Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was het jagen op zeehonden nog gebruikelijk in Nederland. Het dier werd schadelijk geacht voor de visserij en om die reden besloot de overheid al in 1591 een premiestelsel in te voeren: iedereen die een dode zeehond kon tonen kreeg een geldelijke beloning. Vanaf 1961 werd de jacht geleidelijk aan verboden. Dat er niettemin nog illegaal gejaagd werd blijkt uit het feit dat er nog tot 1970 jaarlijks huiden te koop werden aangeboden.
Lenie en Pieterburen
Gemeentesecretaris Wentzel had al in 1961 een bassin in zijn achtertuin waarin jonge zeehonden werden opgevangen. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de zeehondenopvang. Voor de opvolging kwam eigenlijk maar één persoon in aanmerking: ‘zeehondenmoeder’ Lenie ’t Hart, de vrouw van hoofdonderwijzer ’t Hart in Pieterburen. Nina van den Broek publiceerde in 2019 een boek over de vrouw die vroeger al bekend stond als degene naar wie je zieke dieren kon brengen.
Milieu op de agenda
In 1965 werd de Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee opgericht. Aanleiding daarvoor was het plan om Ameland door dammen met de wal te verbinden. Daarna kwamen ook plannen op de tekentafel om de Waddenzee in te polderen voor het ombouwen tot landbouw-, natuur- en recreatiegebied. Geen wonder dat de vissers achter de oprichting van de Waddenvereniging stonden. Lenie ’t Hart wist altijd met haar onconventionele aanpak de milieuproblematiek hoog op de agenda te krijgen. In 1972 was er het initiatief van de Club van Rome om het rapport ‘Grenzen aan de groei’ uit te brengen. Dat sloeg in als een bom en was een begin van het anders denken.
Lenie gaf de opgevangen zeehonden allemaal een naam. Ze bracht de zeehond onder de mensen en verkondigde haar werk over de hele wereld. Het beeld van de ernstig zieke zeehond (toen) laat zien hoe je door milieuvergiftiging om het leven kan komen. Lenie benadrukte hiermee dat ook de mens zichzelf aan deze gevaren blootstelt. De zeehond kreeg hierdoor een signaalfunctie: ging het slecht met het dier, dan werd de mens gewaarschuwd. PCB’s in zeehonden werden aangetoond en zo werden ze de barometer van het milieu op de Waddenzee.
Rampjaar 1988
In het jaar 1988 voltrok zich een epidemie onder de zeehonden. Het virus bleek uit de Noordelijke IJszee van zadelrobben te komen. In hetzelfde jaar had de visserij te kampen met het zinken van de giftanker Anna Broere. De visserij rond het wrak moest voor langere tijd gesloten worden waar een vloot kabeljauwvissers behoorlijk mee te kampen had. Het milieu stond onder grote druk en Lenie en haar mensen ook. Schadeloosstelling is er voor vissers en zeehonden nooit geweest.
Een missie
Lenie kreeg het als enige voor elkaar om gratis de muziek van popgroep Queen te mogen gebruiken. Er werd een TV-commercial gemaakt van een zeehond die werd vrijgelaten na een langdurige herstelperiode: het beestje ging de vrijheid tegemoet onder begeleiding van de muziek ‘It’s a Beautiful Day’. Een enorm gevoel van performance werd daarmee blootgelegd. In elke bioscoop draaide haar werk. Overal ter wereld wisten mensen de zeehondencrèche in Pieterburen te vinden. De minister van Mauritanië vroeg aan Lenie of de Nederlandse vissers geen belangstelling hadden om daar te vissen. De Urkers bleken géén belangstelling te hebben en zo kwam ze voor een hartelijke ontvangst in IJmuiden terecht. Mogelijk als dank mocht Lenie in 1999 daardoor bij de tewaterlating van de trawler ‘Afrika’ zijn. In haar lange loopbaan werd Lenie respectvol onderscheiden door allerlei hoge lieden uit alle hoeken van de wereld, waaronder Koninklijke decoraties. Respect voor een volhardende vrouw met passie en een missie. Nina’s boek over Lenie sluit feitelijk af met een metaforische omschrijving van deze bijzondere vrouw: ze is niet in een hokje te krijgen waar anderen haar willen hebben. Vrijheid. Geen regels, maar avontuur.
Deze column van Johan K. Nooitgedagt verscheen eerder in Vismagazine.