Vechten tegen windmolens? Op regelmatige afstand van elkaar steken gele palen een meter of tien boven het kalme water van de Noordzee uit. Het zijn de statieven van de 150 windmolens die gezamenlijk het windpark Hollandse Kust Zuid vormen. Het windpark Hollandse Kust Zuid heet ook een proeftuin voor het bevorderen van de biodiversiteit. Ik sprak een visser die heel zijn visgebied kwijt is.
Massaal aanwezig
In 2030 zal het grootste deel stroom in Nederland komen van windmolens op zee. TenneT staat aan de lat om die elektriciteit aan land te krijgen. Het park, dat door energiebedrijf Vattenfall wordt gebouwd moet in 2023 klaar zijn en zal dan energie opwekken voor meer dan twee miljoen huishoudens. Stopcontacten zo groot als een fabriek moeten de aansluitingen met stekkers verzorgen. Deze installaties zijn elders gebouwd en per schip en kranen geplaatst. De windmolens die ook op gele palen komen zijn de grootste die ooit op deze schaal zijn geïnstalleerd. De turbines worden onderling verbonden en aangesloten op het transformatorplatform dat iets verderop in zee staat. De grijze bovenkant van het platform werd in het buitenland gemaakt en is afgelopen weken in zijn geheel op de gele onderkant geplaatst. Ongeveer tachtig man werken in ploegendienst om het stopcontact gereed te maken. Er wonen nu honderd man op zo’n werkschip dat met vier dikke palen verankerd is in de zeebodem. Wanneer aangesloten houdt dat in dat het de stroom van het windpark naar land kan transporteren. Zodra het stopcontact af is kunnen windmolens aangesloten worden en direct stroom gaan leveren. Het transformatorplatform bundelt de stroom van 66.000 volt naar 220.000 volt en brengt het met een kabel aan land. Via een aantal tussenstations komt de stroom vervolgens in het hoogspanningsnet van Nederland. Daarnaast fungeert het platform als een soort meterkast. Bij teveel stroomproductie kunnen windmolens uitgeschakeld worden.
Wind is een nieuw businessmodel voor de Noordzee
Het bevoorradingsschip dat de netbeheerder voor de gelegenheid heeft gecharterd vaart op veilige afstand langs het transformatorplatform. Eind januari werd de gele onderkant van het stopcontact nog geramd door het vrachtschip Julietta D., dat tijdens zware storm Corrie op drift was geraakt. De schade viel nog mee, maar de schrik zat er goed in bij de netbeheerder. In 2030 zal de meeste stroom in Nederland komen van windmolens op de Noordzee. Vertragingen bij de aanleg zijn dus uit den boze. Daar komt bij dat het kabinet de bestaande ambitie van 11,2 gigawatt aan windenergie in 2030 recent verhoogd heeft naar 21 gigawatt. Daarmee zal de Noordzeewind over acht jaar in maar liefst 75 procent van onze huidige elektriciteitsbehoefte voorzien. En daar blijft het niet bij. Want onder invloed van elektrificatie zal onze vraag naar stroom alleen maar toenemen. De verwachting is dat in 2050 tussen de 38 en 72 gigawatt windenergie op zee nodig zal zijn. Om al die duurzame stroom aan wal te brengen zijn veel meer van dit soort grote stopcontacten op zee nodig. En daar zijn veel mensen voor nodig.
Van een zee die belangrijk was voor de voedselvoorziening met het vangen van vis is de transitie ingezet naar een zee waar energiewinning de hoofdzaak van ruimtegebruik is geworden. Een boer die een windmolen op zijn erf heeft kan er nog financieel van genieten. De visserman krijgt er nul komma nul voor terug. De zee is van iedereen wordt er dan gezegd. Een kwestie van politieke prioriteiten stellen. We zijn met weinig en zullen met nog minder overblijven als dit zo doorgaat. Is het vechten tegen windmolens dan zinloos? Don Quichot bestreed gevaren die er in werkelijkheid niet waren. Deze molens staan er echt. Ik sprak een visserman die zijn hele visserijgebied hierdoor is kwijtgeraakt.