voor beide sectoren die voor een belangrijk deel hiervan afhankelijk zijn. De Britse overheid heeft toegezegd tot 2020 directe subsidies te zullen blijven verstrekken. Het betreft een tijdelijke maatregel om ondernemers klaar te stomen voor de nieuwe realiteit. Agrariërs en vissers zullen klaargestoomd moeten worden voor het produceren op de wereldmarkt waar andere marges gelden dan binnen de EU. Om voldoende rendement te kunnen behalen zullen er schaalvoordeleen gecreëerd moeten worden door meer te gaan produceren. Dat kan ten koste gaan van de natuur wordt gevreesd door het Britse Lagerhuis. De grote vraag is hoe het visserijbeleid van het VK er na de Brexit uit gaat zien. Houdt men vast aan de door de Britten geïnitieerde Aanlandplicht? Mogen Nederlandse vissers straks nog wel met pulstuigen vissen in de Britse wateren?
Vissers in het VK voeren de druk op
De Britse visserijminister George Eustice heeft tijdens een hoorzitting door een speciale parlementaire commissie verklaard dat de Britse overheid zich zal houden aan duurzame visserij (Maximaal Duurzame Oogst, Maximum Sustainable Yield of MSY), een vorm van Aanlandplicht en vangstadviezen van ICES. Volgens Eustice is het Britse aandeel in de Noordzee quota eerlijk maar dat geldt niet voor de Keltische zee en Het Kanaal (bron: Fishing News, 22 September 2016). De druk van de Britse visserijsector op de overheid om betere voorwaarden na Brexit te creëren neemt toe. Vissers willen niet teleurgesteld worden. De Schotse visserijorganisaties, Scottish Fishermen’s Federation (SFF) en de Scottish Association of Fish Producers’ Organisations (SAFPO), hebben een wensenlijstje opgesteld onder de titel Scottish Fisheries Post-Brexit: A Sea of Opportunities. De vissers willen onder andere een eerlijker aandeel in de visrechten (quota) en schatten hun kansen sterk in.
Wederzijdse afhankelijkheid
Voor de vissers betekent Brexit een periode van grote onzekerheid, zowel in het VK als de EU. De Britse vissers krijgen het volledige visrecht over hun eigen wateren, de 200 mijl Exclusieve Economische Zone. De Britse overheid kan in eigen wateren beperkingen opleggen aan buitenlandse vissers om de eigen vloot te beschermen. Daar staat tegenover dat de EU ook beperkingen kan opleggen aan Britse vissers die in EU wateren willen vissen. Bovendien worden vissen niet gehinderd door nationale grenzen en zal er jaarlijks onderhandeld moeten worden over de vangstmogelijkheden voor vissers van het Verenigd Koninkrijk, EU-lidstaten en andere kustlanden zoals Noorwegen. Het aandeel van het VK in het quotum per vissoort zal bepaald moeten worden. In het geweld van alle onderhandelingen tussen het VK en de EU over grote economische belangen loopt de visserij als relatief kleine sector het gevaar een sluitpost te worden. De vangstmogelijkheden van de Nederlandse vloot mogen beslist niet worden weggegeven ten gunste van sectoren als de landbouw of energie.
De Nederlandse vloot is sterk afhankelijk van toegang tot de Britse wateren. Nederlandse eigenaren van Britse vissersvaartuigen zijn weer afhankelijk van toegang tot EU-wateren. Het beperken van die toegang betekent verlies aan vangstmogelijkheden en economische schade. De voorstemmers van Brexit in de visserij realiseren waarschijnlijk onvoldoende wat de ontvlechting van Britse en EU belangen betekent vooral voor de Nederlandse vissersvloot. Het is maar de vraag of de Britse vissers er beter van zullen worden. Vissers hebben als geen ander vrijheid nodig om hun boterham te kunnen verdienen – Vissers van de vrije zee – zoals EMK dat met recht noemt. Om maar niet te spreken van de dramatische gevolgen die een Nexit (Nederland Exit) zouden hebben.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt of Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.