Om aan de verplichtingen van de aanlandplicht te kunnen voldoen is flexibiliteit voor de vissers van groot belang. Het probleem van Chokespecies (verstikkingssoorten) wordt keer op keer aan de orde gesteld door de visserijvertegenwoordigers. In een groot aantal demersale visserijen op de Noordzee en aanliggende wateren vormt de bijvangst van schar een probleem, in mindere mate ook bot.
Marginaal product
Schar brengt relatief weinig op en komt in grote hoeveelheden voor. Reden voor vissers om schar in veel gevallen overboord te zetten, ook omdat de ruimte aan boord beperkt is. Pogingen om de markt voor schar verder te ontwikkelen hebben niet het gewenste resultaat gehad. Het blijft een marginaal product, een bijvangstsoort en geen doelsoort. De internationale visserijwetenschappers van ICES geven ieder jaar advies over de TAC voor beide soorten.
De ontwikkeling van de biomassa van schar in de Noordzee heeft een opgaande trend, het bestand staat er goed voor. In tegenstelling tot doelsoorten – zoals schol en tong – wordt het bestand schar (en bot) slechts beperkt onderzocht.
Nauwelijks interesse
De Europese Commissie die ICES opdracht geeft voor het uitbrengen van advies over de TAC en Quota vindt het bestand van ondergeschikt belang. Eigenlijk zou er helemaal geen TAC vastgesteld moeten worden voor schar (en bot). De enige reden waarom er destijds een TAC is ingesteld is om ongewenste visserijdruk op ongequoteerde soorten door Spaanse en Portugese vissers te voorkomen. Het is een politieke gedreven TAC en niet een voor visserijbeheer. Het quotum wordt vrijwel nooit volledig benut omdat er nauwelijks interesse is om deze soort aan te landen. Het grootste gedeelte van de bijgevangen schar (en bot) gaat overboord. Máár… de aanlandplicht brengt daar verandering in.
Schar een choke specie
Met de aanlandplicht moet álle schar worden aangeland en dat betekent dat binnen een paar maanden het quotum volledig is benut. Formeel zou dan de visserij gestaakt moeten worden, want zonder quotum mag je niet naar zee. Terwijl vissers dan nog voldoende quotum hebben om op de doelsoorten tong en schol te kunnen vissen, zouden ze gedwongen voor de kant moeten. Schar (en bot) zorgen er dan voor dat de visserij de nek wordt omgedraaid, vandaar de term Choke species.
Gelukkig is het niet alleen een Nederlands probleem, ook vissers in andere landen rond de Noordzee hebben ermee te maken. Op woensdag 9 november is dit onderwerp uitgebreid besproken in de Demersale Werkgroep van het Noordzee Advies Comité (NSAC) in Kopenhagen. Derk Jan Berends nam namens de Nederlandse Vissersbond deel aan het overleg.
Afschaffen TAC en quota schar en bot
De visserijvertegenwoordigers van onder andere Nederland, Duitsland en Denemarken hebben aangedrongen op het afschaffen van de TAC en quota voor schar (en bot). Voor de vertegenwoordigers van de natuur- en milieu organisaties was dat geen uitgemaakte zaak. Ze willen garanties hebben dat het afschaffen van de TAC en quota niet leidt tot achteruitgang van de bestanden schar (en bot).
De visserijvertegenwoordigers hebben erop gewezen dat beheer van deze bestanden niet nodig is en eigenlijk ook niet plaatsvindt. Indien blijkt dat beide bestanden achteruitgaan kunnen altijd maatregelen worden geïntroduceerd. Dat geldt ook voor een TAC en quotum. Vooralsnog is daar geen aanleiding toe. De NSAC bereidt een advies voor.
Meer informatie?
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.