Rijkswaterstaat Zee & Delta is bezig met het uitwerken van de voorwaarden waar doorvaartpassages in toekomstige windparken op de Noordzee aan moeten voldoen. De industrialisatie van de Noordzee gaat in de hoogste versnelling komen nu het Kabinet de ambitie heeft om windenergie op zee te verdrievoudigen tot 70 Gigawatt in 2050. Voor iedereen die actief is op de Noordzee vraagt dat veel passen aan meten de komende jaren, zo ook om een veilige ongehinderde doorvaart in windparken mogelijk te maken. Afgelopen dinsdag 26 september vond er een bijeenkomst met belanghebbenden plaats die in het teken stond van de gewenste doorvaartbreedte. Teun van Dam en Derk Jan Berends van het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid namen deel namens de visserij.
Veilige ongehinderde doorvaart
In de meeste bestaande windparken op zee is geen rekening gehouden met een veilige en ongehinderde doorvaart voor schepen van de koopvaardij, waterbouw, visserij en recreatievaart. Voor het relatief nieuwe windpark Borssele is wel een corridor gecreëerd op grond van internationaal zeerecht om een ongehinderde veilige doorvaart voor schepen tot een lengte over alles tot 45 meter. In de nieuw te bouwen windparken zal het vooral gaan om passages voor schepen met een lengte over alles tot 46 meter. Deze passages volgens Nederlands recht vormen een uitzondering op de internationale regel dat rondom een windmolenpark een veiligheidszone van 500 meter aangehouden dient te worden. Deze passages voor doorvaart zijn op uitdrukkelijk verzoek van onder andere de visserijsector en recreatie vaart door de Nederlandse overheid ingesteld. Maar ook hier geldt dat een veilige ongehinderde doorvaart moet plaatsvinden en dus zijn er nieuwe regels nodig die dat garanderen.
Vrije vaarlijnen
In een eerder overleg met belanghebbenden heeft het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid geopperd om vrije vaarlijnen aan te houden voor een ongehinderde doorvaart van en naar de visgronden. Gebeurt dat niet dan begint de discussie over de doorvaart voor de visserij voor ieder nieuw te bouwen windpark weer opnieuw en eindig je als visserman in een labyrint van windparken waar je om heen moet laveren. De Nederlandse overheid heeft ervoor gekozen om doorvaart alleen toe te staan in zogenaamde corridors/passages die voor ieder windpark weer apart aangewezen worden. In de landen om ons heen mogen vissersvaartuigen kriskras door windparken varen. Dat laatste zou voor de Nederlandse visserij ook een oplossing zijn maar zolang dat niet wordt toegestaan is het aanwijzen van vrije vaarlijnen het alternatief. In samenspraak met VisNed (PO Urk) hebben wij een voorbeeld geschetst hoe de vrije vaarlijnen eruit zouden kunnen zien (zie kaartje).
Breedte doorvaartpassages
Tijdens het overleg met belanghebbenden afgelopen dinsdag op het kantoor van Rijkswaterstaat Zee & Delta in Rijswijk is er lang gedebatteerd over de gewenste breedte van de (toekomstige) doorvaartpassages. Een aantal aspecten zijn bepalend om een veilige en ongehinderde doorvaart mogelijk te maken. Het betreft schepen tot 45 meter die zowel gemotoriseerd als ook ongemotoriseerd (zeiljachten) kunnen zijn. Voor de gemotoriseerde schepen geldt dat deze op minimaal twee scheepslengten (90 meter) van elkaar moeten kunnen passeren in de verkeersbaan die betont zal worden. Verder moeten alle schepen in geval van een calamiteit (o.a. man over boord of op drift raken) voldoende manoeuvreerruimte hebben dan wel de tijd en ruimte geven aan de hulpdiensten; een soort van vluchtstrook of berm dus. Het uitgangspunt is dat dit minimaal 6 scheepslengten (afgerond 300 meter) moet zijn tot dat de internationale veiligheidszone van de individuele windmolens (50 meter) wordt bereikt. Aan beide zijden van de verkeersbaan moet dus een strook van 350 meter worden gecreëerd. Ervan uitgaande dat de afstand tussen twee rijen windturbines 1.000 meter bedraagt, dan blijkt er dus 300 meter aan verkeersbaan over. Voor de gemotoriseerde schepen (o.a. viskotters) zou dat voldoende moeten zijn. Vanuit de zeilvaart is behoefte aan meer ruimte dan die 300 meter omdat deze ook zeilend (laverend) door de passage wensen te gaan. De zeilvaart zou eventueel gebruik kunnen maken van de vluchtstrook/berm om toch ook zeilende een veilige en zo min mogelijk gehinderde doorvaart te kunnen hebben.
Verzekeringen
Voor de Wettelijke Aansprakelijkheid (WA) verzekeraars is het van belang of de geschetste passage breedte met een betonde verkeersbaan van minimaal 300 meter met een vluchtstrook aan beide zijden van 300 meter tot aan de 50 meter veiligheidszone, voldoende garanties biedt voor de dekking van viskotters. Deze vraag zal dan ook aan de verzekeraars en assurantietussenpersonen voorgelegd moeten worden.
Betrokkenheid vissers
Vissers hebben wij eerder (mei) opgeroepen om hun ideeën hierover te delen met de visserijorganisaties. Uit een onderzoek van Rijkswaterstaat, uitgevoerd door Movares, is gebleken dat slechts 3 vissers hun zienswijze op de doorvaarbreedte van de passages in windparken hebben gegeven. Dat is erg jammer omdat dit juist de gelegenheid geeft om invloed uit te kunnen oefenen op het beleid. Vanuit de recreatievaart is bijvoorbeeld een veelvoud aan zienswijzen ontvangen. Niettemin hebben wij geprobeerd om zoveel mogelijk de praktijkkennis van de visserij in te brengen. Mocht dat niet voldoende zijn geweest, dan verzoeken wij vissers om alsnog hun kennis in te brengen via het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid of via VisNed (PO Urk) en de andere visserijorganisaties.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Teun van Dam of Derk Jan Berends, via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.