De Coöperatieve Visserij Organisatie laat de impact van de aanlandplicht op de economische resultaten van de Nederlandse visserijvloot zien. De kosten kunnen daarbij oplopen tot boven de 25 miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit het eindrappor van de CVO, Verkenning economische impact aanlandplicht op Nederlandse kottervloot, dat eind maart werd gepresenteerd. In dit rapport is onderzocht wat de kosten per jaar zijn om de maatregel door te voeren.
Doelstelling
De economische impact van de aanlandplicht is in opdracht van de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) verkend door Flynth adviseurs en accountants BV en LEI Wageningen UR binnen het project ‘Best Practice’ van de CVO. Hierbij zijn ook de integrale effecten doorgerekend van zes innovatieve projecten die de CVO in 2014 is gestart om de aanlandplicht zo veel mogelijk uitvoerbaar, naleefbaar en handhaafbaar te maken. Aan de hand van scenario’s wordt inzichtelijk gemaakt hoe omgegaan kan worden met het extra werk aan boord als gevolg van de implementatie van deze maatregel. Ook de verwerking aan wal wordt hierbij beschreven.
Hoge kosten
De kosten voor het implementeren van de maatregel aanlandplicht is voor de puls- en langoustinevisserij tussen de 23 en de 27 miljoen euro per jaar. Deze hoge kosten hebben een negatieve werking op de visserijsector. Als er geen aanpassingen of uitzonderingen worden gemaakt dan gaat dit ten koste van de innovatieprojecten wat er juist voor zorgt om selectiever te gaan vissen. Lees hier het rapport.
Bron: CVO