In een brief aan de Noordzeeadviesraad (NSAC) stelt Denemarken voor om visserijactiviteiten in het Deense deel van de Noordzee en het Skagerrak te reguleren ter bescherming van rifstructuren die zijn aangewezen onder de Habitatrichtlijn. Lidstaten zijn verplicht, overeenkomstig artikel 6 van de Habitatrichtlijn, instandhoudingsmaatregelen vast te stellen voor Natura 2000-gebieden om verslechtering en verstoring van habitats en soorten waarvoor de gebieden zijn aangewezen te voorkomen en om aan hun ecologische eisen te voldoen. De NSAC geeft advies over dit voorstel en licht het belang en de toestand van bestaande visserij in deze gebieden toe. Hierop kwam ook reactie van DG Mare van de Europese Commissie. In dit artikel wordt de stand van zaken toegelicht.
Voorgestelde gebieden
Het ingediende voorstel omvat visserijbeheersmaatregelen in de volgende vier Natura 2000-gebieden in de Deense exclusieve economische zone in de Noordzee en het Skagerrak (buiten 12 zeemijl):
– Thyborøn Stenvolde (EU-sitecode: DK00VA348)
– Jyske Rev, Lillefiskerbanke (EU-sitecode: DK00VA257)
– Store Rev (EU-sitecode: DK00VA258)
– Gule Rev (EU-sitecode: DK00VA259)
Daarnaast bevindt zich één Natura 2000-gebied in het Deense deel van het Skagerrak tussen de basislijn en 12 zeemijl:
– Lønstrup Rødgrund (EU-sitecode: DK00VA301)
De maatregelen zullen worden genomen met betrekking tot visserijactiviteiten die worden uitgeoefend door alle vaartuigen, met inbegrip van vissersvaartuigen die de vlag van andere lidstaten van de EU voeren.
Advies van de Noordzeeadviesraad
De Noordzeeadviesraad (NSAC) becommentarieert het voorstel van Denemarken vanuit het perspectief van de verschillende nationale vloten waarop de ontwerpverordening van toepassing is en die van oudsher in de voorgestelde gebieden hebben gevist. Het NSAC-advies is om rekening te houden met mogelijke verplaatsingseffecten en economische gevolgen die de aanwijzing kan hebben voor de vloten die van oudsher in de gebieden vissen.
Voor de Belgische en Nederlandse visserij zijn de gebieden Gule Rev en Jyske Rev al vele jaren belangrijke visserijgebieden. Beide gebieden worden jaarlijks bevist door boomkorren uit het grootschalige vlootsegment die op schol vissen, met kabeljauw, tongschar en zeeduivel als belangrijke vissoorten. Uit VMS-gegevens blijkt dat deze gebieden sinds 2014 steeds belangrijker zijn geworden. Met huidige uitdagingen zoals Brexit en toekomstige ontwikkelingen kunnen we er alleen maar vanuit gaan dat deze gebieden steeds belangrijker worden voor de Nederlandse en Belgische visserij. Na het verbod op de pulsvisserij in 2019 zijn de Deense gebieden belangrijker geworden voor de Nederlandse vloot.
De NSAC stelt zet ook vraagtekens bij de ecologische rechtvaardiging. Bovendien is verschuiven naar andere gebieden nu en in de toekomst moeilijker voor de vloot vanwege steeds grotere gebieden voor windmolens en meer gesloten gebieden voor natuurdoeleinden. Niet alleen in EU-wateren, maar ook in de nabijgelegen Noorse wateren.
Tot slot wijst de NSAC op de lage impact van de kleine Belgische en Nederlandse vloot, die gedurende een beperkte periode van het jaar (half augustus tot half december) in deze gebieden vist. De visserijtechnieken zijn aangepast (lichter vistuig + rolschoenen voor de Belgische vloot) met een beperkte bodemimpact tot gevolg.
Er moet ook rekening mee worden gehouden dat het verlies aan visgronden als gevolg van nieuwe offshore windmolenparken zal leiden tot een verdere concentratie van de visserij-inspanning in de ontsnappingsgebieden. Bovendien adviseerde ICES om onderscheid te maken tussen “zware” en “lichte” bodemtrawls met betrekking tot de impact op Natura 2000-habitats, aangezien ze een verschillende mate van impact hebben. Met deze verschillen moet rekening worden gehouden.
‘Voor de rechtszekerheid in relatie tot het Europese recht zou het nuttig zijn om alle aspecten van proportionaliteit en noodzaak van sluitingen te verduidelijken. Zoals altijd blijft de NSAC open staan om de zaak verder te bespreken’, zo besluit NSAC haar advies.
Reactie van Europese Commissie/DG MARE
Het Directoraat-Generaal voor Maritieme Zaken en Vissesrij (DG MARE) geeft in een reactie op dit advies van NSAC aan dat het belangrijk is om voor ogen te houden dat alle maatregelen die worden genomen om kwetsbare gebieden en/of soorten te beschermen, onvermijdelijk gevolgen zullen hebben. Dit kan ertoe leiden dat bepaalde visserijactiviteiten worden verboden wanneer dit nodig is om te voldoen aan de ecologische eisen van de gebieden die bescherming behoeven. Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) stelt een kader voor de uitvoering van instandhoudingsmaatregelen ter versterking van de bescherming van Natura 2000 gebieden, die samen bijdragen aan de naleving van de milieuverplichtingen van de EU en de uitvoering van het milieubeleid, zoals de Europese Green Deal en de Biodiversiteitsstrategie voor 2030.
Met dit voor ogen herinnert DG Mare aan de noodzaak om te zorgen voor een passend evenwicht tussen milieuoverwegingen, instandhoudingsinspanningen, visserijbeperkingen en hun voorspelbare gevolgen voor diverse nationale vloten die van oudsher in die gebieden actief zijn, evenals de betrokkenheid en toewijding van relevante belanghebbenden om uiteindelijk een gelijk speelveld te garanderen binnen de visserijsector die mogelijk door de voorgestelde maatregelen worden getroffen.
Flinke kluif
“Het is in de EU een steeds duidelijker en sterker signaal dat men hard op weg wil steeds meer gebieden voor de visserij te sluiten. De Noordzee Advies Commissie is in het leven geroepen om hierover advies te geven met draagvlak van alle stakeholders. De vertegenwoordiger vanuit het team Vissersbond/PO Delta-Zuid is Durk van Tuinen en vanuit VisNed is dat Geert Meun. Deze mannen hebben daar en flinke kluif aan”; aldus voorzitter Johan K. Nooitgedagt.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt en/of Durk van Tuinen.