Binnen de demersale sector bestaan veel verschillende beelden en ideeën over het verwerken van discards in relatie tot de aanstaande aanlandplicht. In dit project wordt geprobeerd om deze op een gestructureerde manier een stap verder te brengen. Daarvoor wordt eerst de aanbodkant in beeld gebracht. Welke hoeveelheden (in gewicht) en welke soorten discards moeten door de sector worden aangeland als op de huidige manier wordt doorgevist?
Daarbij worden seizoenvariatie, verdeling over aanlandlocaties en de verdeling over potentiële verwerkingslocaties eveneens inzichtelijk gemaakt. Daarnaast wordt gekeken naar de verdeling van discards over de verschillende visserijtechnieken en de gevolgen als alle boomkorkotters overschakelen op pulsvisserij. De volgende stap is het inventariseren van stoffen (in de demersale discards) die, naast vismeel en visolie, mogelijk interessant zijn voor het creëren van een markt.
Verkenning markt
In de tweede fase wordt de markt, de vraagkant, verder verkend. Hiervoor wordt eerst een longlist met ideeën voor alternatieve valorisatie ontwikkeld, deze wordt vervolgens teruggebracht tot drie kansrijkste ideeën. Dit gebeurt door vanuit ketenperspectief te kijken naar welke toepassingen het best passen in het bestaande systeem, welke praktisch mogelijk zijn en waar concrete vraag naar is.
Het sorteren van discards is noodzakelijk vanwege het quotum maar is tevens één van de grootste kostenposten als het gaat om het verwerken. Daarom wordt binnen dit project ook geëxperimenteerd met de mogelijkheden om d.m.v. een steekproef aan de wal een inschatting te maken van de samenstelling van de discards.
Test aan boord discards
Om dit te testen wordt gedurende 24 uur alle gequoteerde vis aan boord gehouden, daarmee wordt in feite de situatie van 2019 e.v. nagebootst. Aan de wal wordt vervolgens geëxperimenteerd met het aantal monsters dat moet worden onderzocht om een betrouwbaar beeld van de samenstelling van de discards te krijgen. Dit deel van het project wordt wetenschappelijk begeleid door het Nederlands Instituut voor Onderzoek naar de Zee (NIOZ). Omdat het in de praktijk lastig blijkt om een goed beeld te vormen bij hoeveelheden en percentages discards worden tijdens het experiment Steekproef samenstelling Discards foto’s gemaakt van zowel de totale hoeveelheid discards als van de hoeveelheid marktwaardige vis.
Looptijd
Het project loopt van 1 april 2014 t/m 31 december 2015.
Eindrapport
In 2015 verschenen eindrapporten:
‘Demersale discardverwerking deel 1′.
‘Demersale discardverwerking deel 2’.
Projectpartners
De hoofdaanvrager van het project is de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO). Bij deze organisatie zijn de volgende Producenten Organisatie aangesloten:
- De Coöperatieve Producentenorganisatie en Beheergroep Delta Zuid U.A.
- De Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse Vissersbond U.A.
- De Coöperatieve Producentenorganisatie en Beheergroep Texel U.A.
- De Coöperatieve Producentenorganisatie en Beheergroep West U.A.
- De Coöperatieve Producentenorganisatie en Beheergroep Wieringen U.A.
- De Coöperatieve Producentenorganisatie voor de Visserij Urk U.A.
- De Internationale Garnalen Producenten Organisatie Rousant U.A.
Medeaanvragers zijn Visveiling Urk B.V., Visafslag Hollands Noorden v.o.f. en Oromar B.V.
De Rederscentrale c.v. en de Blueports hebben door middel van een intentieverklaring aangegeven nauw betrokken te willen worden bij dit project. De projectleiding is in handen van Ed De Heer (Bureau de Heer).
Financiering
Dit project wordt financieel mede mogelijk gemaakt door het Europees Visserij Fonds (EVF).