De Nederlandse Vissersbond betreurt het dat BN’ers naakt poseren met vissoorten voor een boodschap over de (Noordzee)visserij die niet strookt met de realiteit. Met de campagne wil een natuurorganisatie aandacht vragen voor overbevissing, terwijl er in Europees verband juist alles aan wordt gedaan om visbestanden gezond te houden of met herstelprogramma’s weer op een gezond niveau te krijgen.
Suggestieve informatie
“Deze campagne zet de consument op een verkeerd spoor. Er wordt suggestieve informatie over visbestanden geuit, maar het complete verhaal achter (het herstel van) de visbestanden vergeet de natuurorganisatie te vermelden. Jammer en teleurstellend dat BN’ers hun naakte lichaam beschikbaar stellen om een vertekend beeld van de visserij te promoten”, vindt Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond.
Wat is overbevissing?
Wat is eigenlijk overbevissing? Op internet treffen we verschillende definities aan. “Overbevissing is het verschijnsel dat te veel vis in een bepaald gebied gevangen wordt, wat leidt tot het verdwijnen van die vissoort in dat gebied” of “Een soort wordt, simpel gezegd, overbevist als men meer vangt dan er door natuurlijke aanwas bij komt. Door overbevissing zakt het paaibestand van de soort (de dieren die voor nakomelingen kunnen zorgen) onder het `veilig biologisch minimum”.
Die laatste definitie van ‘overbevissing’ wordt ook door de internationale visserijwetenschappers (ICES advies) gehanteerd. Het advies dat ICES jaarlijks geeft aan de Europese Commissie over de vangst van commerciële vissoorten is erop gericht om een maximale duurzame oogst (maximum sustainable yield of kortweg MSY) te bereiken. Dat wil zeggen: niet meer onttrekken uit de zee dan de jaarlijkse productie op het moment dat er sprake is van een robuust visbestand. Voor veel commerciële vissoorten in de Noordzee en aangrenzende wateren zijn MSY-normen door ICES gedefinieerd. Voor een aantal soorten is dat niet het geval omdat er te weinig informatie over bekend is.
Een eerlijke uitleg
De Nederlandse Vissersbond geeft graag een eerlijke uitleg over hoe de bestanden er echt voor staan, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek (ICES).
Doornhaai; op een doornhaai – waar actrice Vivienne van den Assem mee staat afgebeeld – wordt niet gericht gevist. Als de doornhaai toch onbedoeld wordt gevangen, dan mag deze volgens de regelgeving niet worden aangeland. Dat betekent dat als een doornhaai onbedoeld in de netten terechtkomt, vissers deze onmiddellijk levend terug in de zee moeten zetten. Doordat de doornhaai niet aangeland mag worden, heeft deze geen economische waarde en wordt dit soort door vissers beschouwd als een ongewenste bijvangst.
Mul; de Nederlandse Vissersbond is uiterst verbaasd dat deze vissoort in de campagne tegen overbevissing voorkomt. Er wordt namelijk maar beperkt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar deze vissoort en daardoor is er niet bekend hoe dit bestand er precies voor staat. Er zijn geen normen gedefinieerd op basis van MSY. De internationale visserijbiologen van ICES hebben geen vangstadviezen voor mul afgegeven.
Op basis van de beschikbare informatie, geeft ICES wel een indicatie van de relatieve omvang van de paaibiomasse (SSB), de visserijsterfte (F) en de relatieve recruitering van mul. Daarin geeft ICES aan dat er na jaren van mindere aanwas (recruitment oftewel jonge vis), in 2018 sprake was van een grote aanwas. Dat is goed nieuws voor de mul in de Noordzee en het Engelse Kanaal. Volgens ICES is het bestand aan paaibiomassa wel afgenomen en de visserij-inspanning toegenomen. Het probleem is dat er geen MSY-norm is vastgesteld zodat er wetenschappelijk gezien niet kan worden gesproken van overbevissing of veilige bevissing.
Blonde rog; er is een sterke toename van allerlei soorten roggen in de hele zuidelijke Noordzee. Bovendien wordt voor het bestand jaarlijks een totale vangsthoeveelheid (total allowable catch of TAC) en een quotum vastgesteld en daar houden de vissers zich ook aan.
ICES adviseert welke vangsthoeveelheid (TAC) verantwoord is voor blonde rog. Ook voor dit bestand geldt dat er nog te weinig informatie is om een nauwkeurige bestandsschatting te kunnen maken en een duurzame vangsthoeveelheid op MSY-niveau te adviseren. ICES geeft wel een indicatie van de relatieve omvang van de paaibiomasse (SSB), van de blonde rog. Wat hierin opvalt is de sterke toename van blonde rog in de Noordzee vanaf 1988.
In de praktijk blijkt het quotum voor roggen veel te laag. Vissers leggen zichzelf het hele jaar beperkingen op om aan het quotum te kunnen voldoen, maar moeten toch veel blonde en andere roggen levend weer overboord zetten. Uit onderzoek blijkt dat roggen sterk zijn en na terugzetten overleven.
Om meer (bestands)informatie te vergaren voor betere vangstadviezen over roggen in de Noordzee, werkt de Nederlandse visserijsector samen met wetenschappers in het project ‘OSW 2.1’.
Tarbot; voor tarbot in de Noordzee adviseert ICES vangsthoeveelheden (TAC) op MSY-niveau. De vissers houden zich keurig aan de vangstquota, waardoor er van overbevissing helemaal geen sprake is. Sterker nog, het tarbot-visbestand wordt op het hoogst duurzame niveau bevist! Lees meer over het vangstadvies voor tarbot van ICES. De Nederlandse kottersector zet zich samen met wetenschappers in om meer data over deze soort te verzamelen door volgens een vast protocol met bedrijfsschepen onderzoeksreizen uit te voeren
Zeebaars; het zeebaarsbestand is tijden kritiek geweest. Dat resulteerde in een pakket met noodmaatregelen. De noodmaatregelen werpen inmiddels zijn vruchten af, blijkt uit het ICES-advies voor zeebaars: er zit een stijgende lijn in het paaibestand van zeebaars (boven het veilige biologische minimum, maar nog niet op MSY) en een sterke daling van de visserijsterfte (F) tot onder het gewenste MSY-niveau. Voorzichtigheid is geboden maar als de vissers zich wederom houden aan de voorgeschreven vangsthoeveelheden dan gaat het steeds beter met de zeebaars.
Paling; al tien jaar mogen Nederlandse vissers niet meer gericht op paling vissen in de maanden september, oktober en november om de schieraal te laten ontsnappen. Deze maatregel heeft er net als vele anderen maatregelen elders in Europa bijgedragen dat het gelukkig steeds beter gaat met de aanwas (recruitment) van de paling en daarmee ook met het palingbestand. Er is een toename van de intrek van jonge aal (glasaal) waar te nemen in onder andere de Nederlandse wateren. Dat betekent niet dat het bestand hersteld is op het gewenste niveau, zeker niet, maar wel dat het steeds beter gaat met de paling.
Kabeljauw; het enige bestand waar we ons zorgen over maken en waar ICES een alarmerend advies over heeft gegeven is kabeljauw. Deze weken praat de Europese Unie met Noorwegen welke maatregelen er genomen dienen te worden om het kabeljauwbestand te herstellen. Ook dan geldt, vissers die zich aan de maatregelen houden zijn verantwoord bezig. Het advies van ICES is er namelijk op gericht dat kabeljauw in de Noordzee op het MSY-niveau wordt bevist en dat was tot voor kort ook het geval.
Werk in uitvoering
Er is en wordt nog steeds hard gewerkt aan het verduurzamen van de visserij in Europese wateren. Steeds meer visbestanden, vooral die in de Noordzee en aangrenzende wateren, worden beheerd volgens het duurzaamheidsprincipe van Maximale Duurzame Oost (MSY). Voorbeelden daarvan zijn de schol, de tong, de haring, de makreel en dus ook de tarbot en kabeljauw. Waarbij de kabeljauw dus extra aandacht krijgt (maatregelen) om binnenkort weer binnen de veilige MSY-grenswaarden te komen. Dat geeft de zekerheid dat de huidige en toekomstige generaties van gezonde en heerlijke vis, schaal- en schelpdieren kunnen blijven genieten. Dat is het eerlijke verhaal achter de toestand van de visbestanden.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.