Wanneer we het over voeding hebben, dan spreken we vandaag de dag over keurmerken om een waarborg te geven aan de duurzaamheid van het product. Althans, het wordt ons duidelijk gemaakt dat de meeste mensen dit (nog) doen. Ik heb daar mijn vraagtekens bij. Volgens mij heeft de consument meer gevoel bij een herkenbaar product waarvan de herkomst duidelijk is. Lokaal voedsel, gekocht van een persoon die graag wil dat je volgende keer weer terugkomt. Dat schept een band en daar kan geen keurmerk tegenop. Het keurmerk kan hooguit een steun in de rug zijn om een begin van vertrouwen te creëren.
Milieu Centraal
Belangrijke pijlers om een score aan duurzaamheid te geven zijn de invloed op klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn, controle op naleving van het keurmerk en de ambities van het keurmerk. Helaas halen veel consumenten deze informatie van online-websites, met als gevaar dat de meest gelikte pagina’s de hoogste score krijgen en dus de meeste bezoekers trekken. Je kunt je afvragen hoe betrouwbaar de scores van deze zogenoemde ‘duurzame producten’ dan nog is. Er is echter wel degelijk een organisatie die toezicht houdt op keurmerken; de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal. Het merk met de grootste ambitie en hoogste score krijgt het predicaat ‘Topkeurmerk’. Milieu Centraal heet onafhankelijk te zijn en ik heb (nog) geen reden daaraan te twijfelen. Van elk keurmerk wordt een score gegeven. De doelgroep is de consument, maar ook de inkopers van supermarkten. Milieu Centraal doet er een jaar over om alle keurmerken te ordenen en een score te geven. Dat zegt iets over de complexiteit van het onderzoek.
Welk doel heb je voor ogen?
Deze vraag werd voorgelegd aan Paulien van de Geest, strategisch communicatieadviseur bij Milieu Centraal. Haar antwoord: “Uiteindelijk is het doel om de hele voedselproductie, van de landbouw tot de visserij, te verduurzamen. Door niet meer de aarde uit te putten en tegelijkertijd te zorgen dat boeren, telers en vissers een goede prijs krijgen voor hun producten. De keurmerken helpen daarbij, omdat ze verduurzaming meetbaar en zichtbaar maken. Een ander doel is het laten verdwijnen van de zwakke beeldmerken. Er zijn allerlei logootjes waar geen eisenpakket aan zit, maar die puur vanwege marketing worden gebruikt. Bijvoorbeeld producten waar een blije koe of kip op staat, maar die geen eisenpakket voor dierenwelzijn hebben. Dat is misleidend en daardoor wordt de consument wantrouwig, waardoor ze ook de Topkeurmerken minder vertrouwen. Dat is geen goede ontwikkeling.”
ACM
Wat Paulien zegt, spreekt mij aan: “Dat boeren, telers en vissers een goede prijs krijgen voor hun producten”. De Autoriteit Consument en Markten (ACM) krijgt hier voorlopig nog niet de ruimte voor van de EU. Wij mogen als organisaties, zowel individueel als gezamenlijk, in de EU nog steeds geen minimumprijzen stellen voor de betere producten. De ACM moet dus heel liberaal blijven handelen, met als gevolg dat de eeuwige competitie (wedstrijd) waarin de vissers zitten niet doorbroken zal worden. Ik ga binnenkort eens contact opnemen met Milieu Centraal. Misschien kunnen we samen wat bereiken.