De problematiek voor de demersale visserijsector bij de invoering van de aanlandplicht heeft de volledige aandacht van de Nederlandse Vissersbond. In diverse overleggen kwam de aanlandplicht aan de orde deze week. Eerder deze week heeft het Ministerie van Economische Zaken de verschillende te nemen stappen voor de invoering van de aanlandplicht nogmaals in kaart gebracht.
Choke species
Choke species zijn soorten waarvoor een lidstaat een beperkt quotum heeft. Voor de lidstaat Nederland kan gedacht worden aan de soorten tarbot, griet en rog. Wanneer het quotum van een soort op is, zouden alle visserijen die deze soort mogelijk als bijvangst vangen, gesloten moeten worden, ook wanneer deze visserijen hun quota van de doelsoorten nog niet hebben opgevist.
Op maandag 2 oktober is over de problematiek met choke species vergaderd bij het ministerie van Economische Zaken in Den Haag. Staatssecretaris Van Dam heeft eerder in de EU aangekaart dat de aanlandplicht tot problemen leidt; toen stond Van Dam nog alleen. Nu klinken er toch meer geluiden vanuit andere lidstaten die aangeven dat er vanaf 2018 grote problemen ontstaan. De relatieve stabiliteit, een paradepaardje van de Europese Commissie, komt in gevaar wanneer er geen passende oplossingen komen voor de chokespecies.
Verder kwam de categorie-indeling voor choke species aan bod. Deze indeling is tot stand gekomen in de NWWAC (North Western Waters Advisory Council, de Adviesraad Noordwestelijke Wateren):
- Categorie 1: de situatie waarin een lidstaat mogelijk over voldoende quota beschikt, maar de individuele schepen / vloot of regio geen quota (meer) hebben.
- Categorie 2: de situatie waarin een (deel van de) zee voldoende quota herbergt, maar de lidstaat niet over quota beschikt om het quotum vol te vissen.
- Categorie 3: de situatie waarin zelfs na maximale inspanningen op het gebied van selectiviteit, vermijding en flexibiliteit (uitwisseling van quotum tussen soorten) in het vangstgebied zelf het quotum ontoereikend is voor de te verwachten bijvangsten.
Een oplossingsrichting voor choke-species zou kunnen zijn het ontwikkelen van een categorie ‘others’, waaronder bijvangstsoorten gezamenlijk kunnen vallen. Denk aan de soorten tarbot, griet, schar en bot. Maar ook aan deze oplossingsrichting zitten de nodige haken en ogen, die voor Nederland grote gevolgen kunnen hebben en dus zeer nauwkeurig afgewogen moeten worden.
De vergadering in Den Haag was tevens ter voorbereiding op de workshop choke species die op 2 november in het Deense Kopenhagen wordt georganiseerd. Aan deze workshop neemt de Nederlandse Vissersbond actief deel.
Selectiviteitsverbetering
De Nederlandse Vissersbond heeft meermaals benadrukt dat de aanlandplicht niet als drukmiddel moet worden gehanteerd om de Nederlandse visserij verder te innoveren of de selectiviteit te doen verbeteren, zoals deze week door diverse ngo’s in de media is beweerd. De Nederlandse visserijsector innoveert al jaren met onder andere nieuwe vangstmethoden (flyshoot, twinrig en pulsvisserij), aanpassingen aan het netwerk ter verbetering van de selectiviteit en verwerkingsmethoden aan boord die zowel bijdragen aan de overlevingskansen van bijvangst als de kwaliteit van de aangelande vis.
De Nederlandse Vissersbond is dit jaar weer gestart met een nieuw project getiteld ‘netinnovatie kottervisserij deel 2’, dat mede wordt gefinancierd vanuit het EFMZV. In dit project werken onderzoekers en vissers samen aan onderzoek naar selectiviteitsverbeteringen in de flyshootvisserij, de gerichte scholvisserij, de visserij op Noorse kreeft en de tongvisserij.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Durk van Tuinen, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.