Veel vragen over de onderzoeksontheffingen van pulsvissers, de werkbaarheid van de aanlandplicht en de regie op de Noordzee werden afgelopen dinsdag door Kamerleden tijdens het Algemeen Overleg (AO) Visserij in de Tweede Kamer afgevuurd op minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Namens de Nederlandse Vissersbond waren Johan Nooitgedagt (voorzitter) en Ellen van den Manacker (communicatie) aanwezig in de Tweede Kamer.
Pulsvisserij
Naar aanleiding van het kritische artikel van NOS ‘Nederland riep het verbod op pulsvissen over zichzelf af’, waar de Nederlandse Vissersbond eerder deze week een reactie op schreef, werden scherpe vragen gesteld. Onder andere Kamerlid Krögler van GroenLinks vroeg zich hardop af of Nederland niet te gretig was geweest bij het aanvragen van pulsontheffingen.
“De eerste 22 ontheffingen zijn afgegeven op basis van 5% van de vloot. Onderzoek was daarbij geen verplichting. Toch hebben we destijds onderzoek ingesteld”, legde minister Schouten tijdens het AO uit. Vervolgens werden, mede door aandringen van de Tweede Kamer, van 2011 tot 2014 extra pulsontheffingen aangevraagd die zijn goedgekeurd door de Europese Commissie. “Ook toen duidelijk was dat ons wetenschappelijk onderzoek naar pulsvisserij in de tweede rond nog niet op gang was, gaf de Commissie toestemming voor een derde ronde pulsontheffingen”, aldus Schouten.
Daarnaast heeft er wel degelijk onderzoek plaatsgevonden naar pulsvisserij. In het begin voornamelijk naar de pulstechniek, het effect op het ecosysteem en de vergelijking tussen de boomkor en het pulstuig. “Deze onderzoeken hebben een fundament gelegd voor het meerjarenonderzoek naar het pulstuig waar de internationale onderzoeksorganisatie ICES op dit moment mee bezig is. Alle 84 pulsvissers, dus ook de eerste 5% die geen onderzoeksplicht heeft, doen mee aan dit onderzoek”, aldus Schouten in de Tweede Kamer. Tijdens haar uitleg benadrukte de minister nogmaals dat het pulstuig het meest onderzochte tuig in de geschiedenis is en beloofde ze de aanwezige Kamerleden een uitdraai te geven van de tot nu toe gedane onderzoeken.
Kamerlid Madlener van de PVV gaf tijdens zijn spreektijd aan meer actie te willen zien van Nederland in de discussie over pulsvisserij in Europa. “Het is tijd voor Nederland om met de vuist op tafel te slaan”, aldus Madlener. Schouten zei tegen de Kamerleden goed te hebben nagedacht over haar strategie om de Nederlandse pulsvissers te verdedigen op Europees Niveau. Schouten: “Als ik ervan overtuigd was dat ik meer resultaten zou boeken als ik met mijn vuist op tafel zou slaan, dan had ik dat gedaan. Ik geloof in een diplomatieke benadering.”
Aanlandplicht
“De aanlandplicht hangt als een zwaard van Damocles boven de kottervloot”, zei Bisschop (SGP) in zijn betoog aan de minister. “Wat gaat de minister doen om de aanlandplicht vrijgesteld te krijgen?”, was de vraag die erachteraan kwam. Een oplossing om onder de aanlandplicht uit te komen, gaf minister Schouten niet. Wel gaf ze aan alles te willen doen om tot een werkbare aanlandplicht te komen. “We moeten reële alternatieven hebben of ontwikkelen om de doelstellingen binnen de aanlandplicht te behalen. Hiervoor moeten we alle creatieve ideeën die er zijn bij elkaar brengen zodat we die ook werkelijk kunnen overleggen met de Europese Commissie”, aldus minister Schouten.
Als voorbeeld noemde ze het selectieve SepNep, dat mede door de Nederlandse Vissersbond in het project ‘Netinnovatie Kottervisserij deel II’ is ontwikkeld, maar beaamde ze ook dat niet voor elke visserij het verhogen van de selectiviteit inpasbaar is. De Nederlandse Vissersbond vroeg voorafgaand aan het AO aan de Kamerleden of er een duidelijke definitie in Europa kan komen voor ‘hoge overleving’ binnen de aanlandplicht. Ook hier reageerde Schouten op: “Over de definitie van een hoge overleving wijzen nog niet alle neuzen dezelfde kant op. Dat is een discussie die we aan het voeren zijn.”
Enkele commissieleden drongen er tijdens het AO op aan om de garnalenvisserij buiten de aanlandplicht te houden. Hierop gaf minister Schouten aan dat de Scheveningengroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de EU-lidstaten rond de Noordzee, heeft besloten dat de garnalenvisserij ook onder de aanlandplicht valt en dit wordt voorgelegd aan de juridische raad. “Ook hierin wil ik samen met het ministerie en de sector de maximale rek opzoeken”, aldus Schouten.
Ruimtelijke ordening op zee
Een groot deel van de aanwezige Kamerleden deelt de zorgen van de Nederlandse Vissersbond op het gebied van de ruimtelijke ordening op de Noordzee. Eerder dit jaar pleitte de Vissersbond al voor het behoud van visserij op de Noordzee in een kennisdossier en persbericht.
“Ligt er straks nog wel vis op ons bord en ligt er nog wel brood op het bord van onze vissers”, vroeg PvdA’er Moorlag zich terecht af naar aanleiding van de toenemende ambities op de Noordzee. “Hoe kunnen we de verschillende functies op de Noordzee combineren?”, was zijn vraag aan de minister. Minister Schouten beaamde dat het kabinet zich bewust is van de ontwikkelingen op de Noordzee. Om orde te houden op de Noordzee heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu eerder al in een brief toegezegd om te komen tot een ‘Noordzeestrategie 2030’. “Het ministerie van IenW neemt hierin het voortouw. Ik zal er op toezien dat de vissers een stem hebben in dit proces”, aldus Schouten.
Jaco Geurts van het CDA benoemde de doorvaart van windparken. Vanaf 1 mei zijn windmolenparken doorvaarbaar voor schepen tot 24 meter. Vissers hebben weinig aan deze regeling, berichtte ook de Nederlandse Vissersbond eerder, en hebben meer baat bij het toestaan van grotere schepen in windparken. Minister Schouten vertelde eerst te willen kijken wat de impact is van de kleine schepen op windparken en de veiligheid. Bij nieuwe windparken wordt de afstand tussen de molens groter. Hierdoor zal er, mits de veiligheid gewaarborgd is, meer ruimte zijn voor grotere schepen.
Ook de visserij op het IJsselmeer is uitgebreid besproken tijdens het Algemeen Overleg Visserij. Lees hier meer.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.